College Bescherming Persoonsgegevens



1 juli 2003


Controle op naleving WBP-Meldingsplicht

Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) gaat vanaf vandaag steekproefsgewijs controleren of de meldingsplicht op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) wordt nageleefd. De eerste controle gaat plaatsvinden in gemeenten, bij zorgverzekeraars, arbodiensten en bij direct marketing bedrijven. De afgelopen maanden is het WBP-Meldingenbestand geanalyseerd en zijn deze sectoren meermalen opgeroepen de meldingsplicht na te leven. De controle concentreert zich op organisaties waarvan in het geheel nog geen meldingen zijn ontvangen. Overigens kan er ook op basis van klachten van betrokkenen een controle naar de meldingsplicht gestart worden.

Het CBP heeft tevens Regels voor Boetevaststelling opgesteld. Hiermee beoogt het CBP inzicht te verschaffen in:

* de hoogte van boetes die verantwoordelijken kunnen verwachten bij het niet of onvoldoende naleven van de WBP-Meldingsplicht
* in de redenen om in individuele gevallen geen boete op te leggen en

* in het aangiftebeleid van het CBP bij het niet naleven van de meldingsplicht.

De Regels voor de Boetevaststelling van het CBP zijn gepubliceerd in de Staatscourant (123, 1 juli 2003) en op de website van het CBP.

Bedrijven, organisaties en instellingen zijn op basis van de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP), die op 1 september 2001 in werking trad, verplicht verwerkingen van persoonsgegevens te melden bij het College bescherming persoonsgegevens (CBP) of de Functionaris voor de Gegevensbescherming (FG), tenzij er een vrijstelling geldt. Bij het uitblijven van een melding kan per overtreding een boete van maximaal 4500 euro worden opgelegd. Overtreding van de meldingsplicht is tevens een strafbaar feit.

Met deze systematische controle wil het CBP benadrukken dat het melden van verwerkingen van persoonsgegevens een wettelijke plicht is. Na deze eerste controleacties zal wederom een stand van zaken rondom de WBP-Meldingen worden opgemaakt en eventuele vervolgstappen worden ondernomen.

Over het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) - onder de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) - houdt toezicht op de naleving van wetten die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet het gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een vrijstelling geldt.

Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in overeenstemming is met de wet en daaraan zonodig gevolgen verbinden. Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd. Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.