Secretarie
Bestuurscommunicatie
Informatie
| |Postbus 16200 | | |3500 CE Utrecht | | |Telefoon: (030) 286 1132 | | |Fax: (030) 286 1143 | | |Internet: www.utrecht.nl |
Toelichting op besluiten van het college van burgemeester en wethouders
1 juli 2003
Persconferentie naar aanleiding van de collegevergadering om 16.00 uur in de perskamer van het stadhuis.
1. Haalbaarheidsonderzoek parkeerlaag onder WA terrein
De gemeente Utrecht start een onderzoek naar de haalbaarheid van een parkeergarage onder een nieuwbouwproject van stichting Altrecht op het Willem Arntz-terrein. Uitgezocht wordt of het mogelijk is onder de nieuwbouw een extra parkeerlaag te realiseren. De gemeente gaat daarover in gesprek met Altrecht. De te realiseren parkeerplaatsen zijn bedoeld voor bewoners in dat deel van de binnenstad. Zodra de parkeerlaag klaar is, kunnen bewoners hun auto daar parkeren tegen betaling en in ruil voor hun parkeervergunning op straat. Dit gebeurt op vrijwillige basis. Daarmee draagt deze parkeergaarage bij aan het beleid om de binnenstad gedeeltelijk parkeervrij te maken. Dit beleid staat in de Ontwerp Parkeernota 2003 'Parkeren, een kwestie van kiezen' die dit voorjaar is vrijgegeven voor inspraak. Het besluit om de belanghebbende parkeergarage echt te realiseren, neemt het college na vaststelling van de nieuwe Parkeernota door de gemeenteraad. De commissie voor Verkeer en Beheer wordt over de haalbaarheidsstudie geïnformeerd.
2. Prioriteiten bedrijfsgerichte milieutaken
Om de leefbaarheid in Utrecht te verbeteren, komt de prioriteit bij de uitvoering van de Wet Milieubeheer te liggen bij het afhandelen van klachten van burgers over overlast van bedrijven. Daarnaast zet het college van burgemeester en wethouders in op het zoveel mogelijk beperken van veiligheidsrisico's. De personele capaciteit bij het uitvoeren van de Wet Milieubeheer is beperkt. Daarom heeft het college prioriteiten gesteld. Zaken met lange termijn gevolgen voor het milieu krijgen wat het college betreft op dit moment minder prioriteit. Het college heeft de risico's die aan deze keuze verbonden zijn, geïnventariseerd en vindt deze toelaatbaar. De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de milieuwetgeving waaronder de Wet Milieubeheer (WM). Deze wet regelt het milieubeleid, het verlenen van vergunningen en de handhaving van ongeveer 5500 bedrijven. De huidige beschikbare capaciteit aan toezichthouders e.d. is te klein om op een adequate wijze alle WM-taken uit te voeren. Het college heeft daarom prioriteitskeuzen gemaakt, waardoor een deel van wettelijke taken structureler wordt aangepakt en andere taken minder aandacht zullen krijgen. De commissie voor Verkeer en Beheer wordt over de prioriteitskeuze van het college voor bedrijfsgerichte milieutaken geïnformeerd.
3. Beleidsmonitor Verkeer 2002
Het college van burgemeester en wethouders heeft kennis genomen van de Beleidsmonitor Verkeer 2002. In de Beleidsmonitor zijn gegevens over het verkeer in 2002 in Utrecht opgenomen. Met ingang van 2002 verzamelt gemeente Utrecht jaarlijks diverse gegevens over het verkeer in de stad. Deze gegevens zijn nodig voor de onderbouwing en evaluatie van het verkeersbeleid. Op deze manier is Utrecht in staat adequaat de vinger aan de pols te houden van het verkeersbeleid. Naast een beleidsvoorbereidend en toetsend instrument voor intern gebruik, is de Beleidsmonitor Verkeer ook interessant voor anderen, zoals belangenorganisaties en andere overheden. De Beleidsmonitor biedt inzicht in de huidige verkeerssituatie en verkeersontwikkelingen in Utrecht. Zo zijn in 2002 onder meer objectieve rijtijdmetingen voor de fiets, het openbaar vervoer en de auto uitgevoerd en hebben verkeerstellingen plaatsgevonden. Hieruit blijkt bijvoorbeeld dat het centrum van Utrecht in de meeste gevallen het snelst met de auto te bereiken is. De komende jaren worden dezelfde soort gegevens verzameld zodat in de loop van de tijd inzicht ontstaat in trends en ontwikkelingen die zich voordoen in het verkeer (welke veranderingen ontstaan er bijvoorbeeld in de rijtijden, kan er sneller worden gereden, of neemt de snelheid juist af en komt er meer gemotoriseerd verkeer Utrecht binnen). Bovendien kunnen deze ontwikkelingen worden gekoppeld aan de maatregelen die het gemeentebestuur daarop neemt en ontstaat inzicht in het effect ervan. De belangrijkste gegevens zijn samengevat in het boekje 'Beleidsmonitor Verkeer 2002'. Dit boekje kan worden opgevraagd bij de gemeente Utrecht, Dienst Stadsontwikkeling, Vakgroep Verkeer, mw. P. Vos, tel (030) 286 41 59. De commissie voor Verkeer en Beheer wordt over de Beleidsmonitor Verkeer 2002 geïnformeerd.
4. Vervanging centrale verkeerscomputer
Gemeente Utrecht gaat onderzoeken welk type computer het best kan worden aangeschaft ter vervanging van de huidige centrale verkeerscomputer. Daarnaast wordt bekeken waar deze nieuwe computer het best kan komen te staan. Het college van burgemeester en wethouders stelt voor het onderzoek een bedrag van EUR 50.000 beschikbaar. De centrale verkeerscomputer die nu in het politiebureau aan het Paardenveld staat, is aan vervanging toe. Met deze computer zijn alle verkeersregelinstallaties (VRI's) in de stad verbonden. Wanneer een van deze installaties uitvalt, wordt dit gemeld aan de centrale computer, zodat de VRI kan worden gerepareerd. De centrale verkeerscomputer werd in 1995 aangeschaft en kreeg een plaats in het bureau van de politie. Op basis van een tienjarige overeenkomst zorgde de politie voor het onderhoud. De centrale verkeerscomputer is nu technisch afgeschreven en de politie wil geen nieuwe overeenkomst sluiten omdat regeling van verkeer in de stad niet langer als een politietaak wordt beschouwd. Gemeente Utrecht gaat daarom op zoek naar een nieuwe computer en een plaats om deze neer te zetten.
5. CUBE project innovatieve technostarters
In het collegeprogramma is opgenomen dat er meer bedrijfsverzamelgebouwen voor startende ondernemers moeten komen en dat het college het klimaat voor en initiatieven van startende ondernemers zal stimuleren. Het college heeft daarom besloten om te participeren in het CUBE Technostarterscentrum met ruim EUR 880.000. CUBE staat voor Centrum Utrecht Bedrijven Expertise en is een initiatief van de Hogeschool van Utrecht. Doel is een structurele voorziening in de regio Utrecht te krijgen voor innovatieve technostarters. Er komt een bedrijfsverzamelgebouw (van circa 1000 m2) in het gebouw van de Hogeschool van Utrecht en de startende ondernemers krijgen ondersteuning (zowel productgericht als ondernemersvaardigheden). Aan het project kunnen 62 starters deelnemen en 45 zogeheten 'prestarters', studenten die in hun laatste jaar een afstudeervariant kiezen en daarna een eigen bedrijf willen starten.
6. Zwart asfalt voor HOV-baan in Leidsche Rijn
De HOV-baan in Leidsche Rijn wordt uitgevoerd in zwart asfalt. Het college van burgemeester en wethouders besloot daartoe op basis van de uitkomsten van een onderzoek dat onlangs is uitgevoerd. Met dit besluit zullen de werkzaamheden voor de aanleg van de HOV-tracés in Leidsche Rijn snel worden hervat. Het onderzoek is uitgevoerd om te bekijken of met de keuze voor een andere materiaalsoort dan beton de kosten voor aanleg en onderhoud van de baan kunnen worden bespaard. Daarnaast wilde het college meer zekerheid over de geschiktheid van de ondergrond in Leidsche Rijn voor uitvoering van de baan in beton. Ook de ervaringen met de HOV-baan in de binnenstad zijn in het onderzoek betrokken, nu bijvoorbeeld is gebleken dat de rode epoxylaag onvoldoende duurzaam is. Uit het onderzoek blijkt dat de ondergrond van Leidsche Rijn de houdbaarheid van een betonbaan gedurende veertig jaar niet garandeert. Uitgangspunt voor het toepassen van een betonbaan is een maximale zetting van vijf centimeter in veertig jaar. Gelet op de bouwactiviteiten in het gebied en de ongelijkmatige samenstelling van de ondergrond wordt de kans op ongelijkmatige zettingen en daardoor breuken in het beton te groot. Hoewel de kans op zo'n breuk klein is, zou dit leiden tot grote overlast voor de busgebruikers en wordt de dienstregeling van de busbaan ernstig verstoord. Het toepassen van asfalt is bovendien ongeveer EUR 4 miljoen goedkoper dan de aanleg in beton. De keuze om asfalt toe te passen wordt ook nog ondersteund door de resultaten van een landelijk onderzoek naar gebruikte materialen voor busbanen. Hieruit blijkt dat gemeenten en provincies in het westen van het land, juist op grond van de zettinggevoelige ondergrond, vrijwel altijd voor asfalt kiezen.
