European Commission
IP/03/840
Brussel, 16.06.2003
"Verschil moet er zijn. Discriminatie niet": Diamantopoulou wil meer
bekendheid geven aan de nieuwe Europese anti-discriminatieregels
Kent u uw rechten als u het slachtoffer van discriminatie zou zijn?
Volgens een nieuwe Eurobarometer-enquête over discriminatie antwoordt
slechts 1 op de 3 Europeanen die vraag bevestigend. Het publiek beter
bekend maken met zijn rechten is een van de hoofddoelstellingen van
een nieuwe 5-jarige Europese campagne ter bestrijding van
discriminatie op grond van ras, etnische afstamming, godsdienst,
overtuiging, leeftijd, handicap en seksuele geaardheid. Tot de
campagne werd vandaag in Brussel het startsein gegeven door de
commissaris voor Werkgelegenheid en sociale zaken, Anna
Diamantopoulou. Dit startsein valt aan de vooravond van de
inwerkingtreding van twee nieuwe EU-richtlijnen ter bestrijding van
discriminatie^(1)
---
Ter gelegenheid van de lancering van de campagne verklaarde Anna
Diamantopoulou: "De lidstaten moeten meer doen om de
anti-discriminatievoorschriften van de EU nog voor het einde van dit
jaar in werking te doen treden. Ik maak me grote zorgen dat de
lidstaten de met rasse schreden naderende deadlines niet zullen halen.
Willen zij effect sorteren, dan moeten deze nieuwe regels bekend zijn,
begrepen worden en op de juiste wijze worden gehandhaafd. Anders
blijven zij een dode letter. De Eurobarometer-enquête over
discriminatie in de EU heeft duidelijk gemaakt dat de mensen
onvoldoende bekend zijn met hun rechten. Daarom geef ik vandaag het
startsein voor een Europese voorlichtingscampagne met de boodschap
"Verschil moet er zijn. Discriminatie niet". Als we ervoor zorgen dat
onze werkplekken en andere gebieden van het dagelijks leven vrij zijn
van discriminatie, zal dat ons allemaal ten goede komen."
Volgens de resultaten van de Eurobarometer-enquête over discriminatie
geloven de meeste Europeanen dat iemands etnische afstamming,
godsdienst, handicap, seksuele geaardheid of leeftijd een belemmering
kan vormen bij het vinden van werk, zelfs bij gelijke kwalificaties.
De meerderheid is in alle omstandigheden tegen discriminatie ofschoon
zij van mening zijn dat hun medeburgers eerder tot discriminatie
geneigd zijn, vooral van etnische minderheden. De enquête bracht ook
aan het licht dat een vijfde van de ondervraagden ooit persoonlijk
getuige is geweest van discriminatie op etnische gronden (tussen 15%
in Ierland en 35% in Nederland).
De bekendheid met de rechten verschilt per land, maar over het geheel
genomen zou twee derde van de respondenten niet weten wat hun rechten
zijn als zij het slachtoffer van discriminatie zouden zijn.
Een van de hoofddoelstellingen van de informatiecampagne is deze
leemte op te vullen en de rechten en plichten uit hoofde van de nieuwe
EU-regelgeving onder de aandacht te brengen en het publiek meer in het
algemeen bewuster te maken van de voordelen van diversiteit. Met de
slogan "Verschil moet er zijn. Discriminatie niet"(2)
zullen de campagnes zich in het eerste jaar vooral richten op
discriminatie op de werkplek, met als belangrijkste doelgroepen de
vakbonden en de werkgevers.
De campagneposter beeldt discriminatie op de werkplek uit in zijn
meest extreme vorm, met identieke, uitdrukkingsloze crashtestdummy's
die routinekantoorwerk doen. Het onderschrift "Onze verschillen maken
het verschil" wil attenderen op de positieve aspecten van diversiteit
voor zowel de werkgevers als de werknemers. Zoals de recente Europese
prijzen voor diversiteit op de werkplek hebben laten zien(3)
, beginnen hoe langer hoe meer bedrijven zich voor diversiteit te
interesseren, en wel om economische redenen en niet louter om te
voldoen aan wettelijke eisen. Een diversiteitsbeleid vormt steeds
vaker een onderdeel van de bredere strategie van een onderneming om
menselijk kapitaal op te bouwen en creativiteit en innovatie te
stimuleren. De werkgevers erkennen ook dat diversiteit het imago van
het bedrijf kan verbeteren en een concurrentievoordeel oplevert in hun
omgang met klanten, leveranciers en aandeelhouders.
