Gemeente Utrecht
2003 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
43 Vragen van de heer K. Boers
(ingekomen 10 juni 2003)
Op vrijdagavond 6 juni 2003 is er brand geweest bij afvalverwerkingsbedrijf AVR op industrieterrein Lageweide in Utrecht noord.
Het verbaast de SP Fractie dat het mogelijk is om zo'n enorme berg afval in een loods op te slaan onder een dakbedekking waar volgens onze informatie asbest in verwerkt is. Bij afvalopslag is er sprake van verhoogd brandrisico, onder meer als gevolg van broei. Bij grootschalige opslag (in dit geval in een hal van 100x20 meter) zal bij een brand het asbest zich door de grote hitte over een groot gebied kunnen verspreiden.
Ook zijn wij van mening dat de informatie aan de bewoners in de omliggende buurten voor verbetering vatbaar is.
De SP fractie wil daarom graag antwoorden hebben op de volgende vragen:
Klopt het dat het dak van de hal bestond uit asbestcement golfplaten?
Zo ja: bent u met ons van mening dat een dergelijke dakbedekking ongewenst is voor gebouwen met een verhoogd brandrisico?
Wanneer is er voor het laatst een (revisie)milieuvergunning verstrekt voor deze opslag van de AVR? Is de provincie of de gemeente bevoegd gezag?
Zijn bij deze gelegenheid voorschriften gegeven inzake het verwijderen van asbest?
Wanneer is voor het laatst door brandweer en milieudienst een inspectie uitgevoerd bij de hal? Zijn er daarbij afwijkingen van de vergunningvoorschriften geconstateerd?
Zijn er in Utrecht nog meer productie-inrichtingen en opslagloodsen met een verhoogd brandrisico, waar asbest dakbedekkingen, wanden e.d. in verwerkt zijn?
Hoe laat is de eerste melding van de brand gedaan?
Hoe laat waren de hulpverleners op de hoogte van wat er in het gebouw was opgeslagen en dat de dakbedekking asbest bevatte?
Wanneer is besloten de bewoners in de omliggende buurten te waarschuwen en te adviseren deuren en ramen te sluiten? Wat is hiervoor de gebruikelijke procedure? Zouden gezien de omvang van het gebied onder de rook van de brand niet de sirenes ingezet moeten worden, omdat dit het teken is om de calamiteiten zender aan te zetten. Hoe wordt verzekerd dat geen straten en buurten worden vergeten door de geluidswagens? Wat deze keer absoluut wel het geval was.
Welke emissiemetingen zijn er in het kader van de brand gedaan? Welke concentraties zijn gemeten op welke locaties?
Op zaterdag hebben wij een bericht ontvangen van J. v.d. Heide namens de gemeente Utrecht, die meldt dat er een brief over de brand is verstuurd aan alle bewoners van Zuilen. Is deze brief ook naar de andere buurten onder de rook van de AVR-opslag gegaan, zoals de Schepenbuurt, Daalsebuurt?
Antwoord van Burgemeester en Wethouders
(verzonden 2 juli 2003)
1. Het dak van de hal bestond inderdaad uit golfplaten van asbestcement
hoewel wij van mening zijn dat een dergelijke dakbedekking ongewenst is voor gebouwen met een verhoogd brandrisico, bestaan er geen wettelijke bepalingen om het gebruik van asbesthoudende materialen in bestaande situaties te verbieden.
de provincie heeft voor het laatst op 27 augustus 2002 een vergunning in het kader van de Wet milieubeheer afgegeven voor het opslaan van huishoudelijk afval.
bij deze gelegenheid zijn er geen voorschriften gegeven voor het verwijderen van de asbesthoudende materialen, omdat het gebouw geen bouwkundige wijzigingen of veranderingen heeft ondergaan.
de brandweer heeft samen met de milieudienst van de provincie de hal op 28 november 2002 voor het laatst gecontroleerd; bij deze controle zijn geen noemenswaardige onregelmatigheden van de voorschriften geconstateerd.
