P/03/79
Brussel, 1 juli 2003
11006/1/03 (Presse 190)
Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie betreffende
de vrijlating door de Maleisische autoriteiten van zes personen die
werden vastgehouden krachtens de wet op de binnenlandse veiligheid
De Europese Unie verheugt zich erover dat de Maleisische autoriteiten
op 1 en 12 juni 2003 zes politieke activisten hebben vrijgelaten, die
sinds april 2001 krachtens de wet op de binnenlandse veiligheid
gevangen zaten. De Europese Unie verheugt zich tevens over de
verklaring van de Maleisische regering dat zij bereid is de conclusies
in overweging te nemen van de studie van de Suhakam, de Nationale
Maleisische Commissie voor de mensenrechten; deze eist met name
intrekking van de wet op de binnenlandse veiligheid en aanneming van
een nieuwe wetgeving die conform de relevante beginselen en
instrumenten van de Verenigde Naties dient te zijn. De Europese Unie
wacht met belangstelling een herziening af van de huidige bepalingen
betreffende een beroep op de wet op de binnenlandse veiligheid.
De toetredende landen Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen,
Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië, de geassocieerde landen
Bulgarije en Roemenië, alsmede de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en
Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, sluiten
zich bij deze verklaring aan.
---
European Commission