Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
I&H. 2003/498
datum
04-07-2003

onderwerp
Stand van zaken Uitvoering Visie Agrologistiek
TRC 2003/5107

bijlagen

---


Geachte Voorzitter,

Door middel van deze brief doen wij u de lijst met projecten toekomen die invulling en uitwerking geven aan de Visie Agrologistiek.

Het betreft een toezegging aan de commissies voor Verkeer en Waterstaat en Landbouw, Natuurbeheer en Visserij door de minister van LNV tijdens het Algemeen Overleg over de Visie Agrologistiek op 6 februari 2002. De minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) heeft, mede namens de minister van Verkeer & Waterstaat (V&W), aan de Kamer toegezegd met een actieplan te komen om tien aansprekende, door het bedrijfsleven aangedragen en uit te voeren (pilot)projecten op het gebied van agrologistiek te ondersteunen. De regievoering van het actieplan is gelegd bij het Platform Agrologistiek. Over de voortgang van de uitvoering van dit actieplan zal de Tweede Kamer jaarlijks worden gerapporteerd, via de ministers van LNV en V&W (Verslag AO 6 februari 2002, nr. 28141 nr. 3).

datum
04-07-2003

kenmerk
I&H. 2003/498

bijlage

1. Inleiding: aanleiding tot de Visie Agrologistiek 1 Nederland is één van de drie grootste netto-exporteurs van agrarische producten en voedings- en genotmiddelen ter wereld. De agrarische export bedroeg in 2001 EUR 45 miljard. Om dit allemaal waar te maken zijn distributie en logistiek belangrijke randvoorwaarden.

De sector kent echter ook knelpunten die de concurrentiekracht bedreigen. Deze zijn onder meer via het Platform Agrologistiek2 in 2001, met de nodige urgentie, onder de aandacht gebracht van het Rijk. Conclusie van het Platform was dat de logistiek van agrostromen extra beleidsaandacht vereist vanwege knelpunten met betrekking tot: * de aard van het product: het gaat om het vervoer van voedsel en andere verse en bederfelijke producten die tijdkritisch zijn, snel in waarde verminderen en kwetsbaar zijn bij afnemende bereikbaarheid: allemaal knelpunten die zich met name in de grote steden manifesteren;
* de omvang van de agrostromen: één op de drie vrachtauto's vervoert agrogelieerde producten3. Van de agroproducten komt 97% via de weg op de bestemming4. In 2020 zal het goederenvervoer zijn verdubbeld. De bereikbaarheid wordt hiermee een steeds knellender probleem;
* de relatie tussen agrologistiek en maatschappelijk verantwoord ondernemen: in de sector spelen problemen op essentiële thema's als voedselveiligheid, dierenwelzijn (transport van dieren), ruimtelijke kwaliteit (voortgaande versnippering landschap) en milieu;
* de ontwikkelingen in de agroketens: het ontstaan van bijvoorbeeld mega- en fresh consolidatiecentra (grootschalige distributiecentra) heeft invloed op de ruimtelijke ordening en lokt grootschalige infrastructuur uit die op de juiste plaats gepositioneerd moet worden.

Vanuit zijn verantwoordelijkheid voor de marktstructuur van de agroketens, de kwaliteit voor het landelijk gebied, de internationale concurrentiekracht van de agroketens, de voedselveiligheid en -voorziening en het dierenwelzijn wenste de minister van LNV een visie op agrologistiek te formuleren. Tijdens de MKZ- en vogelpestcrises is gebleken dat de logistieke organisatie van het diertransport aan herziening toe is.
De minister van V&W die verantwoordelijk is voor het generieke verkeers- en vervoersbeleid had behoefte aan een nadere inkadering, beleidsmatige inbedding, prioritering en uitwerking van het onderwerp agrologistiek.
Samen met het Platform Agrologistiek werd de Visie Agrologistiek opgesteld en in december 2001 door de ministers van Landbouw, Natuurbeheer Visserij en Verkeer & Waterstaat naar de Tweede Kamer verzonden.

