Waterschap doet onderzoek naar vlinders en libellen langs 20 beken
Soortenrijkdom behoorlijk groot
In de Gelderse Vallei en op de Zuidwest-Veluwe komen behoorlijk veel
soorten vlinders en libellen voor langs de beken die Waterschap Vallei
& Eem beheert. Door beken opnieuw in te richten en een aangepast
beheer kan het aantal soorten vlinders en libellen langs sommige beken
nog verder toenemen. Vooral de Oliemolenbeek en de Heelsumse Beek in
Renkum bieden kansen voor vlinders en libellen. Dat staat in het
rapport 'Monitoring van beekoevers' dat in opdracht van Waterschap
Vallei & Eem is opgesteld door het bureau Ecologica uit Maarheeze. De
onderzoekers hebben langs twintig beken in het voorjaar en de zomer
van 2002 om de vier weken geïnventariseerd op vlinders en libellen.
Het is de eerste keer dat het waterschap een dergelijk onderzoek heeft
laten uitvoeren. Om de effecten van genomen inrichtings- en
beheersmaatregelen te kunnen meten zal het waterschap om de drie jaar
een soortgelijk onderzoek uitvoeren.
Libellen zeggen iets over waterkwaliteit
Vlinders en libellen zijn insecten die door hun kleur en uiterlijk
snel opvallen. Vlinders tref je in alle terreintypen aan. Libellen
komen voornamelijk voor langs water. Dat komt doordat de larven van de
libellen zich onder water ontwikkelen. Het voorkomen van libellen
geeft veel informatie over de waterkwaliteit. Vlinders geven een beeld
van de kwaliteit van de oever, maar vooral van de omgeving.
Beheer
Het waterschap onderhoudt watergangen en oevers op veel plaatsen al
ecologisch. Daarbij houdt men rekening met de gewenste planten- en
diersoorten. In de praktijk betekent dat minder vaak of later maaien
dan voorheen en het maaisel afvoeren. Ook worden delen van watergangen
of oevers soms een jaar niet gemaaid. Het waterschap legt langs veel
watergangen ecologische verbindingszones aan. Langs deze
verbindingszones kunnen planten en dieren zich verplaatsen van het ene
naar het andere natuurgebied.
Om het effect van dit soort maatregelen te evalueren, doet het
waterschap onderzoek naar het voorkomen van planten en dieren.
Conclusies
De belangrijke conclusies uit het onderzoek zijn:
* Door extensief beheer kan het aantal soorten en exemplaren
libellen groter worden. Extensief beheer betekent eens per drie
jaar maaien en afvoeren, extensief begrazen of geen maatregelen
uitvoeren. De oevers mogen niet verruigen of bijna alleen uit riet
bestaan, als vlinders en libellen ook een geschikte leefplaats
moeten krijgen.
* Door variatie in het oeverprofiel, de vegetatiehoogte en de
vegetatiedichtheid aan te brengen kan het aantal vlinders en
libellen worden vergroot. Wel moeten dan de omgeving en de
waterkwaliteit ook goed zijn.
* De ligging van de locatie ten opzichte van de dichtstbijzijnde
populatie is zelden van invloed op het voorkomen van soorten.
Alleen voor typische vensoorten lijkt dit wel belangrijk. Dit zijn
onder andere de venglazenmaker en de bruinrode heidelibel. Die
worden relatief vaak aangetroffen in het noordelijke deel van het
waterschapsgebied, op voor deze soorten ongeschikte locaties. Het
lijkt er daardoor op dat deze soorten het gebied tussen Leusden,
Hoevelaken, Zwartebroek en Voorthuizen gebruiken als
verbindingszone tussen de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug.
Valleikanaal
Het Valleikanaal is bij Leusden, bij Veenendaal en bij Rhenen
onderzocht. Ter hoogte van Leusden en Veenendaal zijn weinig vlinders
en libellen aangetroffen. Dat komt doordat er zich weinig waterplanten
direct onder het wateroppervlak bevinden en het ontbreken van
bloemrijke oevervegetaties.
Langs het Valleikanaal bij Rhenen zijn wel veel verschillende soorten
vlinders en libellen aangetroffen. Opvallend is hier het voorkomen van
de blauwe breedscheenjuffer. Deze soort van zuurstofrijke, langzaam
stromende wateren is in Midden-Nederland zeer zeldzaam. Bijzonder is
ook het voorkomen van de met uitsterven bedreigde dagvlinder bruin
blauwtje. Waarschijnlijk was de vlinder afkomstig van proefvelden van
de Universiteit Wageningen, aangezien dit vrij zeldzame vlindertje
karakteristiek is voor kruidenrijke graslanden en braakland. De
aanwezigheid van deze vlinder zegt weinig over de kwaliteit van de
oever van het Valleikanaal, maar het laat zien dat het Valleikanaal
wordt gebruikt als verbindingszone. Het voorkomen van de diverse
soorten libellen en vlinders toont aan dat de oevers wel variatie in
structuur hebben.
Langs sommige beken, zoals de Valkse Beek, zijn in het geheel geen
vlinders en libellen aangetroffen. Waarschijnlijk stroomt het water te
snel door dit landbouwgebied en zijn er onvoldoende planten in het
water.
Persbericht d.d. 2-7-2003 ( 2003/20 )
Actuele informatie over besluiten en werkzaamheden van het waterschap
brengen we o.a. in de vorm van persberichten naar buiten. Voor meer
informatie kunt u bellen met onze persvoorlichters op telefoonnummer
033 - 43 46 329 (of 328).
Waterschap Vallei & Eem