European Commission

IP/03/922

Brussel, 1 juli, 2003

Het grotere Europa: Commissie wil grensoverschrijdende samenwerking met de nieuwe buurlanden versterken

De Europese Commissie heeft vandaag voorstellen gedaan voor belangrijke stappen om de EU-acties aan de buitengrenzen na de uitbreiding te verbeteren. Hiermee wordt een krachtige impuls gegeven aan de samenwerking langs de ruim 10 000 km lange buitengrens van de EU met Rusland, Oekraïne, Belarus en Moldavië, de westelijke Balkan en in het Middellandse-Zeegebied. In de periode 2004-2006 worden de bestaande instrumenten voor grensoverschrijdende samenwerking, zoals Interreg, Phare-CBC, Tacis-CBC, Cards en Meda, beter gecoördineerd door de instelling van nabuurschapsprogramma's, die in 2004 van start moeten gaan. Dit is een grote stap in het streven naar een betere implementatie van gezamenlijke projecten aan de buitengrenzen van de EU. De Commissie verwacht dat hiervoor 955 miljoen kan worden vrijgemaakt. Voor de periode na 2007 noemt de Commissie enkele opties, waaronder het creëren van een nieuw nabuurschapsinstrument in de komende financiële vooruitzichten.

Het vandaag door de Commissie goedgekeurde document De weg effenen voor een nieuw nabuurschapsinstrument volgt op haar mededeling van maart 2003 over De grotere Europese nabuurschap: een nieuw kader voor de betrekkingen met de oostelijke en zuidelijke buurlanden. Daarin worden vier belangrijke doelstellingen genoemd voor de toekomstige grensoverschrijdende samenwerking:
bevordering van duurzame economische en sociale ontwikkeling in de grensgebieden;
samenwerking bij de aanpak van gezamenlijke uitdagingen op gebieden als milieu, volksgezondheid, en bestrijding van de georganiseerde criminaliteit;
efficiënte en veilige grenzen;
bevordering van lokale maatregelen van het type people-to-people.

Eurocommissaris Michel Barnier van regionaal beleid: Bevordering van regionale ontwikkeling in de grensgebieden is een belangrijke factor bij de stimulering van welvaart en stabiliteit aan weerszijden van de buitengrenzen van de Unie. In deze context bieden de voorstellen in de mededeling de kans voort te bouwen op de reeds vergaarde ervaring in het kader van het communautair initiatief Interreg voor de buitengrenzen van de Unie, en een belangrijke stap te zetten naar coördinatie van onze inspanningen met betrekking tot die grenzen.

Eurocommissaris Chris Patten van buitenlandse betrekkingen: In de context van het initiatief voor het grotere Europa reikt deze mededeling de Europese burger en zijn buur instrumenten aan voor betere samenwerking, goed nabuurschap en veiligheid aan de buitengrenzen van de Unie. Deze nieuwe aanpak legt de verantwoordelijkheid voor samenwerking aan de buitengrenzen bij de eerste belanghebbenden: de burgers die in grensgebieden wonen.

Eurocommissaris Günter Verheugen van uitbreiding: De uitbreiding biedt de EU nieuwe kansen om de samenwerking met haar buurlanden te verbeteren en stabiliteit, welvaart en veiligheid tot over de grenzen van de EU te bevorderen. De ervaring die de nieuwe lidstaten hebben vergaard, kan nu worden gedeeld met alle buurlanden langs de buitengrenzen van de Unie.

Rekening houdende met de kortetermijnproblemen bij de coördinatie van de huidige financiële instrumenten (Interreg, Phare-programma voor grensoverschrijdende samenwerking, Tacis-programma voor grensoverschrijdende samenwerking, Cards en Meda), stelt de Commissie voor een twee stappen omvattende aanpak goed te keuren.

2004-2006 : Nabuurschapsprogramma's

Als eerste stap, voor de periode 2004-2006, worden nieuwe nabuurschapsprogramma's ingesteld. Deze zijn wel nog gebaseerd op de huidige wetgeving, maar bieden nieuwe oplossingen voor problemen die na de uitbreiding kunnen ontstaan bij de implementatie van grensoverschrijdende samenwerkingsprojecten. Zij bouwen voort op de huidige Interreg-programma's aan de buitengrenzen van de EU (en voor Bulgarije/Roemenië op de Phare-CBC-programma's).

De Commissie verwacht in dit stadium dat, in het kader van de bestaande instrumenten en financiële programmering, voor de periode 2004-2006 een totaal financieringsvolume voor deze programma's kan worden voorgesteld ter hoogte van 955 miljoen: 700 miljoen in het kader van Interreg, 75 miljoen in het kader van Tacis, 45 miljoen in het kader van Cards, 45 miljoen in het kader van Meda en 90 miljoen in het kader van Phare. Er dienen voldoende financiële middelen beschikbaar te worden gemaakt om ervoor te zorgen dat deze programma's hun doel bereiken en zichtbaar zijn. Binnen het kader van de huidige financiële vooruitzichten, worden de bestaande financiële middelen gedeeltelijk herschikt en vrijgemaakt voor grensregio's en regionale samenwerking.

