Gemeente Zwolle

Park De Wezenlanden

Het park De Wezenlanden is nog jong maar heeft een bewogen ontstaansgeschiedenis. Het ontstaan heeft alles te maken met de aanleg van de Afsluitdijk. Nu is het tijd voor een herinrichting van het park, de voorbereidingen worden getroffen, de plannen gemaakt.

De gemeenteraad heeft op 23 juni 2003 een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld voor het opstellen van een Herinrichtingsplan voor het park De Wezenlanden. Samen met een adviesteam is de gemeente aan de slag. Als basis voor het herinrichtingsplan wordt eerst gekeken naar de waardevolle punten van het park. Die moeten immers zoveel mogelijk behouden blijven. Ook wordt er gekeken naar de knelpunten; daar worden oplossingen voor gezocht. Deze gegevens, samen met de wensen van gebruikers, omwonenden en belangengroeperingen, leveren een programma van eisen op. Daarmee wordt een herinrichtingsplan opgesteld dat voor mei 2004 gepland staat en vervolgens in fasen uitgevoerd gaat worden.

Historie
Ondanks dat het een jong park is, in 1971 geopend, kent het al een bewogen geschiedenis. De naam verwijst naar de oorsprong.
Het gebied tussen het Groot Wezenland, het Almelose kanaal en de oude Assendorperdijk was lange tijd in bezit van het weeshuis van de Nederlands Hervormde Gemeente in Zwolle. Tot de afsluiting van de Zuiderzee - in 1932
- was het drassig land, buitendijks gelegen ten opzichte van de Assendorperdijk en dus niet geschikt om te bebouwen. Toen de getijdenwerking (van de Zuiderzee) hier geen invloed meer had, kon een deel van het gebied, tussen de Stadsgracht en de Luttenbergstraat, bouwrijp worden gemaakt. De eerste bebouwing verrees in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Een deel werd gereserveerd voor de aanleg van park De Wezenlanden, waarvoor toen de eerste ideeën werden gevormd.

Dudok en Van Embden
Als eerste maakte de vermaarde architect/stedenbouwkundige Dudok in 1948 een ontwerp voor het park. Dudok echter wilde Zwolle uitbreiden naar het zuiden en de gemeente koos voor het noorden.
Zwolle schakelde daarom de Delftse stedenbouwkundige Van Embden in. Hij bedacht een uitbreiding naar het noorden, met de later ook gebouwde wijken Holtenbroek en Aa-landen en de industriegebieden Grote Voort en Marslanden. Van Embden nam belangrijke elementen uit het plan van Dudok over. Hij hield rekening met recreatie- en sportmogelijkheden naast "de gaafheid van het park als zodanig." De heer Cornet van de Heidemij ontwierp het plan voor het park in 1958. De uitvoering werd echter uitgesteld vanwege financieringsmoeilijkheden.
In 1962 vroeg de nieuwe plek van het geplande Provinciehuis om aanpassing van het plan. De architect van het Provinciehuis, professor Duintjer, en tuinarchitecte Mien Ruijs hebben daarop mede hun stempel gezet (gereed in oktober 1963). Daarbij ontstond de grote speelweide bij het Provinciehuis, kwam er een zicht-as van de Schuurmanstraat naar het park en verdween de wedstrijdijsbaan uit het ontwerp.

Aanvullend werk
In 1960 wees het ministerie de aanleg van het park aan als 'Aanvullend werk'. Dat betekende dat het ministerie de loonkosten en sociale lasten voor dit werk volledig zou betalen indien hier werkloze arbeiders te werk werden gesteld. Voor de gemeente, die geen geld had voor het 1,3 miljoen gulden kostende karwei was dit een mooie kans. Met alleen de materiaal- en toezichtkosten voor eigen rekening, zou de gemeente het project voor ongeveer een derde van de normale prijs klaar krijgen. Door een gebrek aan werklozen vorderde het echter langzaam.
Uiteindelijk vond de feestelijke opening van het park plaats op 30 april 1971. "Een opening die lang genoeg op zich heeft laten wachten", aldus de toenmalige burgemeester Drijber. Hij zei het park ? "een groene long zo dicht bij de binnenstad" ? van het grootste belang te vinden voor de omliggende woonwijken, ook voor het Wipstrikkerkwartier.


---