2. Behandeling Visie in de Tweede Kamer (Verslag AO 6 februari 2002, nr. 28141 nr. 3).
Tijdens de behandeling van de visie door de vaste Kamercommissies van Verkeer en Waterstaat en Landbouw, Natuurbeheer en Visserij in februari 2002 heeft de minister van LNV toegezegd met een actieplan te komen om tien aansprekende, door het bedrijfsleven aangedragen (pilot)projecten op het gebied van agrologistiek te ondersteunen. De regievoering van het actieplan is gelegd bij het Platform Agrologistiek. Aan de Kamer is toegezegd dat over de voortgang van de uitvoering van dit actieplan jaarlijks zal worden gerapporteerd.

3. Criteria voor de projecten Agrologistiek
Om deze tien projecten 'uit de markt' te halen is in november 2002 een oproep geplaatst in de Staatscourant. Om richting te geven aan de in te dienen projectvoorstellen is een aantal criteria opgesteld, te weten:
* Het initiatief moet uit de markt komen;
* Het project moet gericht zijn op praktische realisatie; * Een innovatief karakter;
* Een voorbeeldwerking voor de sector;
* Ketenbenadering;
* Transportbesparing;
* Verbetering van de ruimtelijke kwaliteit
(intensivering/herstructurering).

In de visie zijn drie pijlers voor beleid genoemd: clusteren, verbinden en regisseren5. De projecten moesten minimaal aan één van deze pijlers voldoen.

De indieningstermijn liep tot 1 januari 2003. De oproep heeft 29 projectvoorstellen opgeleverd. De inzendingen zijn beoordeeld door het Expertise Centrum LNV, de Adviesdienst Verkeer en Vervoer, en de ministeries van V&W, LNV, EZ en VROM. Bij deze beoordeling is ook rekening gehouden met een zekere regionale spreiding en diversiteit in sectoren. Daarnaast is gelet of er een sterke projectregie op het project zit en of er draagvlak is voor het project bij provinciale en gemeentelijke bestuurders.

Het Platform Agrologistiek heeft 9 projecten geselecteerd (zie bijlage 1). Een deel van de projecten is op korte termijn realiseerbaar, zodat daar ook snel een voorbeeldwerking van uit kan gaan. Een ander deel van de projecten heeft een meer strategisch karakter gericht op de langere termijn, maar is uitermate van belang voor de ontwikkeling van de Nederlandse agribusiness in binnen- en buitenland. De projecten liggen in Limburg, Brabant, Drenthe, Noord-Holland, Gelderland en Overijssel. Twee projecten hebben een mondiale impact, maar slaan vooral in de Randstad neer, bijvoorbeeld Schiphol.

Behalve de 9 geselecteerde projecten zijn er een aantal projecten (12) die in potentie perspectiefvol, maar nog niet geheel 'rijp' zijn. Deze projecten zullen in de luwte van de uitwerking van de visie verder worden ontwikkeld. Een aantal indieners van deze projecten heeft hier ook expliciet om verzocht. Daarnaast is het mogelijk dat er in de toekomst nieuwe projectvoorstellen bij het Platform worden ingediend.

4. Rol van het Platform Agrologistiek
In het Platform Agrologistiek zijn verschillende overheden, het bedrijfsleven en een aantal kennis-instellingen vertegenwoordigd. De samenstelling van het platform is bijgevoegd in bijlage 2. Elk geselecteerd project is 'geadopteerd' door een aantal platformleden tezamen, die elk vanuit hun achtergrond het project verder zullen ondersteunen. Het platform wordt bijgestaan door een ambtelijke werkgroep waarin naast V&W en LNV ook de ministeries van EZ en VROM vertegenwoordigd zijn. De voorzitter van het Platform is de heer F. Tielrooij, ondernemer en oud-gedeputeerde voor de provincie Noord-Holland.

5. Nieuwe vormen van samenwerking
Aan de Tweede Kamer is beloofd dat de uitvoering van de Visie Agrologistiek een andere manier van samenwerken zal kennen. Bij realiseren van de doelen is niet meer sprake van subsidies of het maken van nieuwe regels. Het gaat om het gezamenlijk ondersteunen van projecten, de 'adoptie' door topmensen uit het bedrijfsleven en overheid. De Platformleden hebben zichzelf een inspanningsverplichting in deze opgelegd. Of de projecten daadwerkelijk tot uitvoering komen, is een verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven.

De indieners van de projecten hebben gerichte vragen om ondersteuning bij het Platform Agrologistiek neergelegd. De vragen variëren van vragen op het gebied van (conflicterende) regelgeving, bestuurlijke knelpunten, ruimtelijke ordening tot morele en politieke ondersteuning.
Het is vooral een innovatief proces, waarbij zowel de leerervaringen als de voorbeeldwerking voorop staan. De leerervaringen uit de projecten worden, samen met bredere onderzoeksresultaten op het gebied van agrologistiek, zichtbaar en toepasbaar gemaakt.

Het project Uitvoering Visie Agrologistiek won de eerste prijs op de Managementdag Rijksdienst van 12 juni 2003, vanwege de marktgestuurde, interdepartementale manier van werken (zie www.inaxis.nl).

6. Resultaat over een jaar
Een onafhankelijk bureau zal, na een jaar, aan de projectleiders vragen in welke mate hun vragen om ondersteuning beantwoord zijn. Het resultaat zal, samen met bovengenoemde leerervaringen en de stand van zaken met betrekking tot de pilots, medio 2004 naar de Tweede Kamer worden gezonden.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman

De minister van Verkeer en Waterstaat,

drs. K.M.H. Peijs

1 Onder agrologistiek wordt verstaan het transport, de opslag, de distributie en de logistieke regie van goederenstromen in de agrarische sector, zowel food als non-food.
2 In het Platform Agrologistiek zijn het bedrijfsleven, overheden (LNV, V&W, EZ, VROM, Provincie Zuid-Holland) en kennisinstellingen vertegenwoordigd. Het Platform richt zich op het uitdragen van de Visie Agrologistiek, ondersteuning van de gekozen projecten (door coördinatie tussen partijen, bestuurlijke afstemming, draagvlakverwerving etc.) en het signaleren van (nieuwe) knelpunten en kansen in de agrologistiek richting de politiek. 3 LEI, Mainports en agrologistiek, 1999
4 Adviesdienst Verkeer en Vervoer van V&W, 2001 5 Bij clustering ligt het accent op agribusinessparken (ABP's). Bij verbinden gaat het om een slimme bundeling door samenwerking van het vervoer over weg, water en rail. Bij regisseren ligt de nadruk op de uitbouw van de regiefunctie.

datum
04-07-2003

kenmerk
I&H.2003/498

bijlage

Bijlage 1: beschrijving geselecteerde projecten Visie Agrologistiek

De geselecteerde projecten voldoen aan de meeste van de aangegeven criteria. Bij elk project is aangegeven wat de sterke punten zijn waarop is gelet.

1. Efficiency binnen het netwerk

'Reduced checks'

Indiener en betrokken partijen:
Frugi Venta, met steun van de Plantenziektekundige Dienst, Productschap Tuinbouw en HBDG Groenten en fruit (bedrijfschap). Daarnaast is er deelname van internationaal opererende private partijen (verladers en een vervoerder).
Locatie:
Inspecties vinden plaats bij EU - buitengrenzen: Rotterdamse Haven, Schiphol en binnenlandse douane-entrepots. Nederland is de belangrijkste in- en doorvoerhaven in Europa voor veel van de AGF-producten (Aardappelen, Groente en Fruit).
Samenvatting:
Het betreft een project om im- en exportinspecties van plantaardige producten te reduceren. Reduced checks (gerichte steekproeven), gericht op een van te voren verwacht risico, kunnen de logistieke doorstroom versnellen en de kosten voor inspecties verminderen. Goederen moeten vooraf in risico-profielen worden ingedeeld. Risicoprofielen worden van twee kanten bepaald: * risico dat het product besmet is, volgend uit teelt, de teeltwijze en de teeltregio;
* risico dat een eventueel besmet product de kans krijgt Europese teelten te besmetten.

Dit vergt metingen en vergelijkend onderzoek, theoretische onderbouwing, een kostenmodel en een early warning system die wijzigingen in het risicoprofiel signaleert.
Overigens kunnen alleen de fytosanitaire- en identiteitscontroles worden verminderd. De controle van de documenten door de douane moet altijd plaatsvinden.

Geselecteerd vanwege de volgende aspecten:
* Versnelling doorvoer in de keten.
* Sluit aan bij beleid V&W, LNV en andere ministeries om administratieve lasten te verlichten. Bovendien is dit in lijn met het V&W shortsea-beleid omdat steeds meer AGF-producten per container zullen worden vervoerd;

2. Versterking bestaande agro-clustering rond Venlo

'Klavertje 4'

Indiener en betrokken partijen:
Provincie Limburg, de gemeenten Venlo, Maasbree, Horst aan de Maas en de Coöperatie Veiling ZON.
Locatie:
Venlo (en omgeving)
Samenvatting:
Klavertje 4 bestaat uit 4 projecten met een duidelijke onderlinge samenhang. Die samenhang bestaat uit het feit dat productie, handel en verwerking op een steenworp afstand, van elkaar zijn gelegen en geoptimaliseerd worden door multimodaal transport. * Op de twee projectvestigingen glastuinbouw Californië en Siberië wordt de komende jaren circa 558 ha bruto (ca. 270 ha. netto) glastuinbouw gerealiseerd. De gemeente Horst aan de Maas heeft subsidie gekregen van het Rijk voor het ontwikkelen van Californië tot duurzaam ingerichte glastuinbouwlocatie. * Op bedrijventerrein Trade Port Noord wordt naast grootschalige transport en distributie ook een railterminal en een spoorwegemplacement langs de spoorlijn Eindhoven-Venlo voorzien. * De Coöperatieve Veiling Zuidoost-Nederland (ZON) zet, in samenwerking met Nederland Distributieland, met haar 'ZON Fresh Park'-concept in op een marktgerichte benadering. Hierbij staat centraal het voorkomen van versnippering van de vele productielocaties en distributiecentra en het verantwoord omgaan met ruimte en agrostromen.

Geselecteerd vanwege de volgende aspecten:
* integratie van ketens en ketenschakels
* positief effect op ruimtelijke kwaliteit, door de aandacht voor de ruimtelijke inpassing, de koppeling met de projectlocaties glastuinbouw en de daarmee samenhangende sanering van verspreide glasopstanden.
* effectieve bestuurlijke coördinatie door de betrokken provincie. De betrokkenheid van het bedrijfsleven bij deze aanvraag is duidelijk aangegeven. Vanuit het bedrijfsleven is veel animo om te investeren.
* Voorbeeldfunctie voor grootschalige agro-clusteraanpak

3. Regie in de sierteelt: Mondiaal sierteelt netwerk

Indiener en betrokken partijen:
Nederland Distributieland en bedrijven in de sierteeltsector Locatie:
Randstad, met mondiale impact
Samenvatting
Centrale gedachte is het gezamenlijk inspelen op de tendens dat sierteeltstromen rechtstreeks van teeltgebieden buiten Nederland naar vraaggebieden buiten Nederland gaan. De stelling is dat Nederland ook bij dat soort stromen waarde kan blijven toevoegen in de rol van 'orchestrator'. Het project behelst het met betrokken partijen ontwerpen van de benodigde infrastructuur en standaarden (zowel fysiek, digitaal en vooral ook mentaal) voor een mondiaal netwerk, evenals ook het (op schaal) testen van het concept in de praktijk. Het gaat er om dat sierteelt'stromen' op een uitgekiende manier (zowel logistiek als met behulp van ICT) van A naar B gaan.

