Partij van de Arbeid
Den Haag, 12 juni 2003
Vragen van de leden Dijsselbloem en Boelhouwer (beiden PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
1. Bent u bekend met de mantelcontracten zoals deze bij zowel Ministeries als Zelfstandige bestuursorganen worden aangegaan met externe adviesbureaus?
2. Kunt u inzicht verschaffen in de praktijk van deze mantelcontracten?
3. Wat is de motivatie van de rijksdiensten om mantelcontracten af te sluiten?
4. Waarom wordt de aanbestedingprocedure van de Europese richtlijnen terzake niet gevolgd per adviesopdracht?
5. Hoeveel mantelcontracten hebben genoemde onderdelen van de rijksdienst op dit moment afgesloten?
6. Wordt in mantelcontracten een minimale omzet aan opdrachten afgesproken?
7. Welke looptijd hebben deze mantelcontracten?
8. Aan hoeveel en welke adviesbureaus wordt een mantelcontract gegund?
9. Op welke wijze (procedure) vindt deze gunning plaats?
10. Op basis van welke objectieve criteria worden mantelcontracten gegund?
11. Is 'gerealiseerde omzet bij de opdrachtgever in achterliggende jaren' een gehanteerd criterium? Zet een dergelijk criterium nieuwe en kleinere adviesbureaus niet per definitie buiten spel?
12. In hoeverre speelt het prijscriterium nog een rol bij het aangaan van een mantelcontract? Kan dit precies worden onderbouwd?
13. Welke uurtarieven worden gehanteerd in deze contracten?
14. Werkt de systematiek van mantelcontracten een bevoordeling van de huidige grote spelers op de adviesmarkt in de hand?
15. Welk deel van het totaal aan adviesopdrachten van de rijksoverheid werd in 2002 via mantelcontracten gegund?
16. Welk deel van het totaal aan adviesopdrachten van de rijksoverheid werd in 2002 gegund aan de vijf grootste adviesbureaus in Nederland?
17. Is het toegestaan dat adviesbureaus die een mantelcontract hebben met een rijksdienst, adviesopdrachten zelf weer uitbesteden of onder-aanbesteden aan andere adviesbureaus? Wat is uw oordeel over deze praktijk?
18. Gebeurt het dat de adviesbureaus die een mantelcontract hebben en een concrete adviesopdracht weer uitbesteden of onder-aanbesteden, een deel van de door de opdrachtgever betaalde vergoeding afromen, ook als zij alle werkzaamheden door onder-aannemende adviesbureaus laten verrichten?
19. Wat is uw totale oordeel over de praktijk van de mantelcontracten binnen de rijksdienst?
20. Wordt dezelfde systematiek van mantelcontracten ook door andere overheden toegepast? Door welke overheden wel en welke niet?
21. Hoe verhoudt de praktijk van de mantelcontracten zich met aanbeveling 8 van de Parlementaire enquêtecommissie Bouwnijverheid betreffende het stimuleren van marktwerking door aanbestedende diensten?
22. Is de minister bereid de mantelcontracten voor te leggen aan de Nederlandse Mededingingsautoriteit om deze te beoordelen op eventuele strijdigheid met de vrije mededinging?
23. Hoe verhoudt de praktijk van de mantelcontracten zich tot uw politieke doelstelling de uitgaven aan externe adviezen terug te dringen?
24. Bent u bereid een oordeel over de praktijk van de mantelcontracten te vragen aan de Algemene Rekenkamer? Zo nee, waarom niet?
25. Is de praktijk van de mantelcontracten in overeenstemming met de Europese aanbestedingsrichtlijnen voor diensten?
26. Is het juist dat afzonderlijke opdrachten op basis van de raamovereenkomsten volgens de huidige richtlijnen voor de publieke sector eigenlijk afzonderlijk moeten worden aanbesteed?
27. Bent u bereid het fenomeen van de mantelcontracten zoals deze nu bestaan bij de Nederlandse rijksoverheid voor te leggen aan de Europese commissie teneinde de verenigbaarheid van deze contracten met de Europese aanbestedingrichtlijnen te laten beoordelen? Zo nee, waarom niet?