CJE/03/56
3 juli 2003
Arrest van het Hof in zaak C-156/01
R.P. van der Duin/ Onderlinge Waarborgmaatschappij ANOZ
Zorgverzekeringen en Onderlinge Waarborgmaatschappij ANOZ
Zorgverzekeringen/ T.W. van Wegberg-van Brederode
Gepensioneerden die naar een andere lidstaat dan hun Staat van
herkomst verhuizen, moeten het ziekenfonds waar zij ingeschreven zijn
in de Staat waar zij wonen, vooraf om toestemming verzoeken als zij
zich voor medische verzorging naar een andere lidstaat willen begeven
Dit beginsel geldt ook voor gepensioneerden die zich medisch laten
verzorgen in de Staat die hun pensioen of rente uitbetaalt.
De heer Van der Duin verhuisde in 1989 van Nederland naar Frankrijk,
waar hij zich inschreef bij het plaatselijke ziekenfonds. Hij ontvangt
invaliditeitsuitkeringen ten laste van het bevoegde Nederlandse
orgaan. Na een zwaar ongeval werd Van der Duin ongeveer een jaar in
Frankrijk verzorgd. Vervolgens liet hij zich opnemen in het Academisch
Ziekenhuis Rotterdam (Nederland), waar hij werd behandeld voor een
posttraumatische dystrofie van de rechterhand.
Mevrouw Van Wegberg-van Brederode verhuisde in maart 1995 van
Nederland naar Spanje, samen met haar echtgenoot, die een Nederlands
pensioen ten laste van de bevoegde Nederlandse organen ontvangt. Zij
schreven zich in bij het Spaanse ziekenfonds. Nadat een Spaanse arts
de noodzaak van een operatie had vastgesteld, vertrok Van Wegberg-van
Brederode naar Nederland om aldaar de ingreep te ondergaan.
Hoewel het Franse en het Spaanse plaatselijke ziekenfonds een E
111-formulier hadden afgegeven, wees ANOZ Zorgverzekeringen, een
Nederlands ziekenfonds, de door de twee Nederlandse ziekenhuizen
ingediende verzoeken om vergoeding af op grond dat de betrokken
behandelingen niet voldeden aan de voorwaarden van de
gemeenschapsverordening inzake sociale zekerheid van migrerende
werknemers(1)
. In de onderhavige gevallen hadden de betrokkenen immers moeten
beschikken over een E 112-formulier, dat vereist is wanneer een
sociaalverzekerde zich naar een andere lidstaat wenst te begeven met
het oog op een medische behandeling. Het ziekenfonds van de staat waar
zij wonen, weigerde evenwel dit formulier met terugwerkende kracht af
te geven. Van der Duin en Van Wegberg-van Brederode hebben bij
deNederlandse rechter beroep ingesteld tegen de weigering van ANOZ
Zorgverzekeringen om de gemaakte ziektekosten te vergoeden.
De Centrale Raad van Beroep vraagt het Hof van Justitie van de EG,
welke lidstaat in een dergelijke situatie de ziektekosten moet
vergoeden en welk ziekenfonds bevoegd is de voorafgaande toestemming
te verlenen.
Het Hof stelt vast dat wanneer de rechthebbende op een pensioen of
rente en de leden van zijn gezin zich bij het bevoegde orgaan van de
lidstaat van de woonplaats hebben ingeschreven, zij krachtens de
gemeenschapsverordening recht hebben op verstrekkingen van dit
ziekenfonds, zoals elke pensioen- of rentetrekker die op het
grondgebied van deze lidstaat woont.
Bijgevolg is het orgaan van de woonplaats van de betrokkenen het
orgaan dat bevoegd is om deze sociaalverzekerden toestemming te
verlenen zich naar een andere lidstaat, daaronder begrepen de lidstaat
die het pensioen of de rente verschuldigd is, te begeven, om aldaar
medische verzorging te krijgen onder de in de gemeenschapsverordening
gestelde voorwaarden. Dit orgaan is het best in staat is om concreet
na te gaan of voldaan is aan de voorwaarden voor het verlenen van deze
voorafgaande toestemming.
Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie
niet bindt.
Dit stuk is beschikbaar in alle talen.
De volledige tekst van het arrest is te vinden op de internetpagina
van het Hof
http://curia.eu.int/
heden vanaf ongeveer 15.00 uur
Voor nadere informatie wende men zich tot Zaïra Penders
tel. (352) 4303 3127 fax (352) 4303 3656
(1)
Verordening nr. 1408/71, gewijzigd bij verordening nr. 2001/83 (PB L
230, blz. 6).
European Commission