Geselecteerd vanwege de volgende aspecten:
Het project biedt mogelijkheden tot transportbesparing en haakt sterk in op de regiefunctie van de Visie Agrologistiek. Dit is een voorbeeld van een praktische toepassing van het concept Nederland Regieland.

4. Clustering in pluimveesector

Kuijpers Kip

Indiener en betrokken partijen:
Kuijpers Kip, Heeswijk-Dinther.
Locatie:
Het bedrijf zoekt al enkele jaren naar een geschikte locatie. Deze is niet direct voorhanden wegens o.a. terughoudend beleid gemeenten om dergelijk bedrijf te huisvesten. Om de rentabiliteit op een voldoende peil te krijgen is een bepaalde minimum omvang nodig van 600.000 vleeskuikens met bijbehorend voorschakels. Kuijpers Kip bestaat nu nog uit 4 locaties in 3 verschillende reconstructiegebieden. Samenvatting:
Binnen het project wordt gestreefd naar één locatie voor kuikenvlees waar alle schakels van de keten van opfok - moederdieren, vermeerdering, broederij, vleeskuikenhouderij tot en met slachterij zijn geïntegreerd. De mest wordt gebruikt voor het opwekken van energie en warmte. Ook wordt een marketingconcept ontwikkeld om afstand tussen consument en producent te verminderen (bedrijfsbezoeken, bezoekersruimten, excursies en een website). Er is overleg met supermarktorganisaties om dit te bewerkstellingen.

Geselecteerd vanwege de volgende aspecten:
* Meerdere schakels in de keten (onder meer productie en verwerking) worden geclusterd op één bedrijventerrein.
* Transportbesparing: alle dieren blijven in het cluster, dus geen vervoer van dieren.
* Het project is hoogst innovatief en kan bij succes een voorbeeld zijn voor de pluimveesector.
* Het voorstel biedt mogelijkheden voor de 'ruimte voor ruimte'-benadering en koppeling aan de reconstructie. * Er wordt gezocht naar nieuwe product/marktcombinaties.

5. Clustering hoger in de keten

Zuivelpark Hoogeveen (DOC-kaas)

Indiener:
DOC-kaas
Locatie:
Hoogeveen
Samenvatting:
DOC Kaas legt zich toe op het rijpen en produceren van kaas. De productie-, rijpings- en verwerkingslocaties zijn momenteel verspreid. Deze worden bij elkaar gebracht op één terrein: een zuivelpark. Bij dit park is het de verwachting verwante bedrijven aan te trekken zodat een sterk cluster ontstaat waarbij voordelen ontstaan door samenwerking (o.a. transport, verwerking restproducten, energiebesparing (gesloten energiesysteem). Er zijn al bedrijven bereid zich concreet op het park te vestigen.

Geselecteerd vanwege de volgende aspecten:
Plan richt zich op het samenvoegen van locaties en samenwerking. Ketenpartners zijn reeds betrokken. Levert naar verwachting transportbesparing op, gericht op wegvervoer. Het plan komt uit de markt, verkeert in realisatiefase en kan dienen als voorbeeld voor andere, te ontwikkelen agribusinessparken.

6. Clustering van productie tot en met distributie in de vollegrondsgroenteteelt

Wieringermeer

Indiener en betrokken partijen
Hiemstra BV, Grontmij en Provincie Noord-Holland Locatie
Zuidoostelijke Wieringermeer
Samenvatting
Hiemstra BV is een belangrijke speler in de markt van vollegrondsgroenteteelt met een teeltareaal van 2500 ha contractteelt. Naast productie verzorgt Hiemstra BV verwerking, verpakking en distributie van groenteproducten naar supermarkten. Het is de bedoeling dat de activiteiten van Hiemstra, nu versnipperd over acht locaties, geclusterd worden. Daarbij worden bedrijven betrokken onder andere uit de verpakkingsindustrie en transportsector. Hierdoor kan een sterk regionaal cluster ontstaan. Door vestiging dichtbij de productie kan op transport bespaard worden (ca. 20% reductie van het aantal kilometers), kan het product op bestelling geoogst blijven worden en zal de tijdsduur van oogst tot retail nog verder teruggebracht worden. Het project verkeert in de planfase maar er zijn al gronden verworven. De bouw kan binnenkort aanvangen.

