Universiteit van Tilburg
Opties voor personeel en directie vertekenen winst beursfondsen
Geen aantoonbaar effect personeelsopties op economische prestaties
Uit onderzoek vanuit de Universiteit van Tilburg blijkt dat er geen positieve relatie bestaat tussen het bezit (toekenning en uitoefening) van personeelsopties en de economische prestaties van de onderneming. Wel blijken als gevolg van het niet-boeken van optiekosten de winsten van AEX- en MidKap-fondsen in toenemende mate vertekend. In 2000 was de werkelijke winst circa vijf procent lager dan gerapporteerd.
Uit het onderzoek naar personeelsopties komt geen significante positieve relatie tot uitdrukking tussen het optiebezit, de optietoekenning, en de optie-uitoefening enerzijds en economische prestaties van de onderneming (inclusief het aandelenrendement) in hetzelfde jaar anderzijds. Zelfs was er een negatieve correlatie tussen bepaalde prestatiemaatstaven (het rendement op eigen vermogen, het rendement op de omzet en de koers/winst-verhouding) en het (relatieve) aantal opties dat de Raad van Bestuur in hetzelfde jaar in bezit heeft. Conclusies blijken in sterke mate afhankelijk van de gekozen prestatiemaatstaf en wellicht van de periode waarover de prestaties worden gemeten en de ondernemingskenmerken.
Verder bleek dat de mate van winstvertekening in de jaren 1998 en 1999, als gevolg van het niet-boeken van optiekosten bij de AEX- en de MidKap-fondsen, nog beperkt was tot ongeveer 1,5%, maar in 2000 snel groeide tot ongeveer 5%. Bij individuele fondsen traden grote verschillen op, zelfs tot 180%. De winstvertekening van de fondsen samen bedroeg in 1998 slechts 0,6 miljard, maar groeide tot 1,6 miljard in 2000.
De externe berichtgeving over optieregelingen laat, aldus de onderzoekers, op veel punten te wensen over. Zo hoeft de winst, volgens de gangbare regels, niet te worden gecorrigeerd voor de kosten van de verleende opties. Ook de schuld wegens verleende opties hoeft in de praktijk niet te worden geboekt waardoor een incompleet beeld van de vermogensstructuur van de onderneming wordt gegeven.
Het onderzoek naar theoretische en empirische aspecten van personeelsopties in Nederland werd verricht door een onderzoeksteam bestaande uit prof. dr. Piet Duffhues, prof. dr. Rezaul Kabir en prof. dr. Gerard Mertens. Het onderzoek werd financieel ondersteund door de pensioenfondsen ABP en PGGM en door SCGOP.
De auteurs bevelen aan om een nieuwe optievorm te ontwikkelen op basis van een gemiddelde aandelenkoers over een lange periode, zodat managers voor alle tijdens hun regime tot stand gekomen aandelenkoersen verantwoordelijk worden gehouden, en niet alleen voor de gunstige koersen waarop snel optiewinst kan worden behaald.
Noot voor de pers
Het onderzoeksrapport is getiteld: Personeelsopties (Ontwikkelingen, economische prestaties, winstvertekening en externe verslaggeving van Nederlandse beursondernemingen). Het rapport is kostenloos te downloaden. Meer informatie over het onderzoek: prof.dr. Piet Duffhues, tel: 013 466 2419, e-mail: p.j.w.duffhues@uvt.nl. Informatie over onderzoekers van de UvT is te vinden op webwijs. Algemene informatie: Voorlichting en Externe Betrekkingen van de UvT: tel: 013 466 2000, e-mail: voorlichting@uvt.nl.
Tilburg, 1 juli 2003
Laatst gewijzigd: dinsdag 01 juli 2003