Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Vrouwen
Online
2001/EQH/0007 "Geen Wilma Flintstone meer"
Werken met een computer, informatie zoeken op internet.Veel migranten-
vrouwen en vluchtelingen hebben er geen ervaring mee. Dat belemmert hun
ontwikkeling. Het project Vrouwen Online in Amsterdam organiseert speciaal
voor hen toegankelijke computercursussen. De Iraanse Shokat Shamaseblou en
Nina Kanlé - Indo-Europees - grepen die kans met beide handen aan:"Zonder
computer ben je nergens. Zelfs als chauffeur moet je ermee kunnen werken."
Shokat Shamaseblou is gek op computers, zegt ze zelf.Als dichteres is ze elke dag bezig met
woorden.Waarom heeft ze zich aangemeld voor deze cursus? "Ik werkte al met computers en
e-mail, maar wilde graag meer weten; wat er achter zit, hoe het precies werkt. En vooral hoe
je met zoekmachines informatie vindt op internet.Want ik wil
weten wat er in de wereld gebeurt, op het gebied van oorlog,
politiek, integratie, emancipatie. Door deze cursus werk ik thuis
veel effectiever, sneller. Met het cursusdiploma op zak kun je
straks ook beter werk krijgen. In Nederland moet je toch altijd
papieren kunnen laten zien."
Nina Kanlé had nog geen ervaring met computers:"Ik voelde me
een soort Wilma Flintstone op dat gebied, buitengesloten ook.
Toen ik solliciteerde voor een baan bij Amnesty International kon
ik die niet krijgen door gebrek aan computerkennis. Nu werk ik
als vrijwilliger voor de stichting ZAMI, zwarte migrantenvrouwen.
We helpen bijvoorbeeld tweede generatie oorlogskinderen en
verwijzen ze door naar de goede instanties. Internet is dan heel
nuttig, zo kun je kennis combineren. Deze cursus geeft me
zelfvertrouwen, je bouwt bovendien een netwerk op met de
andere cursisten. Nu nog een vaste baan, liefst bij Amnesty."
Shokat:"Ik ben echt dankbaar voor deze mogelijkheid. Ik wilde dit
al veel langer, maar met een uitkering is een gewone
computercursus niet te betalen." Meer organisaties zouden dit
soort cursussen moeten aanbieden, vinden Nina en Shokat, vooral
voor vluchtelingenvrouwen en alleenstaande vrouwen met
kinderen. De overheid zou daar een handje bij moeten helpen.
Shokat:"Veel vrouwen willen graag maatschappelijk actief worden
in Nederland. Met zo'n cursus haal je ze uit hun isolement." De
Nederlandse taal hoeft geen belemmering te zijn, vindt Nina:"Het
Vrouwen Online: Nina Kanlé (links) zijn overzichtelijke lessen en goed te volgen, ook als je Nederlands nog niet zo goed is.Wat
en Shokat Shamaseblou ook een groot voordeel is: buiten lesuren kun je hier altijd gebruik maken van de computers."
Informatie is macht en kracht, daar zijn Nina en Shokat het over eens. Het is belangrijk dat je
je stem laat horen en de computer maakt dat mogelijk.
EQUAL-projectenbundel 127
Politie en
diversiteit
2001/EQA/0071 "Vooropleiding geeft extra bagage
mee én voorsprong"
Graag bij de politie willen werken, maar op het gebied van sport, houding of
taalvaardigheid nèt iets te kort komen.Voor die mensen hebben de politiekorpsen
Rijnmond en Haaglanden sinds kort een vernieuwende vorm van vooropleiding
opgezet. Dit in samenwerking met het landelijk politieopleidingsinstituut LSOP
en het Landelijk Experticecentrum Diversiteit (LECD). Zolang de opleiding duurt,
zijn de studenten in dienst als ambtenaar van de politie. Ze volgen schakelonder-
wijs en lopen daarnaast stage in het betreffende korps."Met de vooropleiding krijg
je extra bagage mee. Straks in de reguliere opleiding heb je daar voordeel van."
