Gemeente Utrecht



2003 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
52 Vragen van de heer A. Taskan
(ingekomen 1 juli 2003)


In het Utrechts Nieuwsblad van 26 juni jl. en in Dreefnieuws (Overvecht) stonden alarmerende berichten over de openstelling van speeltuinen in de wijken. De welzijnsinstellingen dienen te bezuinigen op personeel en beheerskosten en derhalve gaan de speeltuinen vaker dicht. Zo lezen we in Dreefnieuws dat de twee grote bouwspeeltuinen in de parken De Gagel en de Watertoren nog maar drie dagen open zullen gaan. De welzijnsstichting verdedigt dit besluit met het argument, dat Overvecht twee speeltuinen heeft tegen andere wijken slechts een en dat kost dus meer geld. Nu is het geen overbodige luxe om in een zo grote wijk in Overvecht Zuid en Noord een speeltuin te hebben. De afstand tussen beide speeltuinen bedraagt ruim 2 kilometer.
Ook in andere wijken dreigt gedeeltelijke sluiting van de speeltuinen. Met de schoolvakantie voor de deur en het aanhoudend mooie weer acht het CDA dit geen goede ontwikkeling. Los daarvan is het CDA altijd groot pleitbezorger geweest en nog van een zo ruim mogelijke openstelling met name ook in het weekend.
Dit leidt tot de volgende vragen:

Is het college op de hoogte van de bezuinigingen die de welzijnstichtingen voorstaan ten aanzien van de speeltuinen?

Is het college met ons van mening dat beperkte openstelling geen goede oplossing is en er wellicht beter bezuinigd kan worden op andere activiteiten of door een betere exploitatie van de speeltuinen, dan wel door het inschakelen van meer vrijwilligers, die de beroepskrachten kunnen ondersteunen? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, kan het college zorgdragen dat de openstelling van de speeltuinen zo ruim mogelijk gehandhaafd wordt, zeker in de schoolvakantie en de weekenden?
Kan het college in de rituele dans rond de contractbesprekingen rekening houden met hiervoor genoemde wensen van het CDA?


Antwoord van Burgemeester en Wethouders
(verzonden 12 augustus 2003)


Voor het jaar 2003 zijn op de gebruikelijke wijze tussen de wijkwelzijnsorganisaties en de gemeente afspraken gemaakt over het aantal openingsuren van de speeltuinen in de diverse wijken. Gelet op het beperkte budget is het niet mogelijk gebleken voor alle speeltuinen ruime openingstijden af te spreken. De wijkwelzijnsorganisaties kunnen de overeengekomen openingsuren in de loop van het subsidiejaar niet eenzijdig beperken. Het College zal toezien op een correcte naleving van de met de wijkwelzijnsorganisaties gemaakte afspraken.
Het College is met het CDA voorstander van een ruime openstelling van speeltuinen. Gelet op de beperkte financiële middelen moeten voor 2004 scherpe keuzen gemaakt worden. Bij het maken van deze keuzen zal het belang van een voorziening als een speeltuin zorgvuldig afgewogen worden tegenover het belang van andere welzijnsactiviteiten in een wijk. Het is daarbij duidelijk dat de wijkwelzijnsorganisaties streven naar een efficiënte exploitatie van de speeltuinen, de inzet van vrijwilligers (aanvullend op die van beroepskrachten) en het aanboren van externe financiers. Voor de toekomst zullen de keuzen op wijkniveau geplaatst worden in een stedelijk kader. Daarbij zullen ook activiteiten in het kader van Begeleid Spelen - het onder begeleiding van kinderwerkers spelen in de openbare ruimte (Spelenkar, Speel mee) - worden betrokken.
Binnen het bestuurlijk streven naar ruime openstelling van speeltuinen wordt aansluiting gezocht op de tijden waarop kinderen in de leeftijdsgroep van 4 t/m 12 jaar vrij zijn. Openstelling gedurende het weekeinde wordt betrokken bij de subsidiebesprekingen. Gelet op de beperkte financiële middelen kan openstelling in het weekeinde consequenties hebben voor de openstelling op werkdagen.
Ja.


---- --