Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Van Heteren over versterving, terminale se-
datie en de Euthanasiewet (2020314050).
1.
Bent u op de hoogte van het artikel1 in het OM blad Opportuun van de voorzitter van het
College van Procureurs-Generaal, de heer De Wijkerslooth, waarin het voorstel wordt ge-
daan om versterving en terminale sedatie onder het bereik van de Euthanasiewet te bren-
gen?
1.
Ja.
2.
Is over dit artikel vóór publicatie tussen auteur en u overleg geweest?
2.
Nee.
3.
Wat is uw visie op de voorstellen van de heer De Wijkerslooth met betrekking tot oprekking
van het bereik van de Euthanasiewet tot versterving en terminale sedatie?
3.
Terminale sedatie en versterving worden in de publicaties naar aanleiding van de uitspraken
van de voorzitter van het College van Procureurs Generaal door elkaar gehaald, dan wel op
een geleide schaal geplaatst. Zowel juridisch als medisch moet een duidelijk onderscheid
worden gemaakt. Wat versterving betreft verwijs ik u naar mijn standpunt `kunstmatige
toediening vocht en voedsel' dat ik u binnen enkele weken zal toezenden. Over terminale
sedatie wordt in het rapport van de begeleidingscommissie van het onderzoek naar Medi-
sche besluitvorming aan het einde van het leven door Van der Wal en Van der Maas dat ik
op 27 mei van dit jaar aan de Tweede Kamer heb gezonden een aparte passage besteed. In
het standpunt op het rapport van dit onderzoek zullen de Minister van Justitie en ik hier
nader op ingaan.
Het betreft gevoelige problematiek, waarbij in ieder geval grote zorgvuldigheid dient te wor-
den betracht. Het Openbaar Ministerie ziet zich bij toetsing van het handelen van artsen
gebonden aan de Wet Toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding.
1 De Volkskrant, 26 juni jl.
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport