Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland

Reparatievoorstellen Wet Werk en Bijstand

De CG-Raad heeft geconstateerd dat de Wet Werk en Bijstand qua structuur als twee druppels water lijkt op de Wet Voorzieningen Gehandicapten (Wvg). Met de Wvg heeft de CG-Raad al negen jaar ervaring: veel ellende, en weinig goeds. Hieronder staan enkele concrete wijzigingsvoorstellen voor de WWB, op basis van onze ervaring met de Wvg.


* Oormerk vanuit het Rijk de gelden voor het inkomensdeel. Lokale platforms of beraden kunnen dan naar de bestuursrechter wanneer het geld voor het inkomensdeel niet of niet volledig wordt gebruikt.


* Stel kaders voor de cliëntenparticipatie: leg de rechten van de lokale platforms of beraden vast, en leg vast hoe gemeenten hun lokale beraden moeten faciliteren. Op basis van de WVg kunnen we aantonen dat veel gemeenten de platforms inhoudelijk niet serieus nemen, ze negeren de platforms en geven slechts een gebrekkige (of simpelweg: geen) ondersteuning, vooral in gemeentes kleiner dan de G 26. Leg vast dat de cliëntenparticipatie niet alleen gaat om vrijblijvende enquetes over uitvoeringskwesties, maar met name ook over het gemeentelijk beleid.


* Leg in de wet het recht op reïntegratie en het recht op toekenning van gemeentelijke ondersteuning daarbij vast. Zoals het nu in de wet staat, kan de individuele uitkeringsgerechtigde wel door gemeenten tot van alles gedwongen worden, maar heeft deze geen juridische positie om zijn recht op reïntegratie op te eisen.


* Leg vast welke criteria de gemeente mag hanteren als het gaat om de individualisering ( artikel 18) en maatwerk, en hoe ze deze moeten wegen. Gebruik daarvoor het WVG-protocol, maar geef dat een wettelijke status. Dus niet slechts een advies. Maatwerk was de afgelopen jaren ook als we een smoes kunnen bedenken om mensen bepaalde voorzieningen niet te geven, zullen we die met beide handen aangrijpen.


* Leg vast dat cliënten een recht hebben op toetsing van wat de gemeente beslist, dat uitgaat boven wat er toevallig in de gemeentelijke verordening staat. In deze wet wordt ook deze fout van de WVG herhaald: de rechter mag alleen toetsen aan wat er in toevallig in de gemeentelijke veroredening staat waar je woont. Meer niet. Dat betekent dus georganiseerde en bij voorbaat gelegitimeerde rechtsongelijkheid en rechtsonzekerheid: mensen in gelijke situaties worden ongelijk behandeld. Hoe verhoudt zich dat tot artikel 1 van de grondwet ?


* Leg in de wet vast dat het voorzieningenniveau niet simpelweg gewijzigd mag worden door een verandering van de gemeentelijke verordening, bijv op basis van advies van de VNG. Want het gemak waarmee gemeenten in de WVG hun voorzieningenniveau hebben afgebroken, daartoe aangezet door adviezen van de VNG, is in hoge mate verantwoordelijk voor de daling van het voorzieningenniveau van de WVG in de afgelopen 9 jaar met 70 %, en die daling zet nog steeds door.


* Leg in de wet vast wat de vage kreet voldoende verantwoordelijkheid tonen voor je eigen situatie betekent. Dit argument wordt in de wet overal het college van B & W in handen gegeven om mensen voorzieningen te ontzeggen, zonder dat er mogelijkheid bestaat voor weerwoord, bij voorbeeld op machtsmisbruik. (Hoe verhoudt zich dit tot de detonnement de pouvour in de Algemene Wet Bestuursrecht?)


* En vergeet svp de punten van de inspraakreactie van de CG-raad niet.

(1 juli 2003)

---