Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
van 19 juni 2003 AV/PB/2003/48003
nr. 2020313460
Onderwerp Datum
Kamervragen van de leden Depla en Verbeet 8 juli 2003
(beiden PvdA) over mogelijk onvoldoende
kennis van pensioenfondsbestuurders.
./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de leden Depla en Verbeet (beiden PvdA)
over mogelijk onvoldoende kennis van pensioenfondsbestuurders.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(M. Rutte)
---
Vragen van de leden Depla en Verbeet aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid, dhr. Rutte, over mogelijk onvoldoende kennis van pensioenfondsbestuurders
(ingezonden 18 juni 2003)
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het onderzoek naar de gebrekkige kwaliteit van de bestuurders van
middengrote pensioenfondsen dat in opdracht van Compass&Hedmark is uitgevoerd?
Antwoord vraag 1
Ja, ik ken het rapport "Vertrouwen eist kwaliteit" dat is opgesteld in opdracht van Compass &
Hedmark B.V.
./. Afschrift van het rapport heb ik bijgevoegd zodat ook de Tweede Kamer der Staten-Generaal
hiervan kennis kan nemen.
Ik vind het van belang dat er aandacht is voor de kwaliteit van bestuurders. Ook bij
koepelorganisaties is hier speciale aandacht voor. Koepelorganisaties bevorderen actief de
kwaliteit van bestuursleden, door investering in cursussen, seminars, themabijeenkomsten en
informatievoorziening aan hun leden.
Met het van kracht worden van de PSW 1½ op 1 januari 2000 is inzake de kwaliteit van besturen
van pensioenfondsen een aantal maatregelen genomen, te weten: de invoering van een
bestuurderstoets, een gedragscode voor bestuurders en de dagelijkse leiding van een fonds door
ten minste twee personen.
De eisen inzake deskundigheid en betrouwbaarheid zijn van toepassing op alle beleidsbepalers van
pensioenfondsen. Daarbij moet de deskundigheid binnen het bestuur aanwezig zijn. Er is niet
gesteld dat elke bestuurder over alle deskundigheid moet beschikken.
Ik vind het ook van belang dat er toezicht is op de kwaliteit van bestuurders. De Pensioen- &
Verzekeringskamer (PVK) toetst alle nieuwe beleidsbepalers op deskundigheid en
betrouwbaarheid. De PVK kan tevens de bestuurderstoets uitvoeren op zittende bestuurders als
de PVK daar aanleiding toe ziet.
Vraag 2
Deelt u de conclusie van bovengenoemd onderzoek, dat het gewenst is dat de Pensioen- &
Verzekeringskamer (PVK) niet alleen het kennisniveau van bestuurders als collectief zou moeten
beoordelen, maar ook het kennisniveau van individuele pensioenfondsbestuurders?
Antwoord vraag 2
Ik heb de in de vraag geformuleerde conclusie niet in het bovengenoemde onderzoek kunnen
terugvinden.
Vraag 3
Is het waar dat pensioenfondsbestuurders maar 20 minuten per week tijd besteden aan het op
niveau houden van hun kennis? Is dit volgens u voldoende, gezien het bestaande kwaliteitsniveau en
de grote belangen die er op het spel staan.
Antwoord vraag 3
---
Ik weet niet of het waar is dat pensioenfondsbestuurders per week maar 20 minuten van hun tijd
besteden aan het op niveau houden van hun kennis. Het genoemde onderzoek geeft in ieder geval
geen aanleiding om aan te nemen dat dit juist is.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid