Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Azië en Oceanië

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 30 juni 2003

Behandeld


- Arjen Kool


Kenmerk


- DAO-363/03

Telefoon


- 070 348 4277


Blad


- 1/1


Fax


- 070 348 5323


Bijlage(n)


- 1


E-Mail


- Arjen.kool@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen van de leden Tjon-A-Ten, Dijksma en Karimi over beëindiging bilaterale ontwikkelingssamenwerking met India

Graag - bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - de leden- Tjon-A-Ten, Dijksma en Karimi over - de beëindiging van de bilaterale ontwikkelingssamenwerkingsrelatie in India. Deze vragen werden ingezonden op 6 en 13 juni - met respectievelijk kenmerk - 2020312810 en 2020313260.


- De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking

A.M.A. van Ardenne- van der Hoeven

Antwoorden van mevrouw Van Ardenne-Van der Hoeven, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van de leden Tjon-A-Ten en Dijksma over beëindiging bilaterale ontwikkelingssamenwerking tussen India en Nederland.

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de officiële bekendmaking van de Indiase regering dat de bilaterale ontwikkelingssamenwerking met Nederland zal worden beëindigd ?

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Gaat u de ¤ 80 miljoen die dit jaar is uitgetrokken voor bilaterale hulp aan India een andere bestemming geven ? Zo ja, kunt u aangeven welke bestemming deze gelden zullen krijgen ? Indien de gelden niet bestemd worden voor hulp aan India, welke maatregelen bent u bereid te nemen om het door Nederland gevoerde beleid van armoede en bevordering van mensenrechten in India te continueren ?

Antwoord

Op korte termijn zal overleg plaatsvinden over de afbouw van het door Nederland gefinancierde ontwikkelingssamenwerkingsprogramma met de Indiase autoriteiten en donoren die blijven. De Nederlandse inzet hierbij zal zijn zoveel mogelijk van de huidige verplichtingen over te dragen. Dit geldt voor het gehele bilaterale programma d.w.z. voor zowel de overheid tot overheid activiteiten als de programma's die worden uitgevoerd met multilaterale instanties en met NGO's. Eventueel vrij komende middelen zullen elders worden ingezet.

Vraag 3

Wat betekent de beëindiging van de ontwikkelingssamenwerkingsrelatie voor de hulp die de Nederlandse regering nu via medefinancieringsorganisaties, zoals NOVIB, ICCO, Cordaid, Hivos, Terre des Hommes en Plan Nederland, aan particuliere organisaties in India geeft ?

Antwoord

De rechtstreekse steun door de Nederlandse medefinancieringsorganisaties aan Indiase ngo's maakt geen deel uit van het bilaterale overheid tot overheid ontwikkelingsprogramma. De Nederlandse bijdragen van de medefinancieringsorganisaties staan dan ook niet ter discussie. Het is aan de medefinancieringsorganisaties zelf om te bepalen hoeveel middelen zij in India willen besteden.

Antwoorden van mevrouw Van Ardenne-Van der Hoeven, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van het lid Karimi over beëindiging bilaterale ontwikkelingssamenwerking tussen India en Nederland.

Vraag 1

Heeft u het artikel "Nederlandse steun niet meer naar India" en het persbericht "Finance Ministry to fomulate new guidelines for bilateral aid in consultation with development partners" gelezen ?

Antwoord

Ja.

Vraag 2

In hoeverre is de volgende passage in het persbericht van het Indiase ministerie van Financiën:"It was clearly stated that the ongoing economic development cooperation projects/ programmes shall continue ensuring that there is no disruption/dislocation with the projects being allowed to run their stipulated course" in overeenstemming met uw voornemen om Nederlandse programma's spoedig over te dragen ?

Antwoord

Het feit dat het de nadrukkelijke wens is van India om de lopende programma's zorgvuldig af te bouwen geeft mij vertrouwen dat India welwillend tegenover overname van die programma's zal staan.

Vraag 3

Heeft de Indiase regering al gereageerd op het Nederlandse verzoek ? Zo ja, hoe luidde de reactie?

Antwoord

Nee, zoals hierboven aangegeven is India verzocht op korte termijn te overleggen.

Vraag 4

Op welke wijze zal de regering garanderen dat de eventueel over te dragen projecten/ programma's voortgang zullen vinden zoals bij aanvang bedoeld?

Antwoord

Bij de overdracht naar de Indiase overheid danwel andere donoren zullen hierover afspraken worden gemaakt.

Vraag 5

Wat vindt u van het Indiase standpunt dat bilaterale 'overheid-tot-overheid' steun leidt tot een veralgemenisering van ontwikkelingsmodellen hetgeen averechts werkt op de huidige 'ontwikkelingsbehoeften' ? Bent u het met de Indiase autoriteiten eens dat steun voortaan beter direct beschikbaar gesteld zou kunnen worden aan organisaties in het maatschappelijk middenveld (NGO's, universiteiten, etc) die zich met ontwikkelingssamenwerking bezig houden en dat dit de doeltreffendheid van de hulp verbetert ?

Antwoord

India heeft allereerst aangegeven dat het een zodanig ontwikkelingsniveau heeft bereikt dat het minder afhankelijk wenst te zijn van buitenlandse donoren. Dat juich ik toe. Ik ben het inhoudelijk oneens met het deelargument dat overheid tot overheid steun leidt tot veralgemenisering.

Het uitgangspunt van de Nederlandse bilaterale ontwikkelingssamenwerking is de sectorale benadering binnen PRSP's of soortgelijke kaders. Juist het toenemende samenspel van overheden en maatschappelijke actoren daarbinnen - hoe moeilijk ook - acht ik van groot belang en dit leidt n.m.m. zeker niet tot veralgemenisering van ontwikkelingsmodellen. In die zin sluit de beslissing van de Indiase centrale autoriteiten de weg naar dergelijke multi-actor vormen van samenwerking af.

Vraag 6

Bent u voornemens om de Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingsrelatie met India in dit licht te herzien in plaats van alle bilaterale hulp direct op te schorten c.q. te beëindigen ? Zo neen, waarom niet ?

Antwoord

Verwijzend naar de voorgaande beantwoording moge duidelijk zijn dat ik niet voornemens ben het verzoek van de Indiase regering aan de Nederlandse regering om de bilaterale hulprelatie te beëindigen naast mij neer te leggen.

Vraag 7

Wanneer bent u van plan de Kamer hierover te informeren, zeker gezien het feit dat er op basis van het huidige beleid een langdurige ontwikkelingssamenwerkingsrelatie met India is aangegaan en stopzetting hiervan een welhaast onomkeerbaar proces is ?

Antwoord

Zodra overlegd is met India en duidelijkheid bestaat over de invulling van de afbouwstrategie zal ik de Kamer daarvan op de hoogte brengen.


---