De nabuurschapsprogramma's omvatten, onder andere, de volgende belangrijke kenmerken: in het kader van de programma's kunnen financiële middelen worden toegewezen voor gebruik aan weerszijden van de grenzen; bij de vaststelling van de prioriteiten van het programma dient rekening te worden gehouden met de noodzakelijke doelstellingen en activiteiten aan weerszijden van de grens en de doelstellingen van de mededeling over het grotere Europa; de regels die gelden voor het beheer van het programma en de comitéstructuren dienen gericht te zijn op een evenwichtig lidmaatschap aan beide zijden van de grens en te voorzien in passende vertegenwoordiging van de Commissie; en één aanvraagprocedure en gezamenlijke besluitvorming met betrekking tot de selectie van projecten aan weerszijden van de grens.

De procedures die van toepassing op de huidige instrumenten worden gestroomlijnd om te voorzien in de behoeften van de nabuurschapsprogramma's.

Na 2006 : Nieuw nabuurschapsinstrument

In de tweede fase, na 2006, wordt een nieuw nabuurschapsinstrument opgericht, dat gaat gelden voor alle gebieden waarop de huidige samenwerkingsprogramma's van de Unie voor de grensgebieden van toepassing zijn. Dat instrument is gericht op de ontwikkeling van een mix van grensoverschrijdende en regionale samenwerkingsactiviteiten aan de buitengrens van de EU na de uitbreiding. Het nabuurschapsinstrument dient de doelstellingen van extern beleid en economische en sociale cohesie met elkaar te combineren. Die combinatie van vraagstukken biedt de nodige continuïteit met de lokale en regionale samenwerkingsactiviteiten die reeds met succes zijn ontwikkeld, bijvoorbeeld in het kader van Interreg en Phare-CBC, terwijl de samenwerking tevens verder wordt uitgebreid met aanvullende, bredere geopolitieke doelstellingen. Daarnaast biedt het een oplossing voor de praktische problemen die naar verwacht ook na de uitvoering van de hierboven beschreven maatregelen zullen blijven bestaan, waaronder restricties met betrekking tot waar en op welke wijze de financiële middelen kunnen worden gebruikt.

Voor diverse juridische en begrotingsvraagstukken is verder overleg vereist binnen de Commissie, alvorens een definitief standpunt kan worden vastgesteld. Dat overleg vindt reeds plaats en zal in de tweede helft van 2003 worden voortgezet. Naar aanleiding hiervan is de Commissie van plan vóór eind 2003 oriëntaties te presenteren voor de volgende financiële vooruitzichten. In het licht van die oriëntaties en het derde Cohesieverslag zal de Commissie met meer gedetailleerde voorstellen komen voor het nieuwe nabuurschapsinstrument na 2006.

Achtergrond

De huidige grensinstrumenten van de EU hebben op dit moment betrekking op de volgende gebieden:

Het communautair initiatief Interreg dient ter ondersteuning van grensoverschrijdende en transnationale samenwerking tussen lidstaten en buurlanden. Bij de Interreg-programma's zijn de buurlanden direct betrokken. De structuurfondsen kunnen daarentegen uitsluitend binnen de Unie worden gebruikt. Voor Interreg-programma's aan de buitengrens van de Europese Unie is dan ook een extra financieringsbron nodig voor activiteiten die plaatsvinden in het buurland.

Phare-CBC-programma's dienen ter ondersteuning van grensoverschrijdende samenwerking met de lidstaten en tussen de kandidaat-lidstaten onderling. Tot dusver is grensoverschrijdende samenwerking aan de buitengrenzen van de kandidaat-lidstaten gefinancierd via de nationale Phare-programma's. Voor de periode 2004-2006 wordt het geografisch toepassingsgebied van Phare-CBC uitgebreid tot de buitengrenzen van Bulgarije en Roemenië.

Het Tacis-CBC-programma dient ter ondersteuning van grensoverschrijdende samenwerking in de westelijke grensregio's van Rusland, Belarus, Oekraïne en Moldavië. Van bijzondere relevantie in deze context is de Faciliteit voor kleine projecten, in het kader waarvan in toenemende mate steun is verleend voor grensoverschrijdende en andere samenwerkingsinitiatieven met Interreg.

In de westelijke Balkan dient Cards, dat een zeer belangrijk instrument is in het kader van het Stabilisatie- en Associatieproces, ter ondersteuning van diverse activiteiten in dit verband.

In het Middellandse-Zeegebied biedt het Meda-programma steun voor regionale samenwerking in de ruimere zin tussen de landen ten zuiden en ten oosten van de Middellandse Zee. Er zijn echter nog geen directe samenwerkingsactiviteiten gefinancierd met lidstaten.

Websites:

http://europa.eu.int/comm/external_relations/we/intro/index.htm

http://europa.eu.int/comm/enlargement/index_en.html

http://europa.eu.int/comm/dgs/regional_policy/index_en.htm