European Commission

ECA/03/13

Luxembourg, 4 juli 2003

Persbericht van de Europese Rekenkamer betreffende speciaal verslag nr. 8/2003 over de uitvoering van door het EOF gefinancierde infrastructuurwerken
(1)

De aanleg en vernieuwing van infrastructuren, met name in de wegenbouw, vormt een belangrijke component van de uit het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) gefinancierde ontwikkelingssamenwerking. Eind 2002 bedroegen de door de Commissie op grond van deze werken verrichte betalingen 16 % van het zesde, zevende en achtste EOF, ofwel circa 3,2 miljard euro.

De controle van de Rekenkamer had tot doel, na te gaan hoe deze infrastructuurwerken zijn uitgevoerd. Zij had voornamelijk betrekking op 30 overeenkomsten - over het algemeen voor wegwerkzaamheden - die 13 % uitmaken van het totaal van de overeenkomsten voor werken, gefinancierd uit het zesde, zevende en achtste EOF, die waren geselecteerd op basis van risicocriteria en tussen 1987 en 2000 door zeven ACS-staten waren gesloten. Deze selectiemethode was bedoeld om de problemen die zich voordeden bij de uitvoering van de werken goed te analyseren teneinde bij te dragen tot een oplossing.

De onderzochte werken dragen vooral bij tot de uitvoering van nationale of regionale sectorspecifieke strategieën die door de gezamenlijke geldschieters worden ondersteund.

De tekortkomingen en fouten in de ontwerp- of uitvoeringsstudies zijn de oorzaak van veel van de geconstateerde problemen met de uitvoering. Door het ontbreken van kwaliteitscontrole van deze studies worden te veel overeenkomsten op deels verkeerde of onrealistische bestekken gebaseerd. Hierdoor doen zich tijdens de uitvoering wijzigingen voor die doorwerken in de omvang, de aard, de duur en de prijzen van de werken. Vaak worden de nodige wijzigingen niet voldoende rigoureus vastgesteld of vastgelegd. De geschillen en bezwaarschriften die gepaard gaan met de uitvoering, zijn daardoor nog moeilijker te voorkomen en binnen de perken te houden.

De strategie van het inschakelen van technische bijstand die het uitvoeringsmechanisme kan versterken, is niet altijd afgestemd op de behoeften. Door de ontoereikende controle over de verschillen tussen de overeenkomsten en de bereikte resultaten kunnen de bedrijven zich in sommige gevallen onttrekken aan hun verantwoordelijkheden, of de voorwaarden veronachtzamen die gelden voor de mededinging van inschrijvers.

Het uitvoeringsmechanisme dat is opgezet om normale situaties te regelen, blijkt in dergelijke gevallen niet te voldoen. De tekortkomingen die op deze verschillende gebieden zijn vastgesteld, werken regelmatig te sterk door in de kosten van de werkzaamheden, en soms zelfs in de duurzaamheid ervan.

Tal van aangetroffen problemen met de uitvoering steken in verschillende overeenkomsten en landen steeds weer de kop op. Toch leidt de opgedane ervaring niet tot verwerving van een zodanige sectorspecifieke deskundigheid dat deze alle uit het EOF gefinancierde overeenkomsten voor werken ten goede komt, waardoor de bijdrage van de centrale diensten van de Commissie deels aan toegevoegde waarde inboet.

Het zou wenselijk zijn dat de Europese Unie en de ACS-staten de uitvoering van deze overeenkomsten van werken beter in de hand houden, en met name de vastgestelde discrepanties tussen de contracten en de feitelijke uitvoering ervan te verkleinen. De Commissie dient de steun te versterken die zij de ACS-staten biedt in de fasen van het opstellen van de overeenkomsten en de follow-up van de uitvoering ervan.

Hiertoe beveelt de Rekenkamer aan dat de Commissie: nauwlettender toezicht houdt op de studies die voorafgaan aan de overeenkomsten, in deze fase een effectieve kwaliteitscontrole instelt en meer verantwoordelijkheid toekent aan de ontwerpbureaus;
meer belang hecht aan de verantwoording, en de consequenties voor de kosten en de kwaliteit van de werken, van de tijdens de uitvoering van de werken aangebrachte wijzigingen, en aan het achterhalen en snel behandelen van de problemen met de uitvoering en van de bezwaarschriften;
haar diensten reorganiseert om de delegaties en de ACS-staten ondersteuning en sectorspecifieke deskundigheid te bieden die beantwoorden aan de beheersverantwoordelijkheden die zij in het kader van de deconcentratie overdraagt aan de delegaties.

In haar antwoorden onderschrijft de Commissie de meeste bevindingen en aanbevelingen van de Rekenkamer, maar wijst zij erop dat de Rekenkamer het grote economische nut van de tot stand gebrachte infrastructuren niet ter discussie stelt en dat zij van haar kant sinds het begin van de jaren 2000 een reeks maatregelen heeft getroffen in de zin van de aanbevelingen van de Rekenkamer.

speciaal verslag nr. 8/2003 :
http://www.eca.eu.int/NL/RS/2003/rs08_03nl.pdf

(1)
Dit persbericht wil slechts een samenvatting geven. Het door de Rekenkamer vastgestelde speciaal verslag is beschikbaar op de internetsite ( HYPERLINK http://www.eca.eu.int http://www.eca.eu.int) en zal binnenkort in het Publicatieblad van de Europese Unie^, serie C, verschijnen.