Politie Gelderland-Zuid



Politiemonitor laat positief beeld over politie zien


De Politiemonitor 2003 laat voor de regio Gelderland-Zuid op een groot aantal terreinen een positief beeld zien, zowel in vergelijking met 2001 als in vergelijking met de resultaten in de rest van het land. De resultaten laten zien dat de keuze voor gebiedsgebonden werken, die enkele jaren geleden gemaakt is, zijn vruchten begint af te werpen. Zo worden er minder buurtproblemen ervaren dan bij de vorige meting (in 2001), met name wat betreft woninginbraken. Men voelt zich duidelijk veiliger in onze regio. Men is minder vaak slachtoffer van delicten, in het bijzonder van woninginbraken en autocriminaliteit. De beschikbaarheid en zichtbaarheid van de politie wordt als beter ervaren dan twee jaar geleden. En men is meer tevreden over het handhavend optreden van de politie.
De onderzoeksresultaten geven impliciet aan dat ook de inwoners van onze regio de lijn ondersteunen die in het nieuwe Visiedocument is aangegeven: de politie gaat zich meer toeleggen op haar kerntaak veiligheid, strenger optreden en strakker toezicht houden. De jongste Politiemonitor lijkt aan te geven dat het, wat de ondervraagden betreft, allemaal nog wat strenger mag.

Sinds 1993 wordt in Nederland elke twee jaar, in opdracht van de beide politieministeries (Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) in alle politieregio's een bevolkingsonderzoek uitgevoerd naar criminaliteit, onveiligheid, preventiegedrag van burgers en kwaliteit van het optreden van de politie.
'Versie 2003' van de Politiemonitor vond plaats in de periode januari tot maart 2003. Hierbij zijn 1.664 inwoners van 15 jaar en ouder in de regio Gelderland-Zuid telefonisch ondervraagd.
De steekproef voor het onderzoek is getrokken uit het telefoonregister van KPN Telecom.
Met het oog op een optimale respons zijn vooraf aankondigingsbrieven verstuurd, op briefpapier van de politie en ondertekend door de korpschef. Deze maatregel blijkt effectief te zijn, zeker nu mensen in Nederland steeds minder bereid blijken om deel te nemen aan telefonische enquêtes. De respons in de regio Gelderland-Zuid in 2003 was relatief hoog (77%), vergelijkbaar met 2001 maar aanzienlijk hoger dan bij de metingen in de negentiger jaren (ca. 65%). Landelijk bedroeg de respons 72%.

Resultaten 2003
Hieronder worden de resultaten in onze regio toegelicht. De resultaten worden vergeleken met uitkomsten van voorgaande versies van de Politiemonitor en met landelijke ontwikkelingen.
De gegevens worden gepresenteerd op zeven onderdelen:
Buurtproblemen 5. Politie en burgers
Onveiligheidsgevoelens 6. Politie in woonbuurt
Slachtofferschap 7. Preventie.
Politie en slachtoffer

Buurtproblemen

Om de probleemgevoeligheid van de woonbuurt in beeld te brengen, is de geïnterviewde personen de vraag voorgelegd in welke mate - naar hun idee - bepaalde problemen in de buurt voorkomen. Gevraagd is naar een viertal soorten buurtproblemen:
vermogensdelicten - verkeersoverlast
verloedering - dreiging.
Dit leverde de volgende resultaten op.

vermogensdelicten (vernieling aan auto's, diefstal vanaf auto's, woninginbraak, fietsdiefstal en diefstal uit auto's)
In de regio Gelderland-Zuid worden vermogensdelicten (in het bijzonder woninginbraken) steeds minder als buurtprobleem ervaren (2001: 4,3; 2003: 4,1). Ook landelijk is dit het geval. De regio bevindt zich in 2003 precies op het landelijk gemiddelde (4,1).
verkeersoverlast (geluidsoverlast verkeer, aanrijdingen, te hard rijden, agressief verkeersgedrag)
Verkeersoverlast wordt sinds 1997 geleidelijk minder als buurtprobleem ervaren. Ten opzichte van 2001 heeft zich zowel landelijk als regionaal geen wijziging voorgedaan. Gelderland-Zuid (score 4,3) verschilt nauwelijks van het landelijk beeld (4,4).
dreiging (dronken mensen op straat, bedreiging, geweldsdelicten, lastig worden gevallen op straat en drugsoverlast)
Het gevoel van dreiging is in de regio ten opzichte van 2001 niet veranderd (2,0). Dit gevoel is wel kleiner dan gemiddeld in Nederland (2,3); in de regio voelt men zich met name minder bedreigd door dronkenschap en geweldsdelicten.
verloedering (overlast door omwonenden of door groepen jongeren, vernieling van straatmeubilair, hondenpoep, rommel op straat, bekladding van muren, geluidsoverlast niet door verkeer)
Als buurtprobleem vormt verloedering al jaren een constante factor. Op regionaal niveau heeft zich hierin in 2003 nagenoeg geen wijziging voorgedaan, landelijk zelfs helemaal niet (beide 4,0).

Vermogensdelicten, verkeersoverlast en verloedering worden in bijna gelijke mate als problemen ervaren. Problemen op het vlak van 'dreiging' komen in veel mindere mate voor.

Onveiligheidsgevoelens

In de interviews is gevraagd of men zich wel eens onveilig voelt (en zo ja, in welke mate).
Vergeleken met 2001 voelt men zich in onze regio beduidend veiliger. In 2001 voelde 27,0% zich 'wel eens' onveilig; voor 5,8% was dit 'vaak' het geval. In 2003 geldt dit voor 25,0% resp. 3,9%.
Regio Gelderland-Zuid scoort op dit punt belangrijk beter dan Nederland als geheel. Landelijk bedraagt het gemiddelde 27,7% ('wel eens onveilig') resp. 5,0% ('vaak').
De belangrijkste onveiligheidsgevoelens hebben betrekking op groepen rondhangende jongeren.

Slachtofferschap

Naast subjectieve beleving van problemen in de buurt en onveiligheidsgevoelens is in de Politiemonitor ook gevraagd naar feitelijk slachtofferschap. Slachtofferschap is in beeld gebracht met betrekking tot de volgende delicten:

(poging tot) inbraak in woningen
Bij 4,9% van de woningen in Gelderland-Zuid is een inbraak gepleegd (dan wel een poging daartoe gedaan). Dit is beduidend minder dan in 2001 (6,7%). Daarmee is de regio op gelijke voet gekomen met het landelijke cijfer dat er de laatste jaren voortdurend gunstiger uitzag.
autocriminaliteit
Bij autocriminaliteit gaat het om diefstal van, diefstal uit en vernielingen aan auto's. Vernielingen aan auto's komen nog relatief vaak voor (20 per 100 auto's). In 2001 waren dit er zelfs nog 28. Het gemiddelde in het land ligt thans op 24.
In 2001 werden in Gelderland-Zuid 1,5 per 100 auto's gestolen; in 2003 is dit gedaald tot 0,4. Diefstal uit of vanaf auto's vindt plaats bij 8 van de 100 auto's (landelijk: 7); ten opzichte van 2001 vertoont het regionale en het landelijke cijfer weinig verschil.
Met betrekking tot autocriminaliteit in zijn totaliteit is al met al in 2003 in onze regio een forse daling waarneembaar: in 2001 was nog 37,2 % van de auto's betrokken bij deze vormen van criminaliteit; in 2003 is dit 28,3%.
Sinds het bestaan van de Politiemonitor (1993) is dit percentage in Gelderland-Zuid nog nooit zo laag geweest. Met dit gunstige cijfer steekt de regio positief af tegen het landelijk gemiddelde (31,9%).

fietsdiefstal
Van elke 100 fietsen worden er in Gelderland-Zuid 6 gestolen. Dat was ook al het geval in 2001; in 1999 en 1997 waren dit er nog bijna 7. Ook landelijk is een daling zichtbaar, zij het een sterkere dan in onze regio. Op dit moment is het gemiddelde in Nederland 5,2.
bedreiging met geweld
Het percentage personen dat slachtoffer is geworden van bedreiging met geweld neemt in het land geleidelijk toe: van 4,4% (1993) via bijna 5% in 1997, tot een gemiddelde van 5,9% in 2003.
Gelderland-Zuid laat in de loop van de jaren een wat schommelend beeld zien, rond de 5%. In 2003 laat de regio een iets gunstiger beeld zien dan het landelijk gemiddelde.
overige
Van de overige vormen van slachtofferschap komen aanrijding (zonder doorrijden), overige vernieling en diefstal (zonder geweld) het meest voor; het betreft hier overigens lage percentages. Van deze overige delicten zijn in 2003 minder mensen slachtoffer geworden dan in 2001. Landelijk is een zelfde beeld te zien.

Politie en slachtoffer

Aan alle slachtoffers van delicten is gevraagd of men dit delict ook bij de politie heeft gemeld, en zo ja of het ook tot een daadwerkelijke aangifte is gekomen.
Het meldings- en aangiftegedrag van burgers wordt in beeld gebracht voor een vijftal delictgroepen, te weten fietsdiefstal, autocriminaliteit, inbraak(poging), verkeersdelicten en geweldsdelicten.

Voor alle delictgroepen samen is de meldingsbereidheid in onze regio 40,4%. Ten opzichte van voorgaande jaren betekent dit geen verandering. Gelderland-Zuid wijkt hierin ook niet af van het landelijke gemiddelde.
De gemiddelde aangiftebereidheid van alle delicten bedraagt in de regio 34%. Ook dit wijkt niet af van voorgaande jaren en ook hier zit Gelderland-Zuid op het landelijk gemiddelde.

Gevraagd naar een oordeel over het politieoptreden bij het doen van aangifte (van een misdrijf) geeft 46% van de ondervraagde slachtoffers aan hierover tevreden te zijn. Dit is een daling ten opzichte van 2001 (56%). In Gelderland-Zuid is men in 2003 minder tevreden dan in het land als geheel (regio: 46%; landelijk: 55%).

Politie en burgers

Contactpercentage
In het jaar voorafgaande aan het onderzoek heeft 36,5% van de bewoners van Gelderland-Zuid eenmaal of vaker contact gehad met de politie in hun woonbuurt. Dit contact kan betrekking hebben op het doen van een aangifte of melding, op handhavingsactiviteiten door de politie (bv. tijdens bekeuring) of op 'overige contacten' (bv. bij een Open Dag, vergunningaanvragen en hulpvragen).
De meeste contacten hebben betrekking op aangifte/melding (58%); 31% betreft overige contacten en 11% handhaving.

Tevredenheid over het optreden van de politie bij het laatste contact
Het percentage inwoners van Gelderland-Zuid dat (zeer) tevreden is over het laatste contact dat zij met de politie hadden, is gelijk gebleven ten opzichte van 2001 (62%).
De gemiddelde Nederlander is jarenlang meer tevreden geweest dan de inwoner van Gelderland-Zuid maar dit verschil is momenteel zo goed als verdwenen. In de regio is de tevredenheid over de handhaving zeer sterk toegenomen (van 55 naar 84%; landelijk is dit 63%); als het om aangifte of melding gaat, is de tevredenheid veel geringer (regio: 50%; landelijk: 58%).

Politie in woonbuurt

Met behulp van een aantal uitspraken wordt het oordeel gemeten over een viertal aspecten van het politiewerk, te weten beschikbaarheid, zichtbaarheid, optreden en functioneren.

Totale functioneren in de buurt
Over het totale functioneren van de politie in de buurt is 52% van de inwoners van de regio tevreden. Dit wijkt niet af van het resultaat in 2001, noch van het gemiddelde in het land.

Beschikbaarheid
Het oordeel over de beschikbaarheid van de politie in de woonbuurt is gebaseerd op de volgende vijf uitspraken:
"je ziet de politie te weinig in de buurt"
"de politie heeft te weinig tijd voor allerlei zaken"
"ze zijn hier te weinig aanspreekbaar"
"ze komen te weinig uit de auto"
"ze komen niet snel als je ze roept".
De laatste jaren geeft de score die als indicator voor dit oordeel wordt gebruikt, in de regio Gelderland-Zuid een langzame stijging te zien (van 3,9 naar 4,3). In onze regio oordelen inwoners dus geleidelijk positiever over de beschikbaarheid van de politie (dit houdt, met andere woorden, in dat ze het vaker oneens zijn met een of meer van bovenstaande uitspraken).
De regioscore wijkt niet af van het gemiddelde in Nederland.

Zichtbaarheid
In de Politiemonitor Bevolking wordt 'zichtbaarheid van de politie in de woonbuurt' afgemeten aan het percentage inwoners dat zegt dat ze de politie minder dan één keer per week in de eigen straat zien. In Gelderland-Zuid is dat percentage 66 (landelijk: 63%). Op dit punt heeft de regio de laatste jaren altijd slechter gescoord dan Nederland als geheel, maar sinds 2003 oordeelt men positiever over de zichtbaarheid van de politie in Gelderland-Zuid.

Optreden van de politie
Het oordeel over het optreden van de politie in de woonbuurt is gemeten aan de hand van het volgende drietal uitspraken:
"de politie treedt niet hard genoeg op"
"ze bekeuren hier te weinig"
"ze grijpen niet in".
De schaalscore waarin het oordeel wordt uitgedrukt, bedraagt 5,6 voor Gelderland-Zuid. Dit verschilt niet significant van het oordeel in 2001 (5,8) noch van het landelijk gemiddelde.

Functioneren van de politie in de woonbuurt
Hier zijn 5 uitspraken gebruikt om het oordeel te meten:
"de politie doet haar best"
"de politie reageert op problemen"
"de politie biedt bescherming"
"de politie pakt de zaken efficiënt aan"
"de politie heeft contact met de bewoners".
In de regio Gelderland-Zuid is men even positief (5,8) over het functioneren van de politie als in de rest van het land (5,9). In vergelijking met 2001 laten deze scores geen verschillen zien.

Preventie

In het laatste vragenblok is aan alle inwoners gevraagd of zij één of meer van de volgende maatregelen hebben getroffen ter voorkoming van woninginbraak:
inbraakalarm,
extra hang- en sluitwerk,
bij afwezigheid licht laten branden,
extra buitenverlichting.
In het algemeen blijken inwoners van Gelderland-Zuid de laatste jaren vaker inbraakpreventieve maatregelen te nemen dan de gemiddelde Nederlander. Het percentage huizen dat is voorzien van extra buitenverlichting (79%) en inbraakalarm (10%) ligt in Gelderland-Zuid hoger dan in Nederland als geheel (70 resp. 9%).
Vanaf 1999 is de totale preventiescore voor de regio stabiel op een waarde van 6,0. Diezelfde stabiliteit doet zich voor bij het landelijk gemiddelde (5,7).

Aanvullende regiovragen

Ook deze keer is de mogelijkheid benut om in het kader van de Politiemonitor enkele regiospecifieke vragen te stellen. Een van deze vragen betreft het gebruik van Internet. Binnenkort start de regio Gelderland-Zuid met een eigen website op het internet. Gevraagd is wat mensen belangrijke informatie op zo'n site vinden. Een andere vraag heeft de bedoeling bij de ondervraagden het imago van het korps te meten.
In de thans beschikbare regionale versie van het onderzoeksrapport zijn nog geen resultaten met betrekking tot deze vragen vermeld. Dit zal plaatsvinden bij oplevering van de districtelijke versies van de Politiemonitor, naar verwachting over enkele weken.

Tot slot

Naast een aantal positieve punten - die de politie als steun in de rug ziet bij het voortzetten van haar beleid van voortdurende verbetering - bieden de resultaten van deze Politiemonitor ook enkele belangrijke aanknopingspunten voor gerichte verbeteracties:
De dalende tevredenheid van inwoners van Gelderland-Zuid over het optreden van de politie bij het doen van aangifte is een belangrijk aandachtspunt. Op dit moment zijn er ontwikkelingen in de wijze waarop mensen in onze regio aangifte kunnen doen. In district Tweestromenland loopt een proef met aangifte op afspraak, die momenteel geëvalueerd wordt. Verder zal het vanaf eind 2004 mogelijk zijn om voor een aantal delicten aangifte via Internet te gaan doen.
Tot slot zal het korps een nadere analyse maken van de oorzaak van de dalende tevredenheid bij het doen van aangifte. De resultaten hiervan worden meegenomen in toekomstig beleid.

Twee andere punten zijn ook vermeldenswaard: de beschikbaarheid van de politie wordt beter gewaardeerd (4,3 t.o.v. 3,9) en de tevredenheid over het laatste contact is stabiel gebleven (62%)
In het onlangs afgesloten Regionaal Convenant zijn over deze twee onderwerpen duidelijke afspraken gemaakt: in 2006 moeten deze cijfers resp. 4,5 en 66,2% zijn.


