Persberichten
Rotterdam, 2 juli 2003
Rotterdamse coalitiefracties stellen eisen aan parkeerbeleid
ROTTERDAM, 2 JULI 2003 - De fracties van Leefbaar Rotterdam, CDA en
VVD in de Rotterdamse gemeenteraad zullen in de
gemeenteraadsvergadering van 3 juli 2003 eisen stellen aan het
toekomstige parkeerbeleid van de stad Rotterdam. De fracties reageren
daarmee op het voornemen van het College van B&W om komend jaar de
parkeertarieven met 3% bovenop de inflatiecorrectie te verhogen. "Voor
een goed draagvlak onder de bevolking is investeren in nieuwe
parkeervoorzieningen dringend gewenst, maar de bijbehorende
tariefsverhoging is te hoog én de Rotterdammers moeten de zekerheid
krijgen dat alle parkeeropbrengsten worden geïnvesteerd in
parkeervoorzieningen", aldus de woordvoerders van de coalitiefracties.
Bij het verschijnen van de Voorjaarsnota heeft het College van B&W
voorgesteld de parkeertarieven in de komende jaren met 3% bovenop de
inflatiecorrectie te verhogen. Met deze opbrengsten wordt geïnvesteerd
in de parkeersector. De investeringen betreffen het wegwerken van
achterstallig onderhoud in de bestaande wijkstallingsgarages en de
bouw van nieuwe wijkstallingsgarages. Daarnaast wil het College van
B&W het tempo van de woningbouwproductie veiligstellen door bij te
dragen in de kosten van parkeerplaatsen van de nieuwbouw. Gebleken is
namelijk dat de enkele jaren geleden verhoogde parkeernorm (1,8 auto
per woning) door de markt niet volledig in de vrij op naam prijs van
nieuwbouwwoningen kan worden verwerkt.
Voorts wil het College van B&W in 2007 stoppen met de afdracht van
Dienst Stadstoezicht aan de algemene middelen. Het geld wat thans
wordt afgedragen komt dan beschikbaar voor investeringen in de
parkeersector.
Reactie coalitiepartijen
Al tijdens de eerste behandeling van de Voorjaarsnota bleek, dat de
fracties van Leefbaar Rotterdam, CDA en VVD moeite hebben met de
voorstellen van het College van B&W. De fracties zijn het eens met de
noodzaak van investeringen in nieuwe en bestaande
parkeervoorzieningen. De financiering daarvan uit een verhoging van de
parkeertarieven is echter te eenzijdig. 'Betaald parkeren' en
tariefsverhogingen zijn instrumenten voor het reguleren van parkeren
en moeten dan ook daarvoor worden ingezet, niet voor het dekken van
onderhoudsachterstanden.
Het draagvlak onder de inwoners voor 'betaald parkeren' ebt weg als er
geen alternatieven voorhanden zijn en als er betaald wordt voor de
algemene middelen. Het beëindigen van de afdracht in 2007 is voor de
coalitiefracties dan ook te laat. Pas als de afdracht is beëindigd,
hebben bewoners de garantie dat de parkeeropbrengsten volledig worden
geïnvesteerd in nieuwe parkeervoorzieningen.
Oplossingen
De coalitiefracties hebben een parkeerbeleid voor ogen dat wordt
gekenmerkt door flexibiliteit in plaats van dogma's. In de
raadsvergadering van 3 juli 2003 zullen de coalitiefracties een motie
indienen, waarin ze zeven eisen stellen aan het toekomstige
parkeerbeleid van het College van B&W:
1. Het instrument 'betaald parkeren' wordt uitsluitend ingezet om
parkeren te reguleren.
2. Met uitzondering van de inflatiecorrectie worden parkeertarieven
niet verhoogd, tenzij dit aantoonbaar noodzakelijk is vanuit
reguleringsperspectief.
3. Onder de voorwaarde dat 'betaald parkeren' uitsluitend wordt
ingezet om parkeren te reguleren wordt betaald parkeren ingevoerd
binnen de gehele ruit van Rotterdam (met uitzondering van gebieden als
Pernis).
4. De afdracht van Stadstoezicht wordt eerder afgebouwd dan in 2007;
dat betekent dat inkomsten vanuit betaald parkeren uitsluitend worden
gebruikt voor dekking van investeringen in en exploitatie van
parkeervoorzieningen.
5. Ook vanuit andere inkomsten, zoals de grondexploitatie, kunnen
parkeervoorzieningen worden gerealiseerd.
6. Tarieven in parkeergarages worden - met uitzondering van de
inflatiecorrectie - uitsluitend verhoogd als achterstallig onderhoud
is weggewerkt.
7. Investeringen in nieuwe parkeervoorzieningen en in achterstallig
onderhoud zijn noodzakelijk en moeten direct van start gaan, te
beginnen in de buurten waar de parkeerdruk het grootst is.
Voor het draagvlak bij bewoners is het van belang, om inzet van
betaald parkeren te koppelen aan zichtbare verbeteringen in de
parkeervoorzieningen. Voor een verbeterd draagvlak vragen de
coalitiefracties van het College ook, dat de dienst Stadstoezicht snel
op orde is en veelvoorkomende klachten over de uitvoering van het
parkeerbeleid tot het verleden gaan behoren.
Vervolg
Met de motie stelt de gemeenteraad de kaders voor het door het College
uit te werken beleid. Het College zal dit beleid moeten presenteren
bij de begroting voor 2004, die in het najaar van 2003 wordt
behandeld.