Ook de kleur van de busbaan is tegen het licht gehouden. In de binnenstad is bewust voor een rode busbaan gekozen. Deze kleur past goed in de stedelijke omgeving met een historisch karakter. Bovendien is de HOV-baan in de stad geïntegreerd in de overige wegen. De rode HOV-baan is daardoor goed te onderscheiden van de overige wegen. In Leidsche Rijn is sprake van een nagenoeg vrij liggende busbaan in een veel minder bebouwde, soms zelfs landelijke omgeving. Het college besloot daarom in Leidsche Rijn de HOV-baan in zwart asfalt uit te voeren. Nu de keuze voor de verharding van de HOV-baan is gemaakt, kan de uitvoering snel beginnen. Komend najaar start de aanleg van de baan in Veldhuizen. Daarna worden de tracés in Langerak en Parkwijk aangelegd.
7. Schoolwoningen bij Rijnsweerdschool
Het college vindt de locatie voor de uitbreiding van de openbare Daltonschool aan de Jan Muschlaan niet geschikt. De school wil uitbreiden met acht lokalen en een speellokaal op basis van tijdelijk gebruik, aan de randen van het schoolplein. Dit is in strijd met het geldende bestemminsplan Rijnsweerd-Zuid. Het college is bereid mee te denken om de ontwikkeling van schoolwoningen in de buurt van het huidige schoolgebouw te situeren.
8. Velvergunning t.b.v. Strijkviertel
Het college heeft besloten tot het verlenen van een velvergunning voor het vellen van 65 bomen met een stamdoorsnede 15 - 1.40 cm.
De reconstructie in Strijkviertel zal ongeveer tot eind 2003 gaan duren.
Het plan omvat grond-, riolerings- en verhardingswerkzaamheden en is geheel in eigendom
van de Gemeente Utrecht. Aangezien de bomen niet verplantbaar zijn, vanwege de leeftijd,
conditie en soortspecifieke eigenschappen (slecht verplantbaar) is de toekomstverwachting
voor deze bomen na het verplanten nihil. Bij de nieuwe aanlegwerkzaamheden zullen ca. 71 nieuwe bomen worden aangeplant.
9. Ophoging eenmalige toeslag voor bijstandsgezinnen met kinderen
Langdurige minima (gezinnen met kinderen die langer dan drie jaar op het niveau tot 10% van het belastbaar bijstandsinkomen leven) krijgen ook dit jaar een eenmalige uitkering die bedoeld is voor vervanging van duurzame gebruiksgoederen, zoals koelkast of wasmachine. Dit jaar wordt de uitkering eenmalig opgehoogd van EUR 450 naar EUR 550. Het college honoreert hiermee de wens van de raadscommissie Maatschappelijke Ontwikkeling die hierom in februari tijdens de bespreking van de nota Minimumbeleid 2003 had gevraagd. Ook tijdens de behandeling van de Voorjaarsnota is de toezegging herhaald.
Reden voor de eenmalige ophoging is de achterblijvende koopkracht van gezinnen met kinderen. Het collegebesluit is onder voorbehoud van goedkeuring van de jaarrekening 2002 op 3 juli a.s. door de raad.
De uitbetaling van de eenmalige uitkering vindt eind augustus plaats. Dat is dan ook de laatste keer. Met ingang van 2004 wordt waarschijnlijk de nieuwe wet Werk en Bijstand van kracht. Een dergelijke uitkering voor vervanging van gebruiksgoederen is dan niet meer toegestaan. Mogelijk komt er een landelijke regeling voor in de plaats.