Nicha Bahadur is twintig jaar en van Hindoestaanse afkomst. Na haar mavo-
diploma ging ze door met havo, maar zakte.Vervolgens solliciteerde ze bij de
politie in Rijnmond en werd aangenomen voor de vooropleiding, het `schakel-
onderwijs'."Ik wilde altijd al bij de politie; een bijdrage aan de maatschappij
leveren." Vanaf begin januari 2003 volgt Nicha met tien anderen het schakel-
onderwijs. De klas is een diverse groep, met mensen van verschillende leef-
tijden, afkomst en niveau. Behalve gezamenlijke lessen zoals sport en het
houden van presentaties - werkt iedereen zelfstandig aan de eigen verbeter-
punten.Voor Nicha is dat bijvoorbeeld grammatica en assertiviteit. Elke week
vindt er een gesprek plaats met de begeleider om te kijken naar de gemaakte
vorderingen. Is er genoeg vooruitgang geboekt, dan start de reguliere oplei-
ding in april. De praktijkstage is net afgerond. Nicha is tevreden:"Zo'n week
is heel leerzaam. Je loopt mee in een wijkbureau, gaat mee naar meldingen,
krijgt uitleg over opsporing en jeugdzaken. Zo krijg je een goed beeld van het
politiewerk. Nooit geweten bijvoorbeeld dat er zoveel papierwerk bij kwam
kijken!" Op welk niveau Nicha de reguliere opleiding mag beginnen, weet
ze nog niet."Op dit moment zit ik tussen het niveau van surveillant (2) en
agent (3) in. Natuurlijk hoop ik op niveau 3, maar ik doe gewoon mijn best
en ga ervoor. Het liefst werk ik straks op een wijkbureau, daar sta je het
dichtst bij de mensen uit de buurt."
Sigerik Rosa, 22 jaar, begon in oktober 2002 met de vooropleiding
in de regio Haaglanden. Hij deed vmbo elektro en daarna mts,
maar dat viel tegen, vervolgens meldde hij zich aan bij de politie.
"Ik stond te trappelen om iets te doen aan de dingen die je ziet
op straat.Als allochtone agent denk ik dat ik door andere
allochtonen ook eerder wordt geaccepteerd." Toen Sigerik begon
aan het schakelonderwijs moest hij onder andere werken aan een
flexibeler houding. Hij boekte snel vooruitgang:"Ik heb net
gehoord dat ik opnieuw een test mag doen, daarna gaan ze
bepalen op welk niveau ik mag instromen in het reguliere
onderwijs. Daar ben ik heel blij mee." Hij heeft een duidelijk doel
voor ogen met de opleiding:"Je krijgt kansen en die pak je gewoon
aan, daar werk je voor." Vooral aan de stage heeft hij veel gehad,
vindt Sigerik."Leren hoe het rechtssysteem in elkaar zit, hoe je mensen aanspreekt en contact
maakt, dat je duidelijk moet zijn." Zijn opleiding duurt nog even, maar dat heeft Sigerik er wel
voor over:"Ik wil graag bij de recherche, doe ik toch nog iets technisch..."
128 EQUAL-projectenbundel
Kennislift
2001/EQF/0007 "Nuttige contacten opdoen tijdens
je ICT-cursus"
Veel kleine en middelgrote bedrijven hebben geen aparte systeembeheerder, maar
een medewerker die het onderhouden van de automatisering `erbij doet'. Het
project Kennislift biedt die medewerkers een opleiding om hun ICT-kennis te
vergroten. Gerard Brons, 57 jaar, computerliefhebber en werkzoekende, las erover
en was direct geïnteresseerd. Hij hoort inmiddels tot de tweede groep Kennislift-
cursisten en is enthousiast:"Dit is mijn kans om te laten zien wat ik in huis heb."
Gerard Brons:"Ik heb veel werkervaring onder
andere 25 jaar bij een exportbedrijf van
camerasystemen maar niet op het gebied van
automatisering en systeembeheer. En dat is toch waar
bedrijven om vragen. Een papiertje alleen is niet meer
genoeg.Via het Centrum Werk en Inkomen volgde ik
eerder een cursus systeembeheer, zonder stage. Een
half jaar later was ik klaar, maar toen bleek de vraag
naar ICT'ers drastisch te zijn afgenomen. Mijn leeftijd
helpt niet mee. In theorie zou iedereen tot zijn
zeventigste door moeten kunnen werken, maar in de
praktijk is daar toch minder interesse voor in het
bedrijfsleven."
