SPEECH/03/337
Romano Prodi
Voorzitter van de Europese Commissie
Conclusies van een halfjaar Grieks voorzitterschap
Europees Parlement
Straatsburg, 1 juli 2003
Excellentie,
Mijnheer de voorzitter,
Dames en heren,
Wij zijn nu bijna halfweg een jaar dat rijk is aan ambitieuze
projecten en diepgaande debatten die het beeld en de toekomst van
Europa zullen bepalen. Dit jaar heeft onvermijdelijk heel wat hard,
baanbrekend werk gevraagd, aangezien het valt tussen de invoering van
de euro en de grootste uitbreiding in onze geschiedenis.
Ik feliciteer van harte premier Simitis en alle vrouwen en mannen die
met hem hebben samengewerkt bij het coördineren van onze politieke en
institutionele doelstellingen en ons hebben geholpen bij ons streven
om deze te verwezenlijken.
Ik zou de aandacht meer in het bijzonder willen vestigen op vier van
deze doelstellingen:
* de afronding van de werkzaamheden van de Conventie
* de hervorming van de Commissie
* de enorme vooruitgang die bij de tenuitvoerlegging van de
Tampere-agenda is geboekt
de nieuwe status van de Europese politieke partijen
Ik kan echter niet doorgaan zonder een aantal van de andere
belangrijke evenementen van de voorbije zes maanden te vermelden: de
afronding van de toetredingsonderhandelingen en de inspanningen die
zijn geleverd om de moeilijke interne en internationale situatie, die
werd veroorzaakt door de oorlog in Irak, aan te pakken.
De hervorming van ons gemeenschappelijk landbouwbeleid verdient
eveneens een speciale vermelding, aangezien de overeenkomst van vorige
week het hoogtepunt vormde van de voorbije zes maanden.
Een van de sleutels voor dit succes was het advies dat door de
Landbouwcommissie van dit Parlement, onder voorzitterschap van de heer
Joseph Daul, werd uitgebracht en waarvoor ik u wil bedanken. Hoewel
het om een bijzonder complexe en netelige aangelegenheid ging, is de
Landbouwcommissie erin geslaagd haar advies voldoende tijdig uit te
brengen om het ons mogelijk te maken de onderhandelingen af te ronden.
De, zij het gedeeltelijke, loskoppeling van de communautaire
productiesubsidies, gecombineerd met maatregelen op het gebied van
landbeheer, milieu en voedselzekerheid is een revolutionaire stap in
onze landbouw.
Wij beschikken thans over een goede springplank om een rol te gaan
spelen in de onderhandelingen in de WTO en ik hoop dat onze
internationale partners ook hun bijdrage hiertoe zullen leveren.
De voorbije zes maanden heeft het Griekse voorzitterschap ons veilig
doorheen de moeilijkste momenten geloodst met dat onfeilbare gevoel en
talent voor debat dat het Griekse volk sinds het ontstaan van onze
beschaving kenmerkt.
1. De Conventie
In de Unie werd de eerste helft van het jaar gedomineerd door de
werkzaamheden van de Conventie, die haar werkzaamheden vrijwel had
afgerond toen de Europese Raad van Thessaloniki begon.
Eén van de aspecten van de Conventie die de media over het hoofd
lijken te hebben gezien, is dat zij heeft gefunctioneerd. Voor de
allereerste keer werd een breed scala van standpunten over onze
toekomst in een openbaar forum in alle openheid besproken.
Dat is een formule die wij kunnen gebruiken wanneer onze grondwet in
het licht van nieuwe ontwikkelingen moet worden gewijzigd.
Zoals u weet, heeft het eigenlijke ontwerp van grondwet volgens de
Commissie positieve en negatieve kanten.
* De grondwet draagt bij tot de doorzichtigheid van de Unie dankzij
de vereenvoudiging en de vermindering van het aantal
wetgevingsinstrumenten en dankzij een betere verdeling van de
bevoegdheden tussen de instellingen.
* De democratische legitimiteit wordt versterkt door de vrijwel
algemene invoering van de medebeslissingsprocedure.
* De grondwet geeft ons de gelegenheid om onze stem te laten horen
op het wereldtoneel door via de invoering van de functie van
minister van Buitenlandse zaken voor de hele Unie, de toekenning
van één rechtspersoonlijkheid aan de Unie en de nieuwe bepalingen
inzake het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en
defensie.
* En wij mogen niet vergeten dat het ontwerp van grondwet thans het
Handvest van de grondrechten omvat, dat de rechten van de Europese
burgers waarborgt.
* Dat zijn de sterke kanten van de grondwet, maar er zijn ook zwakke
punten waar het bereikte compromis niet aan onze verwachtingen
voldoet.
* De ontwerp-grondwet breidt de stemming met gekwalificeerde
meerderheid uit, maar gaat niet ver genoeg, omdat de voorgestelde
oplossing het risico van verlamming inhoudt in een Unie met 25 of
30 leden.
* Op het niveau van de instellingen zal de burger het moeilijk te
begrijpen vinden waarom slechts de helft van de Commissieleden
stemrecht zullen hebben in het College. Hij zal er evenveel moeite
mee hebben de rol van de voorzitter van de Raad en de rol van de
voorzitter van de Commissie, die elkaar dreigen te overlappen, te
begrijpen.
Hoewel enige vooruitgang is geboekt op het gebied van de economische
governance, zijn voor de externe vertegenwoordiging van de euro meer
inspanningen vereist.
Het gaat hier niet om technische kwesties. In hun totaliteit
verzwakken zij echter het beeld van het verenigde Europa dat wij aan
de toekomstige generaties willen doorgeven.
Wij moeten de twijfels en angsten van vandaag overwinnen en de blik op
de toekomst richten. Als wij de sprong voorwaarts vandaag niet maken,
zal Europa over 30 of 40 jaar geen rol te vervullen hebben op het
internationale toneel.
Alles bij elkaar genomen, is het ontwerp van de Conventie echter een
goede grondslag voor de werkzaamheden van de intergouvernementele
conferentie, die tot taak zal hebben de definitieve versie goed te
keuren.
De Commissie zal zich beijveren om verbeteringen aan te brengen, te
beginnen met het advies dat in september voor het begin van de IGC zal
worden gepubliceerd.
2. De hervorming van de Commissie en van het personeelsstatuut
Het laatste jaar van het mandaat van mijn Commissie nadert. Vanaf het
begin heb ik de hervorming van de Commissie als een prioriteit
beschouwd en reeds in maart 2000 hebben wij een witboek uitgebracht.
Een essentieel onderdeel van deze hervorming was een algehele
herziening van het statuut van de Europese ambtenaren. Een wijziging
was nodig om twee belangrijke redenen:
* bij de grondige herziening van onze instellingen konden wij niet
nalaten het personeelsstatuut eveneens te moderniseren;
de burgers verwachten veel van het Euopees openbaar ambt, met name
op het gebied van doeltreffendheid en verantwoordelijkheidsgevoel.
Ook hier wens ik het Griekse voorzitterschap mijn erkentelijkheid te
betuigen voor het impuls dat het aan deze bijzonder moeilijke
onderhandelingen heeft gegeven.
Dankzij deze inspanningen hebben wij een consensus bereikt over het
best mogelijke compromis, een compromis waarin - staat u mij toe dat
te onderstrepen - de hoofdlijnen van de oorspronkelijke voorstellen
van de Commissie werden gerespecteerd.
In aansluiting op dit akkoord zal de Commissie in het najaar een
tweede voorstel indienen, waarin uiteraard rekening zal worden
gehouden met de resolutie van het Parlement van 19 juni en de
onderhandelingen tussen de vertegenwoordigers van het personeel, de
instellingen en de lidstaten in het kader van de overlegcommissie.
Het is de bedoeling het nieuwe statuut volgend jaar op 1 mei, de datum
van toetreding van onze nieuwe lidstaten, in werking te doen treden.
Maar behalve naar deze onmiddellijke doelstelling, gaat mijn
belangstelling uit naar het uiteindelijke politieke doel van deze
operatie, namelijk het garanderen van de continuïteit, de
onafhankelijkheid en de kwaliteit van onze openbare dienst. Ik heb in
mijn leven met vele administratieve diensten samengewerkt en zelden
ben ik getuige geweest van zoveel toewijding en een zo hoog
kwaliteitsniveau als in de Europese instellingen.
Ik ben van mening dat het nieuwe personeelsstatuut onze Europese
openbare dienst zal versterken, deze nieuwe energie zal geven en met
nieuwe trots zal vervullen, vooral nu collega's uit tien nieuwe landen
worden verwacht. Ik ben ervan overtuigd dat alle betrokken partijen
alles in het werk zullen stellen om dit doel te bereiken.
3. Immigratie en asielbeleid, beheer van de buitengrenzen van de Unie
Wat dit derde punt betreft, zou de Commissie het Griekse
voorzitterschap willen feliciteren met het coherente en evenwichtige
standpunt dat het steeds heeft ingenomen over het immigratie- en
asielbeleid en over het beheer van de buitengrenzen van de Unie.
Ik stel met genoegen vast dat bij de conclusies van de Europese Raad
is uitgegaan van de mededelingen van de Commissie van 4 juni.
Ik ben ervan overtuigd dat wij, rekening houdend met de vooruitgang
die in het afgelopen jaar is geboekt en dankzij de impuls die werd
gegeven op de Top van Sevilla, een gezonde basis zullen hebben voor
ons gemeenschappelijk beleid.
De communautaire financiering moet geleidelijk worden afgestemd op
onze politieke ambities, maar wij moeten uiteraard rekening houden met
de vastgestelde beperkingen.
Volgens onze ramingen is 140 miljoen EUR noodzakelijk voor de jaren
2004 tot 2006 en 250 miljoen EUR voor een meerjaren
samenwerkingsprogramma met de niet-lidstaten voor de periode 2004 tot
2008.
Op die manier kunnen wij voortwerken tot aan de nieuwe financiële
vooruitzichten die van toepassing zijn na 2006 en wordt, zoals opnieuw
in de conclusies van Thessaloniki wordt bevestigd, aangetoond dat dit
een politieke prioriteit is voor de Unie.
Wat de betrekkingen met de derde landen betreft, zal het nieuwe
samenwerkingsprogramma dat op 11 juni door de Commissie werd
voorgesteld, een belangrijke pijler zijn van het gemeenschappelijk
terugkeerbeleid.
Het is van cruciaal belang dat het Parlement en de Raad dit instrument
goedkeuren vóór het einde van de legislatuur. Voorts moeten, met de
steun van de Raad en de lidstaten, de onderhandelingen over de
communautaire overeenkomsten worden geïntensiveerd en moet prioriteit
worden gegeven aan Rusland, Oekraïne en Marokko.
De Europese Raad heeft de Commissie gevraagd te zorgen voor een
geïntegreerd beheer van de buitengrenzen.
Zoals wij reeds herhaaldelijk hebben verklaard is de beste oplossing
de oprichting van een agentschap waardoor de strategische richtsnoeren
van de Raad, in overleg met de betreffende nationale autoriteiten, op
een efficiëntere manier kunnen worden uitgevoerd. Daarnaast leggen wij
ook de grondslagen voor het ambitieuze Europese informatiesysteem op
visumgebied (VIS).
Het is vooral van belang dat wij een evenwicht vinden tussen de
vereisten inzake veiligheid enerzijds en onze vrijheid anderzijds. De
bestrijding van clandestiene immigratie moet derhalve gepaard gaan met
maatregelen die de binnenkomst van legale immigranten in de Unie
vergemakkelijken.
In dit verband herinner ik u eraan dat er reeds enkele voorstellen ter
tafel liggen, vooral wat betreft toelating en verblijf met het oog op
werk, studie, opleiding en vrijwilligerswerk.
Het Parlement heeft reeds advies uitgebracht over deze voorstellen die
nog steeds ter bespreking liggen bij de Raad. Het is belangrijk dat
deze voorstellen worden goedgekeurd aangezien het essentiële elementen
zijn van ons beleid op het gebied van legale immigratie.
De Commissie verwelkomt het verzoek van de Europese Raad om een
globaal beleid uit te werken voor de integratie van legale
immigranten. Ook de nationale aanpak moet op gemeenschapsniveau beter
worden gecoördineerd. Een jaarverslag waarin een overzicht zou worden
gegeven van de geboekte vooruitgang zou reeds een stap zijn in die
richting.
Ook op asielgebied moeten wij eenzelfde politieke wil hebben. Tot mijn
spijt moet ik u mededelen dat de Raad geen overeenstemming heeft
bereikt over de richtlijn waarin het concept "vluchteling" wordt
gedefinieerd en de verschillende vormen van subsidiaire bescherming
worden geharmoniseerd.
Deze richtlijn vormt, samen met de richtlijn inzake procedures, de
kern van het gemeenschappelijk stelsel. Ik neem van deze gelegenheid
gebruik om u te beloven dat het Italiaanse voorzitterschap kan rekenen
op de niet-aflatende steun van de Commissie om ervoor te zorgen dat
deze twee richtlijnen uiterlijk in december worden goedgekeurd zoals
dit door de Europese Raad werd gevraagd.
4. Status van de politieke partijen en van de Parlementsleden
De Commissie is uiterst tevreden dat dit Parlement de status van de
Europese politieke partijen heeft goedgekeurd.
Dit is het vierde succes van het Griekse voorzitterschap waarover ik
het vandaag wil hebben. Ik sluit mij aan bij de vele anderen die reeds
hun waardering hebben uitgesproken voor uw bijdrage om deze uiterst
belangrijke kwestie op te lossen.
Een aantal factoren heeft bijgedragen tot dit resultaat: de
inwerkingtreding van het Verdrag van Nice, het nieuwe, door de
Commissie opgestelde voorstel, de besluitvorming bij meerderheid van
stemmen en vooral de zeer goede samenwerking tussen Commissie, Raad en
Parlement.
Dit is een perfecte illustratie van de redenen die aan de basis liggen
van de voorstellen die wij zullen indienen om de ontwerpgrondwet te
verbeteren. Het probleem van de politieke partijen is een complex
probleem dat gedurende twee jaar onopgelost bleef. Dit positieve
resultaat kon enkel worden verwezenlijkt dankzij de besluitvorming bij
meerderheid van stemmen en de medebeslissingsprocedure.
Eindelijk kunnen de Europese politieke partijen zich baseren op een
duidelijk en transparant kader en kunnen zij rekenen op een
financieringsbron die, toch gedeeltelijk, ten laste komt van de
communautaire begroting. Dit is een absolute voorwaarde voor het
beheer van de democratie en een maatregel die een onderdeel is van het
bredere proces van de Europese integratie op constitutionele basis.
In het goedgekeurde voorstel worden enkele eenvoudige en samenhangende
voorwaarden opgelegd, maar worden tegelijkertijd al te restrictieve
criteria vermeden. Het is de bedoeling tot een open pluralistisch
systeem te komen dat zoveel mogelijk standpunten vertegenwoordigt.
De politieke partijen zijn een sleutelelement van de democratische
structuur van de Unie. Zij dragen bij tot de integratie en tot een
echte Europese bewustwording. De burgers kunnen via hun politieke
partijen hun standpunten en wensen te kennen geven en de weg openen
voor een werkelijk Europees debat.
Geachte Parlementsleden,
Dit is wat ik u vandaag wilde mededelen. Zoals ik bij het begin heb
gezegd zijn er nog vele andere punten die ik zou kunnen vermelden,
maar ik denk dat het beter is om nu meer tijd te besteden aan het
debat.
Ik dank u
European Commission