Geselecteerd vanwege de volgende aspecten:
* Het innovatieve aspect betreft de filosofie van zeer korte lijnen (enkele uren) tussen productie en verwerking/distributie. In feite: telen, oogsten en consumentklaar maken op bestelling en daarmee volledig richten op de markt. Voordelen: het tegengaan van doordraai en onnodig transport.
* Door het bundelen van de bedrijfsactiviteiten van Hiemstra BV van een achttal locaties in Middenmeer, Wieringerwerf en Zwaagdijk naar één locatie, zal de overlast van vrachtverkeer in de dorpskernen worden verminderd. Het plan kan een bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit door het vrijkomen van de huidige locaties van Hiemstra BV.

7. Clusteren, verbinden en regisseren in de sierteelt

Eelde

Indiener:
FloraHolland
Locatie:
Eelde

Samenvatting:
Dit project heeft de ambitie om te komen tot een structurele transportbesparing in het sierteelttransport van, naar en door Noord-Nederland. Het project heeft als hoofddoel: besparing van voertuigkilometers op het traject Noord-Nederland - West Nederland. De kern van het voorstel komt neer op:
* Clusteren: versterking sierteeltcluster ABP Eelde door het bevorderen van samenwerking tussen logistieke dienstverleners. Eelde biedt diensten en ruimte aan.
* het herontwerp van de vervoersrelatie tussen de sierteelt productiecentra, ABP Eelde en de grote productie- en handelscentra voor sierteelt in binnen- en buitenland (verbinden). * het faciliteren van samenwerking tussen logistieke dienstverleners door informatiediensten en andere faciliteiten vanuit ABP Eelde of Flora Holland (regisseren).

Geselecteerd vanwege de volgende aspecten:
* Transportbesparing door optimalisatie van aan- en afvoer vanuit met name West Nederland naar Eelde. Een voorbeeldproject voor alle veilingen in Nederland.

8. Vorming van nieuwe grootschalige clusters en verbindingen met grote ruimtelijke impact en koppeling aan reconstructie

A1-Eiwit-corridor

Indiener en betrokken partijen:
Ontwikkelings Maatschappij Oost-Nederland. Er wordt samengewerkt met het agrarisch bedrijfsleven, GLTO,UR Wageningen (ATO, LEI, Alterra), TU Enschede, Arcadis, Buck Consultants International, Rijnconsult en Innovatienetwerk Groene Ruimte en Agrocluster.
Locatie:
De A1 tussen Amersfoort en Enschede. In deze geografische corridor bevinden zich concentraties van economische activiteiten rond dierlijke eiwitproducties, verwerking tot hoogwaardige producten daaruit, toelevering en logistieke diensten. Zwaartepunten zijn: pluimveehouderij in de Gelderse Vallei, vleeskalverhouderij op de Veluwe, varkenshouderij in de noordelijke Achterhoek en Twente. Melkveehouderij komt in de hele corridor voor met zwaartepunten in de IJsselvallei en oostelijk van de IJssel.

Samenvatting
Doel koepelproject is het formuleren en begeleiden van een aantal concrete pilots voor de A1 corridor regio en de agrofood industrie weer innovatie-gericht te maken. (Een concreet voorbeeld is project 9). De projecten gaan over clustering van varkens, pluimvee- en kalverhouderij in bepaalde gebieden rondom de A1, met units voor de verwerking van producten (vlees en eieren) en afvalstromen (o.a. mest). De ambities zijn: het verbeteren van de ruimtelijke structuur, versterken economische structuur van de agrofood-industrie o.a. door het combineren van (vraaggestuurde) ketens, de productie van eiwitten in verschillende toepassingen.
Er zijn combinaties van diverse bedrijfsterreinen en sectorale disciplines, die diverse indelingen overstijgen.