"Het mooie van Kennislift is de combinatie van studie
en praktijk en de contacten die je opbouwt. De
cursisten die al als systeembeheerder werken, stellen
veel problemen en vragen uit de dagelijkse praktijk aan
de orde. De week erop roept iemand dan:`Nu heb ik
het opgelost!' Een opleiding van een halfjaar is
misschien niet lang, maar op die manier wel heel nuttig
en leerzaam. Zelf ben ik vanaf het begin van de cursus
`gekoppeld' aan een kleine onderneming waar ik de
nodige praktijkervaring kan opdoen. Het bedrijf heeft
een vaste beheerder, leidt intern nog een vervanger op
en biedt ruimte voor een werkzoekende als tweede
vervanger. Door in het bedrijf mee te lopen, kan ik
laten zien wat ik waard ben, welke kennis en ervaring
ik in huis heb.Wie weet kom ik op die manier aan het
werk.Want weet jij hoe een koe een haas vangt?"
Overigens zijn niet alleen de systeembeheerders
gebaat bij de opleiding. Gerard concludeert:"Zorg je als onderneming goed voor je mensen en
investeer je in hun ICT-kennis, dan haal je winst uit je automatisering. Nu is het vaak nog zo
dat bedrijven veel geld uitgeven aan systemen, maar dat die door gebrek aan kennis en beheer
vervolgens weinig rendement opleveren."
EQUAL-projectenbundel 129
Perspectief
2001/EQI/0004 "Deze kennis komt overal ter wereld
van pas"
Of ze in Nederland mogen blijven, weten ze niet. Zo'n 90% schijnt uiteindelijk het
land weer te verlaten. Maar de asielzoekers die deelnemen aan het project
Perspectief, kiezen ervoor om de uitslag niet in `de caravan' af te wachten. Zij
blijven werken aan hun toekomst. Op basis van wat ze zelf willen en kunnen,
volgen ze een praktijkgerichte opleiding aan het Drenthe College. Snel een vak
leren, daar komt het op neer."Met Perspectief is de wachttijd geen verloren tijd.
De kennis die we hier opdoen, kan overal ter wereld van pas komen."
Senad Dzanic is één van de 575 deelnemers aan het project Perspectief, een
samenwerkingsverband van het COA, Reïntegratiebedrijf Alescon en het Drenthe
College. Er is keuze uit tien vakopleidingen, op het gebied van administratie
(computers), zorg en hulp, recreatie & toerisme en een opleiding voor kappers.
Senad, die twee jaar geleden vanuit Bosnië naar Nederland kwam, koos de richting
metaal/elektro. Naast praktijkgericht onderwijs en een stage, krijgt hij les in
rekenen en vaktaal. Senad vertelt:"In Bosnië werkte ik al in de metaal, maar ik had
nog geen ervaring met alle apparaten. Hier leer ik bijvoorbeeld ook TIG-lassen. Ik
heb net een stage van drie maanden afgerond bij een groot metaalbedrijf in
Groningen en ga nu aan het werk bij een lasbedrijf in Assen.Tijdens mijn stages
leer ik niet veel nieuws.Toch zijn ze wel goed om de taal te leren kennen en
kennis te maken met het Nederlandse systeem, hoe mensen hier werken."
De lessen metaaltechniek zijn zeer praktisch. De deelnemers mogen zelf
problemen of werkstukken aandragen waarover ze willen leren. Docent Henk
Wielink kijkt naar apparaten of materialen die worden gebruikt in de landen van
herkomst en gaat daarmee aan de slag. Zo hebben de leerlingen bijvoorbeeld een
hefbrug nagemaakt voor een motorblok. Senad benadrukt dat hij niet voor het
werk naar Nederland is gekomen:"In Bosnië had ik een goede baan, maar deze
opleiding is beter dan stilzitten en afwachten. Ik leer hier nieuwe technieken en
die komen altijd van pas."
Ali Mohammed Mahar kwam tweeënhalf jaar
geleden van Somalië naar Nederland. Hij koos voor
de richting motor- en voertuigentechniek.Ali:"In
Somalië zat ik nog op school dus ik heb nog geen
werkervaring. Ik heb deze richting gekozen omdat ik
veel van auto's houd." Inmiddels kan Ali banden
plakken, demonteren en balanceren, en weet hij veel
van de motor. Naast het vaktechnische aspect, is
Perspectief ook nuttig om de Nederlandse cultuur
en werkhouding te leren kennen.Vooral het
stagelopen draagt hieraan bij en dat bevalt Ali goed.