De website van de campagne - www.stop-discrimination.info -, die vanaf
vandaag on line is, omvat een gebruikersvriendelijke handleiding voor
de nieuwe Europese wetgeving en een samenvatting van de
Eurobarometer-enquête.
De komende maanden zullen door de nationale adviesgroepen (bestaande
uit nationale autoriteiten, de sociale partners en ngo's) nationale
campagnemaatregelen, waaronder evenementen, seminars en
media-activiteiten, ontwikkeld worden. De betrokkenheid van deze
belanghebbenden is van essentieel belang om ervoor te zorgen dat
voorzien wordt in de landspecifieke behoeften en om de bestaande
voorlichtingsactiviteiten aan te vullen. In januari jl. werd een
adviesgroep op EU-niveau (bestaande uit vertegenwoordigers van de
sociale partners op EU-niveau, het Europees Platform van sociale ngo's
en vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten) in het leven
geroepen om te adviseren over de pan-Europese aspecten van de
campagnes, waaronder de poster, de slogan en de website.
Achtergrond
De nieuwe Europese wetgeving die in 2000 werd goedgekeurd, verbiedt
rassendiscriminatie in arbeid en beroep en op andere gebieden zoals
opleiding, onderwijs en het aanbod van en de toegang tot goederen en
diensten, met inbegrip van huisvesting. Een tweede richtlijn verbiedt
discriminatie in arbeid en opleiding op grond van godsdienst en
overtuiging, handicap, leeftijd en seksuele geaardheid.
* De richtlijn inzake gelijke behandeling van personen ongeacht ras
of etnische afstamming verbiedt discriminatie van personen op
grond van hun ras of etnische afstamming en heeft betrekking op de
meeste gebieden van het dagelijks leven waarop onbillijke
behandeling hetzij direct hetzij indirect kan voorkomen. Tot die
gebieden behoren de toegang tot arbeid, de arbeidsvoorwaarden, de
beloning en de rechten en voordelen die aan een arbeidsbetrekking
verbonden zijn. Verder behoren daartoe de toegang tot onderwijs en
opleiding, sociale zekerheid en gezondheidszorg, en gelijke
rechten om goederen en diensten te kopen of te huren, met inbegrip
van huisvesting. De regeringen hebben afgesproken uiterlijk 19
juli 2003 de nodige maatregelen in te voeren om aan deze richtlijn
te voldoen. In alle landen moeten de regeringen ook een orgaan
aanwijzen dat praktische en onafhankelijke bijstand moet verlenen
aan slachtoffers van rassendiscriminatie. Dit betekent dat, daar
waar zo'n orgaan niet al bestaat, er een moet worden opgericht.
* De tweede richtlijn, inzake gelijke behandeling in arbeid en
beroep, verbiedt discriminatie in arbeid en opleiding op grond van
iemands godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele
geaardheid. In dit geval hebben de regeringen afgesproken hun
nationale wetgeving voor 2 december 2003 aan te passen, ofschoon
zij om een extra periode van maximaal drie jaar kunnen vragen om
de veranderingen met betrekking tot discriminatie op grond van
leeftijd en handicap aan te brengen. Maar als zij dat doen, moeten
zij elk jaar verslag uitbrengen over de maatregelen die zij nemen
om discriminatie op deze gronden aan te pakken, en over de
vorderingen die zij maken bij het volledig in overeenstemming
brengen van hun wetgeving met de richtlijn.
De nieuwe lidstaten(4)
moeten beide richtlijnen voor hun toetreding tot de Unie eveneens in
nationaal recht omzetten.
Meer informatie over de nieuwe wetgeving, de Eurobarometer-enquête en
de voorlichtingscampagnes is te vinden op:
www.stop-discrimination.info
(1)
Richtlijn 2000/43/EG Rassengelijkheid en Richtlijn 2000/78/EG Gelijke
behandeling in arbeid en beroep zie voor meer informatie hieronder.
(2)
De slogan "Verschil moet er zijn. Discriminatie neit" zal in elke
lidstaat in alle 11 EU-talen worden aangepast door de nationale
adviesgroepen voor de informatiecampagne (bestaande uit
regeringsvertegenwoordigers, sociale partners en ngos).
(3)
Zie persbericht van de Commissie IP/03/438
(4)
Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië,
Slowakije en de Tsjechische Republiek.