10. Benoeming leden Adviesorgaan Saluti
Het college heeft vandaag negen leden voor het Stedelijke Adviesorgaan Interculturalisatie Saluti benoemd. De werving voor Saluti leverde 65 reacties op. De werving vond plaats via een startconferentie op 25 maart, via de gemeentelijke website, advertenties in regionale kranten en in bladen voor zelforganisaties en via bestaande contacten. De selectiecommissie bestond uit een vertegenwoordiger van de oude adviesraden, een vertegenwoordiger namens een zelforganisatie, de ambtelijk secretaris van Saluti en iemand van de gemeente Utrecht.
De nieuwe leden zijn:
De heer G.P. Isabella
De heer A. Düzgün
Mevr. A.J.Y. Deekman
Mevr. S.P. Sue
De heer R.P.H. Bodegraven
Mevr. C.D. van Rest - van Nieuwkerk
Mevr. E. Hernández Pedrero
Mevr. F. Kassi
Mevr. K. Zoundri
Het nieuwe adviesorgaan kiest zelf een voorzitter uit haar midden. Wethouder Spekman installeert de leden op 18 september.
Het college van b en w besloot eerder dit jaar een Stedelijk Adviesorgaan Interculturalisatie in te stellen dat het college gaat adviseren over alle beleid dat van belang is voor de positie van etnische minderheden in de stad Utrecht en dat de relaties tussen allochtonen en autochtonen beïnvloedt. Het nieuwe adviesorgaan wordt samengesteld op basis van deskundigheid van de leden. Dat doet recht aan de diversiteit van de populatie minderheden in de stad en aan het interculturalisatiebeleid dat Utrecht sinds 1997 voert.
11. Afhandeling ongevraagde adviezen van wijkraden moet beter
Het college van burgemeester en wethouders wil beter omgaan met ongevraagde adviezen van wijkraden. Voortaan geldt een uniforme werkwijze binnen de gemeentelijke organisatie die moet voldoen aan gewone servicenormen. Zo krijgen wijkraden in het vervolg standaard een ontvangstbevestiging op hun brief en binnen vier weken bericht over de wijze van afhandeling. Als inpassing nodig is in plannen die al in ontwikkeling zijn of als het college van burgemeester en wethouders zich erover moet buigen, dan krijgen wijkraden binnen vier weken bericht over de te nemen stappen en wanneer zij een collegebesluit tegemoet kunnen zien. De voorzitter van de wijkraad ontvangt bericht over het antwoord van het college op de dag dat het college het besluit neemt. Als een ongevraagd advies past binnen het vastgestelde gemeentebeleid en snel kan worden doorgevoerd, dan krijgt de wijkraad binnen vier weken bericht over het besluit. Ook de adviezen die al zijn ingediend maar nog niet zijn beantwoord, zullen nu snel worden afgehandeld. In de tussenrapportage over de voortgang van de wijkaanpak in februari 2003 bleek dat wijkraden niet tevreden waren over de afhandeling van de ongevraagde adviezen. Daarop besloot het college hierin verbetering te brengen. Sinds 2002, toen er steeds meer wijkraden van de grond kwamen, zijn in totaal zo'n 25 ongevraagde adviezen ingediend bij het college van burgemeester en wethouders. Een deel hiervan is nog niet afgehandeld. De wijkraden mogen sinds de proefperiode van de wijkaanpak van start ging, adviseren over alles wat de ontwikkeling van de wijk aangaat en ook over bovenwijkse zaken
12. Integriteitsverklaring nieuwe medewerkers
Nieuwe medewerkers moeten binnen drie maanden na indiensttreding een integriteitsverklaring afleggen. Het college van b en w voert de integriteitsverklaring in om het gemeentepersoneel meer bewust maken van hun speciale positie als ambtenaar. Vorige maand kondigde het college van burgemeester en wethouders het afleggen van een Integriteitsverklaring aan voorafgaande aan indiensttreding, als voorwaarde voor aanstelling. Hierover is advies gevraagd aan de vakorganisaties in de Commissie van Overleg. Die stelden dat deze verplichting voorbij gaat aan het bewustwordingsproces. Als nieuwe medewerker weet je dan niet waarvoor je tekent. Bovendien teken je alles om in dienst te komen. Het college geeft hieraan nu gehoor met de termijn van drie maanden.