"Ik loop stage in een garage en dat gaat heel goed.
Ik heb goed contact met de mensen en ze
respecteren mij.Wat ik tijdens de lessen leer, kan ik
daar in de praktijk doen. Ik leer veel, ook over
Nederlandse gewoontes; op tijd komen is heel
belangrijk. Mijn doel is automonteur worden, dat
kan hier zijn maar ook in Somalië."
130 EQUAL-projectenbundel
Stimulating
Female
Entrepreneurship
in ICT
2001/EQC/0014 "Je leert denken als een ondernemer."
Vrouwelijke ICT-ondernemers zijn in vergelijking met hun mannelijke collega's
nog steeds in de minderheid. Sinds de zomer van 2002 kunnen vrouwen met
plannen voor een eigen ICT-zaak daarom aankloppen bij de Universiteit van
Leiden. Om een goede start van het bedrijf te stimuleren, biedt de universiteit
een halfjaar lang gratis begeleiding, coaching, aanvullende opleidingen en
netwerkbijeenkomsten."De keuzes die je maakt, zijn beter onderbouwd."
Christel Dorna las tijdens haar vakantie
een artikel in de Telegraaf over het
stimuleringstraject voor vrouwen met
plannen voor een eigen ICT-bedrijf. Die
plannen had ze inderdaad, maar bij de
opzet van een eigen onderneming komt
een hoop kijken, merkte ze.Terug van
vakantie schreef ze zich meteen in voor
zes maanden intensieve begeleiding: twaalf
verplichte groepslessen over het schrijven
van een ondernemingsplan, workshops
naar keuze, presentatie van de plannen
aan docent en medestarters en tot slot
een beoordeling door de Rabobank en
een lokaal investeringsfonds. Christel wil
nog steeds haar eigen bedrijf beginnen,
maar haar oorspronkelijke
ondernemersplan is in die tijd wel veranderd. Had ze eerst een soort portal voor kindermode
in gedachten, nu wil ze als internetondersteuner online support geven aan bedrijven in de
modebranche. Daarnaast verkoopt ze, als intermediair, softwareproducten en verzorgt
websitebeheer."Ik ben me breder gaan oriënteren", zegt ze zelf.
Dankzij de universitaire begeleiding leerde Christel een businessplan op te zetten, haar
marktwaarde te onderzoeken en vervolgens het toekomstig marktaandeel én de positie ten
opzichte van de concurrentie te bepalen. Christel:"Een half jaar begeleiding lijkt misschien lang,
maar het kost veel tijd om iets goeds en vooral iets blijvends op te zetten. Je leert denken als
een ondernemer. Door de begeleiding gaat het opzetten niet zozeer sneller, maar de keuzes
die je maakt zijn meer weloverwogen, beter onderbouwd.Wat is reëel, wat zijn je kansen op
de markt, waarom is jouw bedrijf uniek? Kortom: waarin onderscheidt jouw bedrijf zich van de
concurrentie? Door de beoordeling van de bank en het investeringsfonds weet je straks
bovendien waar je op moet letten als je geld nodig hebt.Waarin ben je goed, wat levert het op
en welke tarieven hanteer je? Daarbij zijn de uitkomsten van je marktonderzoek natuurlijk
extra belangrijk."
Het begeleidingstraject biedt in principe geen `nazorg', de deelnemers moeten het verder zelf
doen. Maar dat betekent niet dat ze er alleen voor staan:"We hebben samen een
ondernemerssociety opgericht. Iedereen mag bij elke bijeenkomst een introducé meenemen.
Zo houden we contact met elkaar en kunnen we tegelijk ook ons netwerk uitbreiden."
EQUAL-projectenbundel 131
Infra-dualtime
Workforce-
program
2001/EQE/0024 "Niet bij de kachel zitten 's winters,
maar bijleren"
Leren wat het verschil is tussen stenen vlijen en tikken, hoe Schots brekerzand
eruit ziet of Iers graniet. In het noorden van het land verzorgt scholingsinstituut
GOA Noord praktijkopleidingen in de weg- en waterbouw. Sinds 2002 met een
nieuwe methode: meer begeleiding en een betere afstemming op het bedrijfsleven
om te voorkomen dat jongens halverwege het traject stoppen.Voor wie het
beginniveau van het leerwerktraject te hoog is, is er een speciaal voortraject.
"Want zonder diploma kom je nergens."
Klaas Timmenga is negentien. Hij leerde voor systeem-
beheer en webdesign, maar naar dat soort werk bleek in
het noorden niet veel vraag. En Klaas wilde niet weg uit
Drenthe.Via via kwam hij terecht in de weg- en water-
bouw. In de zomer van 2002 is hij gestart als cursist/werker
in het EQUAL- project `Infra-dualtime workforceprogram'.
Sinds die tijd staat hij op de loonlijst van GOA Noord in
Groningen. Dat betekent werken in de zomer en de lente -
onder begeleiding, bij een bedrijf in de buurt - en leren
tijdens de winterstop. Na de opleiding komt hij officieel in
dienst bij zijn leerbedrijf."Zonder opleiding kom je niet
verder", legt Klaas zijn overstap uit."Via een bekende
hoorde ik van deze opleiding en heb me aangemeld.
Normaal zit je als straatmaker 's winters thuis voor de
kachel. Nu ook wel, maar doe ik er nog wat naast."
De opleiding en zijn nieuwe bedrijf bevallen Klaas best.
Nu het mooier weer wordt, begint het bij hem wel te
kriebelen om snel weer aan het werk te gaan:"Dan hoor
je gewoon niet binnen te zitten." Tot april blijft het bij het
praktijklokaal, waar hij en de andere leerlingen verschil-
lende technieken oefenen om te bestraten zoals tikken
en vlijen - en riolen leren aanleggen.Twee dagen per week
krijgen ze theorie. Hoe je berekent hoeveel zand je voor
een klus moet bestellen, over veilig werken langs de weg
en over soorten gereedschap en waar je ze voor gebruikt.
Dat Klaas al werkervaring heeft opgedaan vorig jaar, maakt
het leren van de theorie voor hem wel makkelijker."Toch
leer je steeds iets nieuws.Tot nu toe heb ik in mijn werk buiten bijvoorbeeld nog niet met
riolen gewerkt, maar als het een keertje voorkomt, weet ik hoe het moet. In de praktijk gaan
dingen ook wel eens fout. Had ik een vrachtwagen zand besteld, terwijl we een aanhangwagen
nodig hadden..."
132 EQUAL-projectenbundel
Flexcentrum
2001/EQG/0007 "Werken in de tijd van mijn kinderen..."
Voor alleenstaande ouders is het vinden van een geschikte deeltijdbaan niet altijd
makkelijk. Ze zijn er te lang `uit' geweest of werkgevers zijn niet flexibel genoeg.
Het Flexcentrum in Deventer ondersteunt bijstandsmoeders, maar ook
herintreders en mensen met een wao-achtergrond bij de stap naar werk. Het
centrum geeft workshops, persoonlijke begeleiding en praktische informatie:
"Ik had altijd een antipathie tegen naschoolse opvang, tot we er met het
Flexcentrum langs gingen..."
Het liefst wil José Starmans, 41 jaar, gescheiden en drie kinderen, haar eigen
zaak beginnen in yoga, massage en netwerkmarketing. Ze was al begonnen
met het opstellen van een ondernemingsplan toen eind vorig jaar een mailing
van het Flexcentrum in de bus viel. Ze meldde zich aan voor een individueel
begeleidingstraject, omdat ze om rond te komen toch ook een deeltijdbaan
nodig had. Inmiddels drie maanden later werkt ze twintig uur per week in
een natuurvoedingswinkel. Over de hulp van het Flexcentrum is José goed te
spreken:"Ik was heel blij met de persoonlijke aanpak, dat ze echt uitgaan van
jouw situatie. Je leert kijken naar je eigen kwaliteiten en wat je wilt. In mijn
geval moest het werk zijn dat ik kan combineren met de zorg voor mijn
kinderen én met het starten van een eigen zaak.We hebben vervolgens ook
mijn ondernemingsplannen uitgebreid bekeken. Is het reëel wat ik wil, wat
zijn de kansen van slagen en aan welke kosten en inkomsten moet ik denken?
Het bracht meer structuur in mijn ideeën. Uiteindelijk heb ik op de
computer van het Flexcentrum een open sollicatiebrief geschreven aan de
natuurwinkel en ben ik aangenomen. In mijn eentje was dat ook wel gelukt,
maar dan had ik er veel langer over gedaan!"
Sabine Mooij, een alleenstaande moeder van
31 jaar met twee kinderen, deed in groeps-
verband mee aan een balanstraining van het
Flexcentrum."Wat die training inhield, wist
ik vooraf niet goed. Heel simpel gezegd
dacht ik van tevoren: mooi, ze helpen me
aan een baan! Die baan heb ik nog niet,
maar wel heb ik in korte tijd heel veel
geleerd. Over mezelf, wat je wilt en kunt en
wat de mogelijkheden zijn. En je doet het
samen met je groep. De training heeft ook
mijn blikveld verruimd: om geschikt werk te
vinden, moet je bijvoorbeeld zelf ook flexibel
zijn. Mijn probleem is dat ik veel leuk vindt,
maar dat mijn vooropleiding niet genoeg is.
Mijn ideaal is in de zorg te werken en mijn
verpleegkundediploma te halen.Alleen is
dat met jonge kinderen nu nog even niet
haalbaar. Dus moet ik eerst werk vinden
dat past in hun tijd, misschien in de thuiszorg.Wat ik in ieder geval niet wil, is later spijt
hebben dat ik nooit moeite heb gedaan om mijn ideaal te bereiken."
EQUAL-projectenbundel 133
Vrijwilligers-
werk en Sociale
Activering
2001/EQD/0007 "Heel wat beter dan thuiszitten"
Het (deel)project Internetcafé Winkelmade slaat drie vliegen in één klap.
Werkzoekenden krijgen de kans weer lekker bezig te zijn en ouderen leren er
met de computer omgaan. Rode Kruis- vrijwilligers begeleiden de deelnemers.
Een unieke combinatie waar verschillende mensen van kunnen profiteren.
"Hier werken beschouw ik als een uitje..."
"Een mooie gelegenheid om weer actief te worden." Dat vond Wally Kleuters toen de
gemeente Niedorp haar vroeg of ze mee wilde doen aan het project Internetcafé
Winkelmade."Ik ben twee jaar ziek geweest en wilde graag weer iets doen. Liever geen baan,
maar iets wat minder druk en verplichtend was. Dit project spreekt me aan omdat ik hier
mensen ontmoet en er lekker even uit ben. Het is de bedoeling dat ik ouderen wegwijs maak
op het internet. Ik heb daarom eerst een computercursus gevolgd en een cursus ouderen-
didactiek. Maar in de praktijk steek je het meeste op. Het mes snijdt dus aan twee kanten: ik
leer ouderen iets, maar ontdek zelf ook iedere dag nieuwe mogelijkheden met de computer.
Het hebben van een baan lijkt nog ver van me af te staan: voor mij is
het genoeg om weer op een leuke manier sociaal bezig te zijn. Ik
hou van de gezelligheid van het internetcafé en vind het geweldig
om te merken dat mensen vorderingen maken op de computer. Ik
voel me weer gewaardeerd en dat is heel prettig."
"Soms is scholing of solliciteren niet de eerste stap richting de
arbeidsmarkt," weet Rode Kruis-vrijwilliger Fred de Vries."Sociale
activering is dan in eerste instantie belangrijker: weer onder de
mensen komen, je aan afspraken houden, structuur in je leven
krijgen. Ik ben enigszins computergek en vind het plezierig iets met
mensen te doen.Toen het Rode Kruis mij vroeg of ik de mede-
werkers van het project wilde ondersteunen heb ik dan ook meteen
`ja' gezegd. De sfeer in het team is het belangrijkst.We gaan daarom
helemaal gelijkwaardig met elkaar om, of je hier nu zit voor sociale
activering of als vrijwilliger. De bezoekers merken dan ook geen
verschil tussen ons."
De Rode Kruis-vrijwilligers werken samen met de project-
deelnemers in het internetcafé zelf.Voor deelnemers die in de
WAO zitten, is er daarnaast begeleiding van het Noorderkwartier,
het reïntegratiebureau."Per deelnemer wordt bekeken hoe je
functioneert binnen het project en wat verdere mogelijkheden
voor je zijn. Een paar van de deelnemers hebben de stap naar de
arbeidsmarkt al durven zetten."
134 EQUAL-projectenbundel