Gemeente Barendrecht

Verslag van de openbare vergadering van de commissie Middelen, gehouden op woensdag 11 juni 2003 in de raadzaal van het gemeentehuis te Barendrecht

Aanwezig
: de heer C. Versendaal (voorzitter), de heer A. Luijendijk, de heer F. van Bodegraven (CDA), de heer A. Aarssen (GroenLinks), de heer W.B. van der Hoek (VVD), de heer M. de Graaf (PvdA) leden.

Voorts aanwezig
: de heer G.A.C. Schoehuizen (wethouder), de heer A. Schampers (commissiegriffier), mevrouw G. Figge (griffier), de heer R. Dijkers (Interne Zaken) en mevrouw H.E.G. de Beij (notulist).

Afwezig met kennisgeving
: de heer Joh. van Harten, mevrouw A. Feenstra-Keijzer, de heer J.T. IJzerman.


1. Opening

De voorzitter
opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom.
2. Mededelingen

a. inventarisatie insprekers
Er hebben zich geen insprekers gemeld.
b. inventarisatie rondvraag
Geen van de commissieleden wenst gebruik te maken van de rondvraag.
c. vaststellen agenda

De agenda wordt ongewijzigd overgenomen.

d) actualiteiten

Geen mededelingen.
e. ingekomen stukken en mededelingen voorzitter

f) aankoop aandelen Waterbedrijf Europoort

De heer Van der Hoek
vraagt waarom in het ambtelijk stuk staat dat men niet in staat is om de consequenties van het dividend in te schatten. Spreker informeert in welk jaar de nieuwe aandelen dividendgerechtigd zijn.

De heer Schoehuizen
antwoordt dat het dividend in evenwicht moet zijn met de tarieven; tevens is het gebonden aan een maximum bedrag. De overeenkomst hierover is jaren geleden gesloten. De wethouder zegt verder een schriftelijke beantwoording toe.

g. Toezichtregime begroting 2000

Geen opmerkingen.

h.
Mededelingen college

Geen mededelingen.

i. B&w-notulen

De heer Van Bodegraven
vraagt over de b&w-notulen nummer 17 (29/4- B3) of de subsidieverordening niet moet worden aangepast in verband met extra subsidie ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van een vereniging.

De heer Van der Hoek
vraagt over de b&w-notulen nummer 15 (29/4) of de gemeente een taak heeft bij het onderbrengen van archieven van derden.

De heer Schoehuizen
antwoordt dat de subsidie aan Scoutingvereniging De Brandaen binnen de bevoegdheden van het college mogelijk is. De vraag van de heer Van der Hoek zal schriftelijk worden beantwoord.


3.
Vaststellen van de verslagen van 14 en 21 mei 2003

Verslag 14 mei 2003

Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.

De heer Van der Hoek
vraagt naar aanleiding van het verslag naar de toezegging inzake de Maartcirculaire en pleit ervoor dit soort stukken, gezien de consequenties, sneller ter inzage te leggen.

Verslag 21 mei 2003

Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.

De heer Van der Hoek
verzoekt de toezegging inzake grond onder voorzieningen en straatverlichting (pagina 4 punt 6) in de actiepuntenlijst op te nemen.

De heer De Graaf
verzoekt de verslagen voortaan weer in een normaal letterformaat af te drukken.

4. Planning invoering instrumentarium van de controlefunctie Mevrouw Figge
geeft een presentatie aan de hand van sheets (bijlage 1). Vandaag zou de commissie terugkomen op de programmabegroting. Mevrouw Figge vraagt of de voorgestelde werkwijze aanspreekt. De heer Van der Hoek
vraagt of in de werkgroep de stemmen pro rato per fractie worden meegenomen. De beleidskaders zijn politiek getint en in de werkgroep moeten keuzes worden gemaakt. De datum van 11 augustus is lastig, in verband met de vakantieperiode. Mevrouw Figge
meldt dat 11 augustus is gekozen omdat op 22 augustus de totale programmabegroting bij het MT moet liggen. Bij het instellen van de werkgroep is niet gekeken naar de stemverhoudingen. De basis voor de werkgroep is het raadsprogramma.
De heer Van der Hoek
stelt voor over dit punt te discussie aan te gaan zodra er politieke keuzes moeten worden gemaakt in de werkgroep. De heer De Graaf
heeft er moeite mee dat de werkgroep de begroting opstelt en verzoekt de vergadering van de werkgroep overdag te organiseren. De heer Aarssen
constateert dat de intentie van de griffier is dat het niet politiek wordt. Er komen wel politiek keuzes aan de orde. De fractie van GroenLinks doet wel mee met de werkgroep. De voorzitter
concludeert dat de werkgroep wordt samengesteld en later de politieke afweging wordt gemaakt. D66 heeft aangegeven, dat zij, vanuit pragmatische overwegingen, niet meedoet in de werkgroep. De voorzitter constateert dat de meerderheid van de commissie voorkeur geeft aan een vergadering van de werkgroep in de avonduren. De eerste bijeenkomst is op 24 juni met twee werkgroepen (parallel). De fracties worden verzocht de namen door te geven aan de griffier, en tevens in welke van de twee werkgroep de raadsleden zitting zullen nemen.
Mevrouw Figge
zal de stukken (bestaande kaders) voor de vergadering uitreiken en een voorzet geven.
De voorzitter
bedankt mevrouw Figge voor de toelichting en sluit het agendapunt af.

5. Rekenkamer

Mevrouw Figge
constateert dat in de Voorjaarsnota is aangegeven dat de raad een onafhankelijke Rekenkamer wil. De vraag is of er daarnaast een onafhankelijke commissie moet komen.

De heer Van Bodegraven
geeft aan dat de CDA fractie voorkeur heeft voor een Rekenkamer plus een onderzoekscommissie uit de raad, in beginsel zonder externen, maar in verband met de werkdruk zou er een externe voorzitter kunnen worden aangesteld. De CDA-fractie geeft voorkeur aan een kleine commissie, waar de continuïteit voorop staat. Voor bijzondere zaken kan externe deskundigheid worden ingehuurd.

Bij de toelichting bij artikel 4 staat dat de raad een bepaalde bevoegdheid heeft of deze aan de commissie kan overlaten. De CDA-fractie is er voorstander van deze bevoegdheid aan de raad toe te wijzen.

Mevrouw Figge
geeft aan dat, wanneer de Rekenkamer wordt ingesteld, er een optie is om een commissie aan te wijzen die het aanspreekpunt is voor de Rekenkamer. De commissie Middelen zou als zodanig kunnen fungeren, of er kan een aparte commissie voor worden ingesteld.

De heer Van Bodegraven
zegt dat als er een onderzoek uit de raad komt, die gelijk de commissie van de Rekenkamer zou kunnen zijn; de laatste heeft als functie de communicatie met de Rekenkamer. De commissie Middelen zou daar ook voor kunnen dienen; de rapportage is een procesmatige taak. De CDA fractie vindt (toelichting op artikel 4) inzake benoeming van leden dat de raad daarin beslissingen moet nemen en de aanbevelingen van de commissie niet bindend zouden moeten zijn. Bij de toelichting op artikel 4 (pagina 3) zou, omdat er voor een directeursmodel wordt gekozen, waarbij de voorzitter gelijk de directeurs, in de tweede alinea moeten opgenomen dat de voorzitter niet zichzelf op non actief kan zetten. De vraag over de rechtspositie (Artikel 8) is niet nodig in dit geval.

Mevrouw Figge
zal hierover overleg voeren met de heer Mul van de Rotterdamse Rekenkamer.

De heer Aarssen
merkt op dat in de tekst niet gesproken wordt over een onderzoekscommissie.

De heer Van Bodegraven
constateert dat er melding wordt gemaakt van een Rekenkamer, een Rekenkamercommissie (voor de communicatie tussen Rekenkamer en raad) en een onderzoekscommissie.

Mevrouw Figge
meldt dat in de Verordening op de Rekenkamer, gesproken wordt over een Raadscommissie voor de Rekenkamer, die het eerste aanspreekpunt is. Er kan gekozen worden voor een Rekenkamercommissie. Of dat gemengd kan worden is de vraag.

De heer Van Bodegraven
zegt dat voor de onderzoekscommissie de voorkeur uitgaat naar een onafhankelijke voorzitter. Spreker zou dit willen onderbrengen bij de griffie (in plaats van bij een ambtelijk secretaris).

Mevrouw Figge
zegt dat dit in principe de secretaris van de Rekenkamercommissie is onder aansturing van de voorzitter. Deze kan wel functioneel worden ingebed bij de griffie; daarvoor is budget voor formatie nodig.

De heer Aarssen
vindt dat de onderzoekscommissie apart moet staan en de griffie zich terughoudend moet opstellen, omdat de griffie zelf onderdeel kan zijn van onderzoek.

De heer Kleinjan
is er geen voorstander van om de Rekenkamer en de onafhankelijke commissie achter elkaar in te voeren. Spreker zou willen beginnen met de Rekenkamer; de onderzoekscommissie kan op de wat langere termijn. De communicatie met de commissie Middelen zou helder moeten zijn. De heer Kleinjan informeert of de Rekenkamer garanties wil voor de toekomst, op welke manier Barendrecht vastzit aan Rotterdam en wil graag zekerheid over de tarieven.

Mevrouw Figge
antwoordt dat de directeur van de Rekenkamer wordt benoemd voor zes jaar. De tarieven worden bepaald door de raad.

