Database vrijgelaten slaven en eigenaren uit Suriname Den Haag, 1 juli 2003
Naar schatting 45.000 slaven werden vrij mens op 1 juli 1863, dit jaar
140 jaar geleden. Op die dag schafte Nederland de slavernij af in zijn
koloniën. De meeste slaven (34.000) woonden in Suriname. Wie die
geëmancipeerde slaven eigenlijk waren, daarover was tot nu weinig
bekend. De nieuwe database Emancipatie brengt daar verandering in. U
kunt hierin vele persoonlijke gegevens van de slaven achterhalen. De
database bevat momenteel de stadsslaven van Paramaribo (4.320 namen).
In de loop van dit jaar zullen de slaven van alle andere districten
(30.121 namen) opvraagbaar zijn via de website van het Nationaal
Archief. Tot die tijd kunt u voor de gegevens over de slaven buiten
Paramaribo terecht op de website
www.surinamistiek.nl/Slavernijverleden
De onderzoekers
De database 'Emancipatie' is de nieuwste aanwinst van de grote
historische database Suriname van het Nationaal Archief. De gegevens
voor deze nieuwe databank 'Emancipatie' heeft het archief gekregen van
de onderzoekers Okke ten Hove en Heinrich Helstone. Zij zijn erin
geslaagd om Nederlandse en Surinaamse archieven toegankelijk te maken
die ons veel vertellen over de 34.000 slaven uit Suriname. Voor wie
zij werkten bijvoorbeeld, wat voor werk ze precies deden maar ook
welke godsdienst ze hadden. Het nieuwe onderzoek brengt ook in kaart
wie de slaveneigenaren waren en hoeveel slaven ze bezaten.
Compensatieregeling
In 1848 had Nederland al besloten dat de slavernij zou worden
afgeschaft. Toch duurde het nog tot 1863 voordat het zover was, omdat
het parlement het niet eens kon worden over de schadevergoeding die de
slaveneigenaar moest krijgen die door de afschaffing werknemers
kwijtraakte. Uiteindelijk komt vast te staan dat hij voor iedere slaaf
300 gulden compensatie ontvangt. Om er zeker van te zijn dat de staat
niet te veel uitkeert, is de slaveneigenaar verplicht een lijst met
vragen te beantwoorden, een zogeheten borderel. De overheid wil
precies weten hoeveel slaven hij heeft, waar ze werken, wat hun beroep
is, hun leeftijd en religie. Deze borderellen zijn na gebruik bewaard
gebleven in het archief van de Algemene Rekenkamer dat het Nationaal
Archief bewaart. De Rekenkamer had de taak de compensatie (in totaal
10 miljoen) nauwgezet bij te houden. Historicus ten Hove heeft alle
gegevens in dit archief over zowel de slaaf als de eigenaar
overgenomen.
Emancipatieregister
Een tweede bron die de historicus heeft gebruikt, is het
emancipatieregister. Een staatscommissie trekt in het voorjaar van
1863 langs de Surinaamse plantages om te controleren of de slaven die
hun eigenaren hebben opgegeven in de borderellen ook echt bestaan.
Deze commissie doet nog iets: ze voorziet alle slaven van een
familienaam. Alle persoonsgegevens van elk familielid van elke
plantage schrijft de commissie op in het emancipatieregister, zoals de
roepnaam, het geslacht, de leeftijd. De inhoud van dit register, dat
in Paramaribo wordt bewaard, heeft onderzoeker Heinrich Helstone in
kaart gebracht.
Zoeken en vinden
De database 'Emancipatie' bevat momenteel de stadsslaven van
Paramaribo (4.320 namen). In de loop van dit jaar zullen de slaven van
alle andere Surinaamse districten (30.121 namen) opvraagbaar zijn via
de website van het Nationaal Archief. Belangstellenden kunnen in de
database zoeken op de categorieën 'slaven', 'eigenaren' en 'slaven en
eigenaren'. Als u nu geen treffers vindt bij de naam die u invoert,
komt dit waarschijnlijk omdat de betreffende slaaf of familie in 1863
niet in Paramaribo maar in een van de andere districten woonde. Op de
website www.surinamistiek.nl/Slavernijverleden vindt u alle
familienamen van de plantages buiten de hoofdstad. Het kan ook zijn
dat de naam die u zoekt van een slaaf is die vóór 1863 is vrijgelaten.
Een aanzienlijk aantal van deze vrijgelaten slaven (ook wel
gemanumitteerden genoemd) vindt u in de database manumissies
1832-1863.