De integriteitsverklaring wordt afgelegd ten overstaan van het diensthoofd en in aanwezigheid van de burgemeester en/of een van de wethouders. Het gaat hier om hernieuwde invoering van de eed of belofte in een modern jasje. De tekst maakt duidelijk wat de gemeente Utrecht onder integriteit verstaat en wat wordt verlangd van de ambtenaren. Iedereen spreekt dezelfde verklaring uit, ongeacht religie of achtergrond, en ondertekent deze.
Voor de huidige medewerkers organiseert Utrecht in de loop van dit jaar en volgend jaar integriteitsbijeenkomsten. Zij kunnen de integriteitsverklaring dan op vrijwillige basis afleggen.
Het college introduceert de integriteitsverklaring als onderdeel van een pakket aan maatregelen om het integriteitsbewustzijn van de gemeentelijke organisatie te vergroten.
13. Definitief inrichtingsplan parkeergarage Lucasbolwerk afgerond
Het college heeft het definitieve inrichtingsplan voor de parkeergarage en het fietstransferium Lucasbolwerk vastgesteld. In dit inrichtingsplan wordt weergegeven hoe de inrichting van het maaiveld er uit komt te zien. Op basis van het definitieve inrichtingsplan wordt een vrijstelling van het geldende bestemmingsplan aangevraagd (art. 19 lid 1, Wet op de Ruimtelijke Ordening).
Het definitieve inrichtingsplan wijkt op een aantal punten af van het voorlopige inrichtingsplan. Zo is de hellingbaan van de parkeergarage iets verschoven richting de Lucasbrug. Ook is de hellingbaan van het fietstransferium verschoven. Deze ligt nu direct naast het HOV-perron. Verder is de diameteromvang van de lichtschacht van de parkeergarage nagenoeg gehalveerd (van 10,4 naar 5,6 meter) en blijft de fontein met de muzen op zijn huidige plaats. Tot slot heeft een onafhankelijk adviesbureau nader onderzoek gedaan naar de te verplanten en verwijderen bomen. De uitkomst is dat er meer monumentale bomen kunnen worden behouden dan in eerste instantie werd gedacht.
De komende maanden wordt doorgewerkt aan het architectonisch en technisch ontwerp van de parkeergarage. Dit najaar wordt het Definitief Ontwerp van parkeergarage en fietstransferium Lucasbolwerk voorgelegd aan het college. Daarna vindt de formele inspraak plaats. Vervolgens wordt het ontwerp aan de commissie voor Verkeer en Beheer en de gemeenteraad voorgelegd met het verzoek een krediet beschikbaar te stellen voor de realisatie van de parkeergarage en het fietstransferium.
14. Beheervisie singelgebied vastgesteld
Het college wil een krediet beschikbaar te stellen van EUR 677.000 voor het (gefaseerd) uitvoeren van de eerste maatregelen om het singelgebied te verbeteren. Het is het eerste deel van in totaal ruim EUR 1,5 miljoen dat tot en met 2006 is gereserveerd voor het singelgebied. Ook heeft het college de beheervisie Singelgebied vastgesteld. Met de beheervisie en de voorgestelde maatregelen lost het college een belofte in uit het collegeprogramma 2002-2006 in. Daarin staat dat de grote stadsparken opgeknapt worden. "Verbrokkeld groen in de Binnenstad, zoals het Lucasbolwerk (....) Park Lepelenburg (...) moeten worden aangepakt", is een citaat uit het programma. Het gebied waarvoor de beheervisie geldt betreft het Zocherplantsoen, de stadsgracht en de strook buiten de stadsgracht tot aan de gevels van de bebouwing aan de buitenzijde. In de beheervisie staan vijf ambities voor het singelgebied beschreven: 1. het moet zoveel mogelijk een aaneengesloten wandelpark zijn; 2. het moet een schoon en heel park zijn; 3. het is een park met ecologische waarde; 4. het is een cultuurhistorisch park en 5. het is een veilig park.
In tien concrete voorstellen gaat de gemeente met deze ambities aan de slag. Al eerder is een Cultuur Historische Effectrapportage (CHER) gemaakt. Bovendien is de beheervisie in een vroeg stadium voorbereid met hiervoor uitgenodigde groepen en individuele belanghebbenden. Met het bedrag dat nu beschikbaar komt kunnen de voorbereidingen, inspraak en uitvoering van de eerste maatregelen betaald worden. Deze vinden plaats in zeven deelgebieden en hebben vooral betrekking op het groen en de paden. Later zal o.m. de verlichting worden aangepakt.
---- --