De heer Aarssen
is ervoor alleen de commissie in te stellen die de communicatie met de Rekenkamer onderhoudt. De functie van de Rekenkamer is vastgelegd. De combinatie van onderzoekscommissie en communicatiecommissie lijkt spreker niet goed.

De heer De Graaf
kan zich vinden in de voorstellen. De onderzoekscommissie is weer een derde commissie; dit valt er gewoon onder. Spreker gaat akkoord.

De heer Van der Hoek
gaat ervan uit dat de onderzoekscommissie en de communicatiecommissie dezelfde zijn. Er komt een Barendrechtse Rekenkamer onder directeurschap van de heer Mul. Daarnaast komt er een Rekenkamercommissie. De heer Van der Hoek maakt een fractievoorbehoud ten aanzien van de vraag of er alleen raadsleden in deze de commissie moeten zitten en of er een onafhankelijk voorzitter zou moeten moet komen.

Mevrouw Figge
geeft aan dat er in september een voorstel komt. Het onderwerp komt nog twee keer in de commissie Middelen aan de orde.

De heer Schoehuizen
wijst op het tekort in de komende begroting. De Rekenkamercommissie heeft onafhankelijke ondersteuning nodig en daarvoor is formatie nodig. Voor de aansluiting bij de Rotterdamse Rekenkamer staat een bedrag in de begroting; voor de Rekenkamercommissie vrijwel niets.

De heer Van der Hoek
vindt het opvallend dat het college de raad steeds wijst op de kosten van externen, en zou willen weten wat de kosten zijn die het college maakt voor het inhuren van externen.

De heer Schoehuizen
herhaalt dat er nog geen budget ter beschikking is gesteld. Het gaat er niet om dat het college er tegen zou zijn.

De heer Van der Hoek
merkt op dat dit nieuw beleid is, de raad zal moeten aangeven waar het geld vandaan moet komen.

De voorzitter
constateert dat dekking moet worden aangegeven.

De heer Van Bodegraven
merkt op dat financiën en tijd de grootste beperkende factoren zijn en is voorstander van gefaseerd invoeren.

De voorzitter
constateert dat de commissie, met uitzondering van de fractie van Groen Links, pleit voor een Rekenkamer zoals in de Voorjaarsnota is aangegeven. Aan een Rekenkamercommissie en onderzoekscommissie wordt nadere invulling gegeven; daar komen nadere voorstellen over.


6. 4e wijziging legestarieventabel 2003

De heer Schampers
deelt mee dat de vragen van de heer Van Bodegraven schriftelijk worden beantwoord. De vraag over kwijtschelding wordt doorgegeven aan de Commissie Samenlevingszaken.

De heer Van Bodegraven
wijst erop dat de hondenpenningleges niet in de verordening zijn opgenomen.


7. Begroting DCMR

De heer Kleinjan
is het eens met het voorstel en vraagt zich af of protesteren effect heeft.

De heer Luijendijk
sluit aan bij de opmerking van de heer Kleinjan en vindt het een goed moment om een signaal af te geven dat er niet ongelimiteerd verhogingen kunnen worden ingevoerd. De teruggave 2002 is een gering bedrag, maar het gaat om het principe. Spreker constateert dat er een stijging is van ongeveer 9%, terwijl Barendrecht uitgaat van 2,5%. De heer Luijendijk gaat akkoord met de conceptbrief.

De heer Van der Hoek
gaat akkoord met de gevraagde beslissing, informeert of het niet akkoord gaan met de begroting 2004 juridische consequenties heeft en of er al een reactie is gekomen op de brief.

De heer De Graaf
sluit aan bij de opmerkingen van de heer Van der Hoek

De heer Aarssen
is het eens met de vorige sprekers en vraagt wat wordt gedaan met het verschil van 6,5%.

De heer Schoehuizen
constateert dat diverse Gemeenschappelijke Regelingen een verhoging invoeren van 7-15% of zelfs nog meer. Het is van belang een signaal te geven dat Barendrecht daar niet mee akkoord gaat. Hoe het juridisch ligt moet nog blijken.

Op de vraag van de heer Van der Hoek (of alle gemeenten achter een bezwaar moeten staan of dat een meerderheid van stemmen geldt) zegt de heer Schoehuizen dat dit verschilt per Gemeenschappelijke Regeling en hij zal nagaan hoe het zit met DCMR. Op de bief van 2 mei is nog geen antwoord gekomen.

De heer Aarssen
vindt dat de raad meer controle zou moeten kunnen uitoefenen. De positie van de gemeente is zwak. De Gemeenschappelijke Regelingen zijn indertijd aangegaan om goedkoper uit te zijn.

De voorzitter
constateert dat de brief van wethouder Van Vugt wordt gesteund door de commissie Middelen en sluit het agendapunt af.


