Politie Midden- en West Brabant

Uitslag Politiemonitor 2003

Tilburg, 4 juli 2003

In opdracht van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie is voor de zesde achtereenvolgende keer het landelijk onderzoek Politiemonitor Bevolking uitgevoerd. Deze meting die elke twee jaar wordt gehouden startte voor het eerst in 1993. Voor het onderzoek dat in de regio Midden en West Brabant werd uitgevoerd in de maand februari 2003 werden meer dan 10.000 mensen geçnqueteerd. Het onderzoek werd telefonisch uitgevoerd door bureau Intomart waarbij in elke politieregio tenminste 1000 mensen werden gevraagd mee te werken.
De hoofdonderwerpen waarop de inwoners van Midden en West Brabant werden bevraagd zijn: buurtproblemen, onveiligheidsgevoelens, slachtofferschap, oordeel over de politie en genomen preventiemaatregelen.

Voorafgaand aan het onderzoek in de regio Midden en West Brabant kregen alle uitgeselecteerde inwoners (die overigens a-select zijn gekozen) een brief van de korpschef waarin werd uitgelegd door wie zij gebeld konden worden en welke vragen er gesteld konden worden. De medewerking van de inwoners gebeurde op basis van vrijwilligheid.

Leeswijzer
Voor een goed begrip van de cijfers (de bijgevoegde factsheet) is het belangrijk het volgende te melden. Sommige hoofdonderwerpen worden benoemd als indicator en ander worden uitgedrukt in procenten. Het vraagt dus een nauwlettend en zorgvuldig lezen van de getallen en de cijfers. Daarnaast geldt voor elke indicator en elk percentage dat er sprake is van een betrouwbaarheidsmarge. Door bureau Intomart is bij elke vergelijking bepaald of sprake is van een zogenaamd statistisch significant verschil of niet. In de factsheet zelf is dat niet te zien. Meer concreet betekent dit dat de waardes in de factsheet kunnen stijgen of dalen zonder dat sprake is van een significant (=echt) verschil. Voor de duidelijkheid: in de tekst hierna wordt als er sprake is van stijging of daling alleen over significante stijgingen of dalingen gesproken.

Resultaten

Voor de regio Midden en West Brabant vallen de volgende resultaten op.


1. Buurtproblemen
Burgers ervaren een toename van verkeersoverlast, dreiging en verloedering. Met name te hard rijden en agressief verkeersgedrag zijn delicten die volgens burgers veel voorkomen. Ook vindt een groter deel van de burgers dat drugsoverlast vaak voorkomt.


2. Onveiligheidsgevoelens
Het aantal burgers dat zich vaak" onveilig voelt is gedaald. Dit cijfer daalt sinds 1999 en is in 10 jaar tijd nog nooit zo laag geweest. Bijna 29,6% van de burgers voelt zich "wel eens" onveilig. Dit is een stijging ten opzichte van 2001. Inwoners voelen zich het vaakst onveilig door rondhangende jongeren. Overigens is het vermijden van onveilige plekken sinds 1999 afgenomen. De totaalbeleving van onveiligheid in de regio is niet veranderd ten opzichte van 2001.


3. Slachtofferschap
De resultaten van deze categorie geven geen opmerkelijke verschillen met de vorige meting in de regio. Wel is fietsdiefstal gedaald en is het aantal inwoners dat slachtoffer is geworden van doorrijden na aanrijding toegenomen.


4. Politie en slachtoffer
De regionale aangifte- en meldingsbereidheid zijn in 2003 niet wezenlijk veranderd ten opzichte van 2001. Wel is de meldingsbereidheid van de burger in MWB in 2003 hoger dan het landelijk gemiddelde.


5. Politie en burgers
Zes van de tien inwoners van de regio zijn tevreden over het laatste contact met de politie (59,6%). Dit is een daling ten opzichte van 2001. Ten opzichte van de tussenmeting in het afgelopen jaar (56,3%) is de tevredenheid echter enigszins verbeterd.


6. Politie in woonbuurt
De inwoners ervaren de beschikbaarheid, het optreden en het functioneren van de politie in 2003 minder dan in 2001. De politie is in 2003 wel meer zichtbaar geworden dan in 2001. De wens van de inwoners is om de politie nog meer te zien.


7. Preventie
In MWB blijft de burger vanaf 1999 in gelijke mate investeren in preventiemaatregelen ter beveiliging van zijn woning. In de regio MWB wordt gemiddeld meer inbraakpreventie toegepast dan landelijk het geval is.