Geselecteerd vanwege de volgende aspecten:
* Aan het concept ligt een gebiedsstrategie ten grondslag die tegemoet komt aan de ruimtelijke ordenings-, milieu- en dierziektenproblematiek. Ook activiteiten die te maken hebben met bedrijfsverplaatsingen, logistiek en ketenintegratie passen hierin. Dit project kan het reconstructieproces, dat daar aan de gang is, versterken. De 'Ruimte voor ruimte benadering' kan een instrument zijn voor realisatie.
* Het project verkeert in de opstartfase en wordt vooral aangestuurd door betreffende provincies en gemeenten. Nodig is een doorstart met het reeds geïnteresseerde bedrijfsleven. * Voorbeeldwerking voor gebiedsgerichte, integrale clusteraanpak in andere delen van Nederland.

9. Proefproject integrale, gebiedsgerichte versterking van de varkenshouderij

Indiener en betrokken partijen:
ABCTA en Dumeco, GLTO, provincies, gemeenten, Reconstructie Cie Overijssel, ondernemers in de varkenshouderij.
Locatie:
Meerdere potentiële locaties, onder andere nabij de A1 bij Lochem. Samenvatting:
Optimalisatie van de varkenssector via clustering van activiteiten, met daarbij als doel een aanzienlijke reductie van de logistieke kosten. Hierbij wordt aangesloten op het gedachtegoed van de A1: Eiwit-corridor (zie project 8).
De kern van het project richt zich op een verdere clustering van de activiteiten, d.m.v. het ontwikkelen van locaties, de optimalisatie van de verschillende functies in de keten en de vermindering van de aan- en afvoerkosten. Een belangrijk onderdeel is de verplaatsing van productiecapaciteit van minder optimale locaties naar landbouwontwikkelingsgebieden via een 'gezinsbedrijven plus formule' . Een belangrijk element van het proefproject is de uitvoering van een pilot om zodoende de daadwerkelijke uitvoering en de innovaties gelijktijdig te toetsen (iteratief proces).

Geselecteerd vanwege de volgende aspecten:
* Interessante oplossingsmogelijkheden problematiek intensieve veehouderij oostelijke zandgebieden (reconstructie). Het project biedt goede potenties om reconstructiedoelen te helpen verwezenlijken.
* Er is veel perspectief tot verbetering ruimtelijke kwaliteit. * Duidelijke sterke trekkers uit bedrijfsleven.

Bijlage 2

Leden Platform Agrologistiek

Organisatie Naam
Voorzitter Platform Agrologistiek Dhr. F. Tielrooij Nederland Distributieland Prof. Dr.ir. A.J.M. Vermunt EVO Drs. M.J.H. van der Kuijl
Frugi Venta Groente en fruit Dhr. W. Baljeu
Vereniging van Bloemveilingen in Nederland Dr. D.C. Faber Unilever N.V./Ice Cream Europe Dhr. J. van der Schans Provincie Zuid-Holland Dhr. J.M. Norder
The Greenery Drs. J. van Es
KLICT/Stichting AgroKetenKennis Dr. P. van Hal
Gem. Havenbedrijf Rotterdam Mr. W.K. Scholten
Productschap Tuinbouw Dhr. J. van der Veen
Centraal Bureau Levensmiddelen Dr. M.J. Roos
Veiling Zon Dhr. G.F.M. van Dijck
Innovatienetwerk Groene Ruimte en Agrocluster Dr. G. Vos Transport en Logistiek Nederland Dhr. G. Hes
Veehouder en voorzitter Raad van Bestuur ABCTA Dhr. J. Markink

Ministerie van VROM Drs. C.B.F. Kuijpers
Rabobank Mr. C.G. Schakelaar
Ministerie van Economische Zaken Drs. C. Kortleve Ministerie van Verkeer en Waterstaat Mw.drs. C.M. Wortmann Ministerie van LNV Drs. R.P.J. Bol
Ministerie van LNV Ir. R. Woudstra
Secretaris Drs. J. Pleijsier

up Reageren
Homepage

---