De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
TRCJZ/2003/6111
datum
04-07-2003
onderwerp
adviesaanvraag Raad van State inzake wijziging Meststoffenwet ca
(expiratiedatum productierechten)
bijlagen
Geachte Voorzitter,
In de Meststoffenwet, de Wet verplaatsing mestproductie en de Wet
herstructurering varkenshouderij is vastgelegd dat per 1 januari 2005
de stelsels van mestproductierechten, pluimveerechten en
varkensrechten vervallen. Zonder wettelijke ingreep leidt
overschrijding van de termijn van rechtswege tot het verlies van deze
sturingsinstrumenten.
Heden heeft de ministerraad besloten de Raad van State om advies te
vragen over een wetsvoorstel dat ertoe strekt de betrokken stelsels
twee jaar langer hun gelding te laten behouden. Beoogd wordt aldus
voldoende ruimte te creëren voor een verantwoorde besluitvorming over
de mogelijke gevolgen voor het samenstel van instrumenten van de
mestwetgeving van het aanstaande arrest van het Hof van Justitie in de
inbreukprocedure tegen Nederland inzake de uitvoering van de
Nitraatrichtlijn 1 en van de uitkomst van het lopende overleg met de
Europese Commissie over de derogatie van de in die richtlijn opgenomen
gebruiksnorm voor dierlijke mest. Ook het op die besluitvorming
volgende wetgevingsproces moet zorgvuldig kunnen worden doorlopen en
niet onder druk komen te staan van de dreigende expiratie van de
genoemde stelsels.
---
1 Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 inzake de
bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit
agrarische bronnen (PbEG L 375).
datum
04-07-2003
kenmerk
TRCJZ/2003/6111
bijlage
Met het wetsvoorstel wordt op generlei wijze vooruitgelopen op de
inhoudelijke besluitvorming. Het eerder in de betrokken wetten
vastgelegde uitgangspunt dat de productierechten komen te vervallen
blijft met de voorgestelde wetswijziging overeind. In het licht van de
genoemde onzekerheden is het evenwel verstandig om de ruimte te
behouden om bij eventuele wijziging van inzicht - via een
afzonderlijk wettelijk traject - op dit uitgangspunt terug te kunnen
komen. De opschorting van de expiratie van de genoemde stelsels zal
niet langer duren dan noodzakelijk. Mocht het verantwoord blijken te
zijn om de stelsels eerder dan 1 januari 2007 te laten vervallen, dan
biedt het wetsvoorstel de mogelijkheid bij koninklijk besluit een
eerdere datum te bepalen. Deze datum kan niet vóór 1 januari 2005 zijn
gelegen.
Ik vertrouw erop u hiermee voorshands voldoende te hebben
geïnformeerd.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
---
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij