European Commission

MEMO/03/140

Brussel, 26 juni 2003

Grensoverschrijdende overmakingen in euro - wijzigingen vanaf 1 juli 2003 - vaak gestelde vragen

(zie ook IP/03/901)

Welke wijzigingen vanaf 1 juli 2003?

Verordening nr. 2560/2001/EG betreffende grensoverschrijdende betalingen in euro bepaalt dat vanaf 1 juli 2003 de kosten van grensoverschrijdende transacties gelijk moeten zijn aan die van binnenlandse transacties binnen de Europese Unie. Wanneer een betaling wordt verricht in euro tussen twee rekeningen in euro, is er geen reden waarom de kosten verschillend zouden zijn wanneer een betaling een landsgrens overschrijdt. In de huidige eurozone zijn geografische grenzen niet langer monetaire grenzen.

Overeenkomstig de verordening wordt een grensoverschrijdende overmaking in euro waarbij het IBAN en de BIC worden gebruikt, gelijkgesteld met een binnenlandse overmaking. Bijgevolg moeten zowel bij de betalingsopdracht als bij ontvangst van de betaling, de kosten dezelfde zijn als van binnenlandse overmakingen.

De toepasselijke regels zijn die van het land waar de rekening zich bevindt. Voor overmakingen vanuit Nederland naar Duitsland zal de opdrachtgever Nederlandse kosten betalen en de begunstigde Duitse kosten (indien kosten worden aangerekend voor de ontvangst van binnenlandse overmakingen).

Voor welke grensoverschrijdende overmakingen moeten de kosten gelijk zijn aan die van binnenlandse overmakingen?

De overmakingen die voldoen aan alle volgende voorwaarden:
* het moet gaan om overmakingen in euro tot een bedrag van 12 500 EUR, met als bestemming een land van de Unie
* het IBAN en de BIC van de begunstigde worden door de opdrachtgever vermeld op het door zijn bank gebruikte standaardformulier (deze formulieren verschillen van de formulieren voor binnenlandse overmakingen)

* de opdrachtgever betaalt zelf zijn kosten.

Wat indien niet is voldaan aan deze voorwaarden?

Indien niet is voldaan aan een van de drie bovenvermelde voorwaarden, dan is de verordening niet van toepassing en kunnen de kosten dus veel hoger zijn.

Zijn er wijzingen voor overmakingen van meer dan 12 500 EUR?

Hiervoor geldt de verordening nog niet. De uitbreiding tot overmakingen tot een bedrag van 50 000 EUR zal op 1 januari 2006 plaatsvinden. Dit uitstel werd ingevoerd om statistische redenen. De statistieken van de grensoverschrijdende betalingen worden gebruikt door statistici om de handelsstromen te berekenen, ook binnen de Unie. Daarom moesten alle transacties worden gemeld. De verordening schaft deze systematische meldingsplicht af voor betalingen tot een bedrag van 12 500 EUR. Voor betalingen van meer dan 12 500 EUR moesten de statistici de tijd krijgen om nieuwe instrumenten voor het verzamelen van gegevens te ontwikkelen.

Wat zijn IBAN en BIC?

De verordening heeft ook tot doel het bankwezen te helpen om de overmakingssystemen te automatiseren. Het gebruik van het internationale bankrekeningnummer (IBAN) en de bankidentificatiecode (BIC) zijn noodzakelijke voorwaarden voor de automatisering. Deze kan niet plaatsvinden indien de klant deze gegevens niet verstrekt.

IBAN (International Bank Account Number) is het internationale bankrekeningnummer van de begunstigde van de betaling. De bestaande nummersystemen van bankrekeningen zijn louter nationaal en bevatten geen element aan de hand waarvan kan worden vastgesteld in welk land de rekening zich bevindt. De IBAN-norm behelst eenvoudigweg de toevoeging van een groep van vier tekens voor elk rekeningnummer: twee letters op grond waarvan het land kan worden geïdentificeerd, zoals bij een internationaal telefoonnummer, en twee cijfers om het IBAN te kunnen controleren (teneinde transcriptiefouten te voorkomen). Het IBAN telt ten hoogste 34 tekens, maar heeft een vaste lengte per land: bijvoorbeeld 16 tekens in België en 27 in Frankrijk.

Landen
Voorbeeld van een IBAN
Oostenrijk AT617601300035746811
België BE62510007547061
Denemarken DK5000400440116243
Finland FI2112345600000785
Frankrijk FR1420041010050500013M02606 Duitsland DE8937040044532013000
Griekenland GR1601101250000000012300695 Ierland IE29AIBK93115212345678
Italië IT40S0542811101000000123456 Luxemburg LU280019400644750000
Nederland NL39RABO0300065264
Portugal PT50000201231234567890154 Spanje ES0700120345030000067890
Zweden SE3550000000054910000003
Verenigd Koninkrijk GB29NWBK60161331926819

De BIC (Bank Identifier Code) identificeert louter de bank van de begunstigde van de betaling. Hij vervolledigt de door de IBAN-code verstrekte informatie. De BIC telt normaal 11 tekens, maar soms slechts ook 8. De BIC is vaak ook bekend onder de SWIFT-code of het SWIFT-adres.

Hoe IBAN en BIC van begunstigde kennen?

Deze gegevens moet door de begunstigde van de betaling worden verstrekt aan de opdrachtgever van de betaling. Opdat de klanten over deze informatie zouden beschikken, wordt in de verordening met name bepaald dat vanaf 1 juli het IBAN en de BIC van de klant op de rekeningoverzichten worden vermeld. Ook op facturen die via een grensoverschrijdende overmaking kunnen worden betaald, moeten deze gegevens worden vermeld. Alles moet in het werk worden gesteld om ervoor te zorgen dat deze informatie altijd beschikbaar is. Bovendien dienen de klanten ook te weten hoe zij deze gegevens moeten gebruiken. Daarom heeft de Commissie het bankwezen meermaals gewezen op de verspreiding van informatie over het gebruik van het IBAN en de BIC. Die Commissie heeft ook een informatiebrochure verspreid die beschikbaar is op de internetsite Europa:

http://www.europa.eu.int/comm/internal_market/en/finances/payment/area /index.htm

Wat gebeurt er indien IBAN en BIC niet worden verstrekt?

Een niet-geautomatiseerde overmaking kost de bank veel meer. Daarom hebben de banken reeds verschillende tarieven vastgesteld naar gelang van de verstrekte informatie. Aan klanten die een grensoverschrijdende overmaking moeten verrichten, zullen hoge extra kosten worden aangerekend indien zij de BIC en het IBAN van de begunstigde niet kunnen meedelen. De communautaire verordening voorziet uitdrukkelijk in de mogelijkheid om extra kosten aan te rekenen wanneer het IBAN en de BIC niet worden verstrekt.

Vallen tarieven van binnenlandse overmakingen onder de verordening?

In de verordening wordt louter het beginsel ingevoerd dat er geen discriminatie mag bestaan tussen binnenlandse en grensoverschrijdende betalingen in euro. De gelijkschakeling van de kosten zal dus leiden tot een aanzienlijke daling van de kosten van grensoverschrijdende transacties. De tarieven voor betalingsdiensten worden door de bank vastgesteld. Indien een bank van oordeel is dat zij haar inkomstenverlies als gevolg van de invoering van de verordening moet compenseren door de tarieven voor binnenlandse overmakingen te verhogen, dan staat de verordening daaraan niet in de weg. Het bankwezen heeft er herhaaldelijk op gewezen dat er tegenover één grensoverschrijdende overmaking 100 binnenlandse overmakingen staan. Uitgaande van de hypothese dat de kosten van een grensoverschrijdende overmaking 25 EUR bedroegen, volgt uit een eenvoudige berekening dat de kosten van binnenlandse overmakingen met 25 cent zullen verhogen. Maar deze redenering houdt geen rekening met de enorme productiviteitswinst die voortvloeit uit de automatisering van voorheen manuele transacties.

Sommige banken verhogen hun tarieven voor binnenlandse overmakingen. Wat denkt de Commissie hiervan?

Dankzij de door het bankwezen genomen initiatieven zullen grensoverschrijdende overmakingen even goedkoop worden als binnenlandse overmakingen. Daarom wekt het verbazing dat sommige banken zich beroepen op de communautaire verordening om een verhoging van hun tarieven te rechtvaardigen die geen verband lijkt te houden met de reële kosten. Het bankwezen had zich tegen deze verordening verzet omdat de grensoverschrijdende overmakingen maar 1% vertegenwoordigden van alle overmakingen.

Het is dus niet logisch om twee jaar later te beslissen dat binnenlandse overmakingen die in juni 2003 een paar cent kosten, vanaf juli 2003 plots een paar euro moeten kosten en om te stellen dat deze verhoging het gevolg is van de inwerkingtreding van de communautaire verordening.

De banken zijn vrij om hun tariefbeleid vast te stellen. De Commissie herinnert er niettemin aan dat er geen hogere kosten kunnen worden aangerekend indien de klant hierover niet vooraf is ingelicht (artikel 4, lid 2, van Verordening nr. 2560/2001). De Commissie moet de Raad en het Europees Parlement uiterlijk op 1 juli 2004 ook een verslag voorleggen over de ontwikkeling van de kosten van binnenlandse betalingstransacties.

Waarom waren grensoverschrijdende overmakingen zo duur?

Op nationaal niveau zijn overmakingen thans volledig geautomatiseerd: wanneer een betalingsopdracht elektronisch wordt geregistreerd (aan het loket van de bank of in het verwerkingscentrum), wordt de volledige transactie uitgevoerd zonder menselijke tussenkomst. Dit hoog automatiseringsniveau verklaart waarom er voor binnenlandse overmakingen slechts een paar cent wordt aangerekend. De meeste grensoverschrijdende overmakingen werden daarentegen manueel verwerkt, met name als gevolg van het ontbreken van gestandaardiseerde rekeningnummers. Daarom wordt in de verordening bepaald dat het beginsel van gelijke kosten zal gelden voor vergelijkbare overmakingen, dat wil zeggen grensoverschrijdende overmakingen die kunnen worden geautomatiseerd dankzij het IBAN en de BIC.

Welke acties worden ondernomen om de verwerking van overmakingen te verbeteren?

Onmiddellijk na de publicatie van de verordening in december 2001 heeft de Europese banksector de European Payment Council ingesteld. Deze structuur coördineert de totstandbrenging van een Europese betalingsruimte die even doeltreffend moet zijn als de voormalige nationale betalingsruimten. Aldus is op 28 april 2003 een clearing- en afwikkelingssysteem (STEP2) gelanceerd voor overmakingen van kleine bedragen. Dit eerste PEACH (Pan European Automatic Clearing House) zal aanvankelijk de grensoverschrijdende overmakingen verwerken. Ook werden nieuwe normen en regels vastgesteld voor deze overmakingen (project Credeuro). Soortgelijke acties worden ondernomen om met name een Europees systeem inzake directe debitering tot stand te brengen.

De Commissie van haar kant herziet momenteel het gehele rechtskader voor betalingen. Zij zal binnenkort een mededeling publiceren die met name een lijst zal bevatten met de nog bestaande belemmeringen en voorstellen om deze op te heffen.

Wat moet worden verstaan onder een eengemaakte betalingsruimte?

Het gaat om de toepassing op de betalingen van het beginsel van de afschaffing van de binnengrenzen. Het hoofdidee is ervoor te zorgen dat alle betalingstransacties die in één enkele munteenheid, namelijk de euro, worden verricht, als binnenlandse transacties worden beschouwd, ook al wordt daarbij een landsgrens overschreden. Grensoverschrijdende transacties moeten dus geleidelijk aan tegen dezelfde kosten en binnen dezelfde termijnen worden uitgevoerd als binnenlandse transacties.

In elk van de twaalf in de eurozone bestaande nationale betalingsruimten zijn de kosten van een transactie gelijk, ongeacht of de betaling een straat van de hoofdstad moet oversteken of van een afgelegen gehucht naar een ander afgelegen gehucht moet.

Dit beginsel van een eengemaakte betalingsruimte zorgt ervoor dat de twaalf nationale betalingsruimten worden omgevormd tot een enkele eurobetalingsruimte.

Hetzelfde beginsel geldt ook voor de transacties in euro die worden verricht vanuit en naar de andere staten van de EU.

Welk beleid gaat de Commissie voeren om deze eengemaakte betalingsruimte tot stand te brengen?

De totstandbrenging van deze ruimte zal verschillende jaren in beslag nemen. De Commissie werkt momenteel aan een hervorming van het rechtskader voor betalingen. De verordening is beperkt tot een harmonisatie van de tarifaire beginselen. Ook de verschillende rechtsregels met betrekking tot de verschillende betaalinstrumenten moeten worden geharmoniseerd. Zo is het vandaag bijna onmogelijk om grensoverschrijdende systemen voor automatische debitering in te voeren. Dit is met name te wijten aan het feit dat de rechtsregels van land tot land verschillen en meestal onverenigbaar zijn. Toch is automatische debitering een van de eenvoudigste betaalmiddelen.

Maar ook andere aspecten zijn essentieel, zoals interoperabiliteit en veiligheid. Op het gebied van de interoperabiliteit zijn de momenteel in de EU bestaande elektronische portemonnees nog steeds strikt nationaal. Op het gebied van de veiligheid is het belangrijk dat nieuwe normen voor het gebruik van chipkaarten en voor de controle van de geheime codes in de gehele Unie identiek zijn. In geval van verschillende veiligheidsnormen, daalt de beveiliging tot haar laagste niveau zodra een transactie een landsgrens overschrijdt. De Commissie zal over dit onderwerp op 16 september 2003 een conferentie organiseren:

http://www.europa.eu.int/comm/internal_market/en/finances/payment/area /index.htm

Hoe wordt de verordening toegepast op transacties met landen van de Unie die geen deel uitmaken van de eurozone?

Indien een Belgische onderneming een overmaking in euro toezendt aan een Britse onderneming met een rekening in euro, is de verordening van toepassing. De opdrachtgever van de betaling zal dezelfde kosten betalen als voor een binnenlandse overmaking. Indien deze Britse onderneming betalingen verricht in euro naar de eurozone, zullen de bij de betalingsopdracht aangerekende kosten dezelfde zijn als van een overmaking in euro binnen het Verenigd Koninkrijk terwijl de bij ontvangst van de betaling (eventueel) aangerekende kosten dezelfde zijn als van een binnenlandse overmaking.

Welke sancties kunnen worden getroffen?

In artikel 7 van de verordening wordt bepaald dat "de naleving van deze verordening wordt verzekerd door doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties."

De verantwoordelijkheid voor het treffen van dergelijke sancties berust bij de individuele lidstaten. Dit is een beginsel van het Gemeenschapsrecht: elke lidstaat moet er zorg voor dragen dat inbreuken op het Gemeenschapsrecht op dezelfde wijze worden bestraft als inbreuken op het nationale recht.