Nijmegen, 4 juli 2003



Voor algemene informatie over bovenstaand persbericht kunt u terecht bij

Jack Broeksteeg, afd. Communicatie

Politie Gelderland-Zuid
tel. 024 - 327.6003

Voor onderzoekstechnische informatie over cijfers, resultaten e.d. bij
drs. Nic Bakker
afd. Managementondersteuning
Politie Gelderland-Zuid
tel. 024 - 327.6037




Postbus 9109
6500 HL Nijmegen
Telefoon (024) 327 60 05
Fax (024) 327 63 39 ---- --



Postbus 9109
6500 HL Nijmegen
Telefoon (024) 327 60 05
Fax (024) 327 63 39



Cijfers Politiemonitor 2003 nu ook per district bekend

De resultaten van de Politiemonitor, die in juli al voor de gehele regio Gelderland-Zuid bekend werden, zijn nu ook uitgesplitst naar de drie districten Stad Nijmegen, Tweestromenland en De Waarden. Er zijn 1664 mensen, verspreid over de gehele regio, ondervraagd. De regionale resultaten zijn goed te noemen. Ze laten zien dat de keuze voor gebiedsgebonden werken, die enkele jaren geleden gemaakt is, zijn vruchten begint af te werpen. Zo worden er minder buurtproblemen ervaren dan bij de vorige meting (in 2001), met name wat betreft woninginbraken. Men voelt zich duidelijk veiliger in onze regio. Men is minder vaak slachtoffer van delicten, in het bijzonder van woninginbraken en autocriminaliteit. De beschikbaarheid en zichtbaarheid van de politie wordt als beter ervaren dan twee jaar geleden. En men is meer tevreden over het handhavend optreden van de politie.
De onderzoeksresultaten geven impliciet aan dat ook de inwoners van onze regio de lijn ondersteunen die in het nieuwe Visiedocument is aangegeven: de politie gaat zich meer toeleggen op haar kerntaak veiligheid, strenger optreden en strakker toezicht houden. De jongste Politiemonitor lijkt aan te geven dat het, wat de ondervraagden betreft, allemaal nog wat strenger mag.
De uitsplitsing naar de drie districten laat zien dat er verschillen zijn tussen de problematiek in een grote stad (Nijmegen) en minder stedelijke gebieden (Tweestromenland en De Waarden)


Er zijn op zeven onderdelen gegevens beschikbaar:
1-buurtproblemen, 5-contact tussen politie en burger
2-onveiligheidsgevoelens, 6 -politie in woonbuurt
3-het slachtofferschap, 7-preventie.
4-melding en aangifte van misdrijven,

Daarnaast zijn er in onze regio extra vragen gesteld over preventie m.b.t. auto en fiets, beeld van de politie en gewenste informatie op website. Hieronder worden de resultaten van alle onderdelen toegelicht.

1-Buurtproblemen
Bij het item buurtproblemen wordt onderscheid gemaakt tussen vermogensdelicten, verkeersoverlast, dreiging en verloedering. De geënquêteerde personen is gevraagd in welke mate zij vinden dat deze 4 problemen in hun buurt voorkomen. Ten opzichte van zowel 2001 als ten opzichte van het landelijk beeld zijn er geen grote verschillen, alleen dreiging ligt hier lager dan in de rest van het land.

a-vermogensdelicten
In het district Stad Nijmegen(4,9%) hebben meer inwoners het gevoel dat vermogensdelicten in de buurt voorkomen dan de inwoners in de districten De Waarden(3,8%) en Tweestromenland(3,7%)


b-verkeersoverlast

Tussen de districten zijn geen grote verschillen waarneembaar. Wel is regiobreed een licht dalende trend waarneembaar, waarbij met name het beeld over 'komt vaak voor' ten aanzien van aanrijdingen en agressief gedrag er positief uitspringt. De helft van de inwoners ziet te hard rijden als probleem.


c-dreiging

In het district Stad Nijmegen(2,4%) hebben meer inwoners het gevoel dat dreiging in de buurt voorkomt dan de inwoners in de districten De Waarden(1,8%) en Tweestromenland(1,8%). Dronken mensen op straat en drugsoverlast worden naar verhouding regiobreed het meest vermeld.

d-verloedering
In het district Stad Nijmegen(4,6%) hebben meer inwoners het gevoel dat verloedering in de buurt voorkomt dan de inwoners in de districten De Waarden(3,8%) en Tweestromenland(3,6%). Regiobreed ziet bijna de helft van de inwoners hondenpoep als veelvoorkomend buurtprobleem.