6. Ja, in gebouwen van vóór 1993. Juist vanwege de brandvertragende en brandwerende eigenschappen is asbest tot die tijd veelvuldig toegepast in de bouw als dakbedekking, wandscheiding en isolatiemateriaal. Vanaf 1983 wordt in Nederland geen asbest meer geproduceerd en in 1993 is er nieuwe wetgeving in werking getreden. Op basis van die wetgeving is het gebruik van asbest voor nieuwe toepassingen, waaronder nieuwbouw en vernieuwbouw van gebouwen verboden. Hoewel asbest gevaar kan opleveren voor de gezondheid heeft de Nederlandse overheid er bewust voor gekozen niet al het bestaande en gebruikte asbest te laten saneren. De kosten en de hoeveelheid arbeid die voor dat saneren nodig zijn staan in geen verhouding tot de algemene risico's die aanwezig zijn bij brand en ondeskundig slopen en verwerken van asbest.
7. De eerste melding is om 20.29 uur bij de alarmcentrale binnengekomen. Deze melding was afkomstig van het bedrijf zelf.
8. Bij de melding werd duidelijk aangegeven dat huishoudelijk afval in brand stond en dat het dak van de hal uit asbesthoudende golfplaten bestond. De hulpverleners waren dus vanaf het eerste begin op de hoogte van hetgeen in brand stond en van de aanwezigheid van asbesthoudende materialen.
9. Vanwege de stankoverlast heeft de politie, nog voor de komst van de Regionaal Officier Gevaarlijke Stoffen (ROGS) van de brandweer, op eigen initiatief de bewoners van de omliggende wijken preventief geadviseerd ramen en deuren te sluiten. Hiervoor heeft de politie geluidswagens ingezet. Met het inzetten van geluidswagens is het nooit zeker of alle bewoners in een bedreigd gebied ook daadwerkelijk worden bereikt.
10. Gebruikelijk beslist het Regionaal Operationeel Team dan wel het Coördinatie Team Plaats Incident, op advies van de Waarschuwings- en Verkenningsdienst over het al dan niet waarschuwen van de bevolking. Ook bepaalt dat Team op welke wijze de bevolking wordt gewaarschuwd. Indien de situatie dit toelaat pleegt dit Team hierover vooraf overleg met de burgemeester.
11. De overheid is zeer terughoudend met het activeren van het sirenenetwerk. Sirenes beslaan vaak een groter oppervlak dan het bedreigde gebied, waardoor meer inwoners worden bereikt dan noodzakelijk en soms ook wenselijk is. Bij het activeren van de sirenes wordt Radio M ingezet als rampenzender. Dit betekent onder meer dat de lokale overheid rechtstreeks kan inbreken op de radio-uitzendingen. Hierdoor kan de normale programmering van de zender worden verstoord.
12. Sirenes worden uitsluitend ingezet bij acute, levensbedreigende situaties, waarbij de nadelen, bij gebrek aan een beter alternatief op de koop toe worden toegenomen.
13. Op de Amsterdamsestraatweg zijn op verschillende plaatsen luchtmonsters genomen. Deze monsters zijn onderzocht op de aanwezigheid van asbest. Uit de analyses is gebleken dat er geen verhoogde concentraties van asbest in de lucht aanwezig waren.
14. Wij hebben de bewoners van de wijk Zuilen, die in de nacht van de brand waarschijnlijk last hebben gehad van rook en stank, per huis-aan-huis verspreide brief gemeld dat bij de brand geen schadelijke stoffen in de woonwijken zijn aangetroffen, en dat zij zich geen zorgen hoefden te maken over hun gezondheid. De brief is ook in supermarkten opgehangen.
15. De brandweer heeft ter plekke geconstateerd waar de rookontwikkeling het meest tot hinder aanleiding gaf. Die verkenning is de basis geweest voor de vaststelling van het verspreidingsgebied van de brief; het betrof ongeveer 10.000 adressen. Het was niet doenlijk de brief huis-aan-huis te verspreiden in álle wijken waar de brand kon worden geroken.
16. Het hoofd van de afdeling Communicatie heeft aan de raad een afschrift gestuurd.
---- --