Ministerie van Algemene Zaken

Antwoorden op de vragen van het lid Duyvendak (GroenLinks), mede namens de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Landbouw, Natuurbeheer en Visserij d.d. 3 juni 2003, nr. 2020312310
---
Vragen 1 t/m 7:

1. Klopt het dat de politieke verantwoordelijkheid voor de Voedsel- en Warenautoriteit (VWa) wordt overgeheveld naar het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij?
2. Wat zijn de redenen geweest voor deze verandering van verantwoordelijkheid?
3. Is de plaats van de VWa aan de orde geweest in de verdeling van de ministersposten, tijdens de formatie en/of tijdens het constitutionerend beraad?
4. Waarom wordt met dit besluit alsnog de uitdrukkelijke wens van de Tweede Kamer genegeerd om de VWa onder de verantwoordelijkheid te laten vallen van de minister van VWS?
5. Deelt u de mening dat door dit besluit het risico van belangenverstrengeling tussen het landbouw- economisch belang en het belang van voedselveiligheid vergroot is? Zo nee, waarom niet?
6. Deelt u de mening dat de overheveling om meer gaat dan «alleen over potloden en pennen», zoals een woordvoerder van de VWa beweert? Zo ja, waarom heeft u dan tot de overheveling besloten? Zo nee, hoe heeft de woordvoerder van de VWa dan tot deze uitspraak kunnen komen?
7. Hoe denkt u te kunnen garanderen dat de VWa, ondanks dit besluit, kan functioneren als onafhankelijke autoriteit?
Antwoorden op vragen 1 t/m 7:

1-7 Bij de formele oprichting van de Voedsel en Warenautoriteit (VWA) in juli 2002 is onderscheid gemaakt tussen enerzijds de beheersverantwoordelijkheid (het eigenaarschap) en anderzijds de aansturing (het opdrachtgeverschap ) van de VWA. De beheersverantwoordelijkheid werd gelegd bij het ministerie van VWS. De aansturing van de VWA werd verdeeld tussen de ministers van VWS en van LNV. Uitgangspunt bij dit laatste was dat VWS de VWA aanstuurt voor de wetgeving waar VWS primair voor verantwoordelijk is, terwijl LNV dat doet voor wetgeving waar LNV de primaire verantwoordelijkheid draagt. Het werkprogramma is het instrument waarmee zowel de minister van VWS (voor de wetgeving van VWS) als de minister van LNV (voor de wetgeving van LNV) de VWA aanstuurt. In het werkprogramma worden de afspraken tussen de VWA en de ministers van VWS en LNV vastgelegd op het gebied van de activiteiten die de VWA zal ondernemen, alsmede over de managementafspraken met de VWA. Aan de orde is thans een overdracht van de beheersverantwoordelijkheid van de VWA. Daarover zijn afspraken gemaakt tijdens de formatie van het nieuwe kabinet. De minister van


LNV is vanaf 27 mei 2003 verantwoordelijk voor het beheer van de VWA. Een en ander laat de huidige beleidsverantwoordelijkheid op basis van de bestaande wetgeving van de ministeries van LNV en VWS onverkort. De ministers van LNV en van VWS blijven de VWA ter zake op gelijke wijze aansturen als vóór 27 mei 2003 het geval was. In de praktijk bleek LNV een beduidend gebruik te maken, als opdrachtgever, van de VWA met name door de directe aansturing van de RVV ten tijde van crises. Bovendien was het gewenst de verantwoordelijkheid van LNV voor de kwaliteit van voedsel meer te accentueren. Daarom is besloten de VWA formatief bij LNV onder te brengen. Vraag 8:
Klopt het, dat men op het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport minder gelukkig is met het besluit? Zo ja, waarom heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport dan toch ingestemd met dit besluit?
Antwoord op vraag 8:
De minister van VWS heeft ingestemd met het besluit dat de beheersverantwoordelijkheid van de VWA overgaat, waarbij hij volledig verantwoordelijk blijft voor de opdrachten die hij vanuit zijn eigen ongewijzigde beleidsverantwoordelijkheid aan de VWA geeft.