2-Onveiligheidsgevoelens

In de interviews is gevraagd of men zich wel eens onveilig voelt (en zo ja, in welke mate).
Vergeleken met 2001 voelt men zich in onze regio beduidend veiliger. In 2001 voelde 27,0% zich 'wel eens' onveilig; voor 5,8% was dit 'vaak' het geval. In 2003 geldt dit voor 25,0% resp. 3,9%.
Regio Gelderland-Zuid scoort op dit punt belangrijk beter dan Nederland als geheel. Landelijk bedraagt het gemiddelde 27,7% ('wel eens onveilig') resp. 5,0% ('vaak'). Tussen de districten bestaan geen significante verschillen.
De belangrijkste onveiligheidsgevoelens hebben betrekking op groepen rondhangende jongeren.



3-Slachtofferschap

Hierbij zijn vragen gesteld naar feitelijk slachtofferschap. Het ging hier om de volgende delicten
(poging tot) inbraak.
In 4,9% van de woningen is regiobreed ingebroken (was in 2001 nog 6,7%). Per district liggen de cijfers als volgt: SNM 7,5%, DWD 4,4% en TSL 2%. Hier valt weer de grootstedelijke problematiek op, terwijl het cijfer in TSL als erg laag mag worden aangemerkt.
autocriminaliteit
Hier gaat het om diefstal van, diefstal uit en vernieling aan auto's. Het totaal van dit cijfer geeft regiobaal een sterke daling te zien ten opzichte van 2001: 37,2% toen tegen 28,3% nu. Per district zijn de cijfers: SNM 46%, DWD 22% en TSL 20%. Ook hier is weer een sterk verschil te constateren tussen een grote stad en een minder verstedelijkt gebied.
fietsdiefstal.
Ook hier is regionaal een dalende trend zichtbaar, 6% t.o.v. 7 in 2001. Per district zijn de cijfers als volgt: SNM 12%, DWD 3,5% en TSL 3,3%.


4-Melding en aangifte van misdrijven

Zowel de meldingsbereidheid en aangiftebereidheid van delicten blijven vrij stabiel en zijn in 2003 respectievelijk 40 procent en 34 procent. Ook districten wijken onderling niet veel van elkaar af. Een marginaal verschil bij beide items waarbij het district Stad Nijmegen het gemiddelde vormt (resp. 40% en 33%), het district Tweestromenland daarboven scoort (resp. 44% en 39%) en het district De Waarden eronder (resp. 37% en 30%).
De tevredenheid over het politieoptreden bij het doen van aangifte van een misdrijf ligt regionaal op 46%. Geen van de districten wijkt significant van dit cijfer af.
Regiobreed gezien de meest aangehaalde redenen om wel aangifte te doen zijn: nodig voor verzekering en de dader moet gepakt worden. De belangrijkste opgegeven redenen om geen aangifte te doen zijn: het helpt toch niet en voorval is niet belangrijk.


5-Contact tussen politie en burgers

Het betreft hier alle contacten tussen politie en burger. Van het doen van aangifte, tot het vragen van hulp bij burenruzie. Een onderscheid is gemaakt tussen tevredenheid bij contact bij "handhaving", bij "aangifte/melding" en bij "overige". Bij "handhaving" en "overige" zijn geen significante verschillen te zien. Gelderland-Zuid scoort hier erg hoog ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Er is een stijging ten opzichte van 2001van 55% naar 84% bij dit onderdeel. (landelijk: 63%) Bij "aangifte/melding" blijkt dat de tevredenheid over het laatste contact regionaal 50% is. In het district Stad Nijmegen (34%) is de tevredenheid beduidend lager is dan in het district De Waarden (62%) en Tweestromenland (60%). De oorzaak van dit verschil zal nader onderzocht worden.


6-Politie in de woonbuurt

Met behulp van een aantal uitspraken wordt het oordeel gemeten over een viertal aspecten van het politiewerk, te weten beschikbaarheid, zichtbaarheid, optreden en functioneren. Regiobreed zijn inwoners van mening dat de politie haar best doet(60%) en reageert op problemen(53%). De cijfers zijn ongeveer gelijk met die van 2001 en met het landelijk beeld.