8. Begroting en jaarrekening van het Natuur- en Recreatieschap IJsselmonde

De heer Schampers
geeft aan dat deze nog niet in het college zijn geweest. Het staat op de agenda om het gevoelen van de commissie te peilen, zodat dit door de vertegenwoordigers in het bestuur (de heer Aarssen en de heer Luijendijk) kan worden meegenomen.

De heer Kleinjan
gaat akkoord met het advies.

De heer Van der Hoek
gaat akkoord en vraagt of het klopt dat de BTW door de gemeente kan worden gedeclareerd bij het BTW-compensatiefonds.

De heer Luijendijk
merkt op dat de bijdrage van gemeente Barendrecht met 1,7% stijgt. In het adviesblad staan de inwonertallen aangegeven waarvan is uitgegaan. Bij de jaarrekening 2004 wordt het inwonertal van 1 januari 2004 gebruikt, op basis van nacalculatie.

De heer Kleinjan
verwijst naar het advies van financiën en vraagt of de 2,5% boven op de 1,7% komt.

De heer Schoehuizen
is verbaasd dat het advies van het financieel koepelschap hier ook aan de orde is.

Mevrouw Figge
geeft aan dat de stukken van de Gemeenschappelijke Regeling heel laat komen; vandaar dat deze procedure is gevolgd. Spreker wil in deze commissie een keer een discussie voeren over de procedure. Het gaat er nu om het gevoelen van de raad te peilen.

De heer Luijendijk
zegt in antwoord op de vraag van de heer Kleinjan dat de bijdrage van Barendrecht EUR 213.220,00 is, op basis van het inwonertal van 1 januari 2003. Van 2003 naar 2004 bedraagt de verhoging 1,7%.

De voorzitter
sluit het agendapunt af.


9. Parkeergarage

De heer De Graaf
is geen voorstander van het voorstel tot onbetaald parkeren in de garage. Ambtenaren wonen vrijwillig buiten Barendrecht en ontvangen een reiskostenvergoeding; personeelsleden die de auto voor het werk nodig hebben kunnen gratis parkeren, de rest zou moeten betalen. Spreker constateert dat er missers zijn gemaakt bij de bouw van de parkeergarage. In de toekomst komt de gemeente voor hoge kosten te staan om de garage veilig te maken. Spreker stemt in met het voorstel en gaat ervan uit dat na september een beslissing wordt genomen.

De heer Van der Hoek
is tevreden dat er overeenstemming is bereikt met Van Loon en gaat akkoord met het voorlopig besluit. Spreker verzoekt om een toelichting op de laatste tabel, de kostenverdeling.

De heer Van Bodegraven
meldt dat de CDA-fractie kiest voor de optie nul plus. Het college moet bepalen wie van de medewerkers de garage mag gebruiken. Spreker is tevreden met het resultaat van de onderhandelingen met Van Loon. De heer Van Bodegraven is van mening dat parkeerregulerende maatregelen wat mogen kosten, en vraagt of het college dat in haar overwegingen heeft betrokken. Spreker verzoekt het college reële bedragen mee te nemen.

De heer Kleinjan
is tevreden over de overeenkomst voor een jaar, en over de ontbindende voorwaarden. Spreker gaat akkoord met deze optie en vindt dat het college kan beoordelen wie er mag parkeren.

De heer Dijkers
reikt het exploitatie-overzicht uit.

De heer Schoehuizen
geeft aan dat de raad het zo heeft vastgesteld. De overlast voor de wijk is betrekkelijk groot en zal verminderen.

De heer Dijkers
merkt op dat is gekozen voor een open parkeergarage. De bezuinigingen op de slagbomen maakt de beveiliging lastig. De gaten worden dichtgemaakt.

De heer De Graaf
vindt het jammer dat is bezuinigd op de speedgate, is een voorstander van betaald parkeren en voorstander van plaats voor auto's van burgers in de parkeergarage. Spreker is het niet eens met het voorstel.

De voorzitter
constateert dat de meerderheid van de commissie akkoord gaat met het voorstel en sluit het agendapunt af.


10. Rondvraag

De heer Aarssen
verzoekt de controle op de Gemeenschappelijke Regeling in de actiepuntenlijst op te nemen.

Mevrouw Figge
geeft aan dat een werkgroep van zeven gemeenten bezig is met het onderwerp.

De heer Aarssen
verzoekt de informatie over de bevindingen van de werkgroep zo gauw mogelijk door te geven aan de commissie.

De voorzitter
constateert dat het resultaat wordt afgewacht. Er zijn geen onderwerpen aangegeven voor de volgende vergadering. Spreker deelt mee dat dit de laatste commissievergadering is waar de heer Schampers is opgetreden als commissiegriffier, en bedankt hem voor zijn inzet.


11. Sluiting

De voorzitter
sluit de openbare vergadering.