Den Haag, 8 juli 2003
Vragen van de leden Van Heemst en Van Nieuwenhoven (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van Cultuur
1. Heeft uw voorganger eind mei aan de ondernemer Joep van den Nieuwenhuyzen schriftelijk toegezegd het passagiersschip Rotterdam als monument te gaan aanwijzen? Zo ja, in welke bewoordingen is deze toezegging gesteld? En kunt u een afschrift van deze brief ter kennis van de Kamer brengen? 1)
2 Hebben ambtenaren van de Directie Cultureel Erfgoed dit besluit teruggedraaid, c.q. hebben zij een voorstel gemaakt om daartoe over te gaan? Zo ja, in welke bewoordingen is dat besluit resp. dat voorstel geformuleerd?
En kunt u een afschrift van de desbetreffende stukken ter kennis van de Kamer brengen?
3. Welke rol speelde de toezegging van uw voorganger bij het besluit van de eerdergenoemde ondernemer om de Rotterdam al dan niet aan te kopen?
4. Welke effect heeft het terugdraaien van de toezegging op dat besluit?
5. Welke cultuurhistorische overwegingen hebben een rol gespeeld bij het besluit van uw voorganger om het passagiersschip Rotterdam als monument te gaan aanwijzen? Wat heeft u inhoudelijk aan deze overwegingen toe te voegen of wat heeft u daarop af te dingen?
6. Welke overwegingen worden door de Directie aangevoerd om het besluit terug te draaien? Zijn dat financiële overwegingen of cultuurhistorische? Hoe beoordeelt u deze overwegingen?
7. Waarom zouden in dit specifieke geval financiële overwegingen de doorslag moeten geven bij de beslissing om een toezegging terug te draaien, terwijl in andere gevallen gedane toezeggingen wel overeind blijven staan?
8. Kunt u toelichten waarom uw voorganger op de valreep nog een besluit heeft genomen en met name toelichten welke tijdsdruk er stond op de aankoopbeslissing van de eerdergenoemde ondernemer?
1) Zie De Volkskrant dd. 8 juli 2003
Partij van de Arbeid