7-Preventie
Hier is onderzocht is in welke mate de inwoners zelf actie hebben ondernomen. De vragen zijn gesteld inzake inbraakalarm, extra hang- en sluitwerk, lichten laten branden en extra buitenverlichting. Ten opzichte van 2001 zijn geen grote verschillen waarneembaar. Ook tussen de districten zijn geen grote verschillen. De scores liggen wel hoger dan het landelijk gemiddelde.
De totaalscore over deze 4 vragen laat zien dat in het district Stad Nijmegen minder inbraakpreventiemaatregelen worden genomen dan in de districten De Waarden en Tweestromenland. Regiobreed gezien neemt het aantal genomen preventieve maatregelen door burgers iets toe. Met name de preventieve maatregel 'extra buitenverlichting' is in 79% van de woningen uitgevoerd.

8-Regionale vragen
Ten opzichte van de landelijke vraagstelling zijn in de regio Gelderland-Zuid extra vragen gesteld. Zoals eerder vermeld is om die reden het aantal geënquêteerden verhoogd.. De extra vragen gaan over -preventiemaatregelen met betrekking tot fiets en auto, het geven van een rapportcijfer aan de politie en gewenste informatie op een politiewebsite.

a-stalling fiets en auto
De vraagstelling valt in twee delen uiteen en handelt over preventie maatregelen fiets en auto.

fiets Stalling fiets - verhoudingsgewijs zetten fietsbezitters in Stad Nijmegen hun fiets vaker binnenshuis (14%) en minder in schuur of garage(69%) dan in de districten De Waarden (resp. 7% en 83%) en Tweestromenland (resp. 5% en 85%).

Vermijdingsgedrag met betrekking tot fiets - de fietsbezitters in de Stad Nijmegen gaan vaker niet met de fiets naar het centrum uit angst voor diefstal(20%) en als ze toch gaan zetten ze hun fiets vaker vast met een beugelslot of ketting(78%) en maken vaker gebruik van de fietsenstalling(69%) dan in de districten De Waarden (resp. 5%, 39%, 15%) en Tweestromenland (resp.10%, 46% en 25%) Duidelijk is hier weer het verschil tussen stad en 'platteland' te zien

auto Parkeren auto - een hoger percentage autobezitters in de Stad Nijmegen parkeert de auto minder in de garage(14%) en vaker elders in de buurt(13%) dan in de districten De Waarden (resp. 23% en 8%) en Tweestromenland (resp.23% en 3%).
Vermijdingsgedrag met betrekking tot auto bij huis - een groter deel van de autobezitters in Stad Nijmegen haalt de radio uit de auto(57%) dan autobezitters in de districten De Waarden(39%) en Tweestromenland (35%).

Vermijdingsgedrag met betrekking tot auto in centrum - autobezitters in het district Stad Nijmegen (32%) vermijden het centrum met de auto vaker dan autobezitters in de districten De Waarden(19%) en Tweestromenland (9%). Een aanzienlijk groter deel in het district Stad Nijmegen (59%) plaatst de auto bij een bezoek aan het centrum in een parkeergarage dan in de districten De Waarden (20%) en Tweestromenland (27%).

b-beeld van de politie
De inwoners is gevraagd welk rapportcijfer zij in de regio in het algemeen en in de politie in de woonbuurt in het bijzonder geven. Het beeld van de politie in de woonbuurt wijkt in de districten onderling weinig af (gemiddeld 6,9). Het beeld van de regio als geheel wordt nog hoger beoordeeld namelijk 7,3.


c--informatie op de website

De politie Gelderland-Zuid is bezig met het ontwikkelen van een website. De ondervraagden is een aantal items voorgelegd waarbij gevraagd is of deze op een website zouden moeten voorkomen. Tussen de districten waren geen significante verschillen. Regiobreed vond men de onderdelen: waar is de politie bereikbaar(73%), hoe is de politie bereikbaar(71%) en mogelijkheid om aangifte te doen (66%) het belangrijkst. Daarnaast werden genoemd de wens tot preventieadviezen(62%), Opsporingsberichten(57%), Nieuws over de Politie Gelderland-Zuid (55%) en werken bij de politie (35%).
Deze resultaten zullen bij de ontwikkeling van de website betrokken worden


Tot slot

De cijfers van de politiemonitor zijn voor Gelderland-Zuid over het algemeen positief. De bestaande verschillen tussen Stad Nijmegen en de andere districten (of grotestadsproblematiek versus minder stedelijk gebied) zijn ten opzichte van vorige metingen gebleven.
De komende maanden zullen de cijfers nader geanalyseerd worden en waar nodig zal beleid worden bijgesteld.





Politie Gelderland-Zuid