Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Vrouwen
Online

2001/EQH/0007 "Geen Wilma Flintstone meer" Werken met een computer, informatie zoeken op internet.Veel migranten- vrouwen en vluchtelingen hebben er geen ervaring mee. Dat belemmert hun ontwikkeling. Het project Vrouwen Online in Amsterdam organiseert speciaal voor hen toegankelijke computercursussen. De Iraanse Shokat Shamaseblou en Nina Kanlé - Indo-Europees - grepen die kans met beide handen aan:"Zonder computer ben je nergens. Zelfs als chauffeur moet je ermee kunnen werken." Shokat Shamaseblou is gek op computers, zegt ze zelf.Als dichteres is ze elke dag bezig met woorden.Waarom heeft ze zich aangemeld voor deze cursus? "Ik werkte al met computers en e-mail, maar wilde graag meer weten; wat er achter zit, hoe het precies werkt. En vooral hoe je met zoekmachines informatie vindt op internet.Want ik wil weten wat er in de wereld gebeurt, op het gebied van oorlog, politiek, integratie, emancipatie. Door deze cursus werk ik thuis veel effectiever, sneller. Met het cursusdiploma op zak kun je straks ook beter werk krijgen. In Nederland moet je toch altijd papieren kunnen laten zien." Nina Kanlé had nog geen ervaring met computers:"Ik voelde me een soort Wilma Flintstone op dat gebied, buitengesloten ook. Toen ik solliciteerde voor een baan bij Amnesty International kon ik die niet krijgen door gebrek aan computerkennis. Nu werk ik als vrijwilliger voor de stichting ZAMI, zwarte migrantenvrouwen. We helpen bijvoorbeeld tweede generatie oorlogskinderen en verwijzen ze door naar de goede instanties. Internet is dan heel nuttig, zo kun je kennis combineren. Deze cursus geeft me zelfvertrouwen, je bouwt bovendien een netwerk op met de andere cursisten. Nu nog een vaste baan, liefst bij Amnesty." Shokat:"Ik ben echt dankbaar voor deze mogelijkheid. Ik wilde dit al veel langer, maar met een uitkering is een gewone computercursus niet te betalen." Meer organisaties zouden dit soort cursussen moeten aanbieden, vinden Nina en Shokat, vooral voor vluchtelingenvrouwen en alleenstaande vrouwen met kinderen. De overheid zou daar een handje bij moeten helpen. Shokat:"Veel vrouwen willen graag maatschappelijk actief worden in Nederland. Met zo'n cursus haal je ze uit hun isolement." De Nederlandse taal hoeft geen belemmering te zijn, vindt Nina:"Het Vrouwen Online: Nina Kanlé (links) zijn overzichtelijke lessen en goed te volgen, ook als je Nederlands nog niet zo goed is.Wat en Shokat Shamaseblou ook een groot voordeel is: buiten lesuren kun je hier altijd gebruik maken van de computers." Informatie is macht en kracht, daar zijn Nina en Shokat het over eens. Het is belangrijk dat je je stem laat horen en de computer maakt dat mogelijk. EQUAL-projectenbundel 127


Politie en
diversiteit

2001/EQA/0071 "Vooropleiding geeft extra bagage mee én voorsprong"
Graag bij de politie willen werken, maar op het gebied van sport, houding of taalvaardigheid nèt iets te kort komen.Voor die mensen hebben de politiekorpsen Rijnmond en Haaglanden sinds kort een vernieuwende vorm van vooropleiding opgezet. Dit in samenwerking met het landelijk politieopleidingsinstituut LSOP en het Landelijk Experticecentrum Diversiteit (LECD). Zolang de opleiding duurt, zijn de studenten in dienst als ambtenaar van de politie. Ze volgen schakelonder- wijs en lopen daarnaast stage in het betreffende korps."Met de vooropleiding krijg je extra bagage mee. Straks in de reguliere opleiding heb je daar voordeel van." Nicha Bahadur is twintig jaar en van Hindoestaanse afkomst. Na haar mavo- diploma ging ze door met havo, maar zakte.Vervolgens solliciteerde ze bij de politie in Rijnmond en werd aangenomen voor de vooropleiding, het `schakel- onderwijs'."Ik wilde altijd al bij de politie; een bijdrage aan de maatschappij leveren." Vanaf begin januari 2003 volgt Nicha met tien anderen het schakel- onderwijs. De klas is een diverse groep, met mensen van verschillende leef- tijden, afkomst en niveau. Behalve gezamenlijke lessen ­ zoals sport en het houden van presentaties - werkt iedereen zelfstandig aan de eigen verbeter- punten.Voor Nicha is dat bijvoorbeeld grammatica en assertiviteit. Elke week vindt er een gesprek plaats met de begeleider om te kijken naar de gemaakte vorderingen. Is er genoeg vooruitgang geboekt, dan start de reguliere oplei- ding in april. De praktijkstage is net afgerond. Nicha is tevreden:"Zo'n week is heel leerzaam. Je loopt mee in een wijkbureau, gaat mee naar meldingen, krijgt uitleg over opsporing en jeugdzaken. Zo krijg je een goed beeld van het politiewerk. Nooit geweten bijvoorbeeld dat er zoveel papierwerk bij kwam kijken!" Op welk niveau Nicha de reguliere opleiding mag beginnen, weet ze nog niet."Op dit moment zit ik tussen het niveau van surveillant (2) en agent (3) in. Natuurlijk hoop ik op niveau 3, maar ik doe gewoon mijn best en ga ervoor. Het liefst werk ik straks op een wijkbureau, daar sta je het dichtst bij de mensen uit de buurt." Sigerik Rosa, 22 jaar, begon in oktober 2002 met de vooropleiding in de regio Haaglanden. Hij deed vmbo elektro en daarna mts, maar dat viel tegen, vervolgens meldde hij zich aan bij de politie. "Ik stond te trappelen om iets te doen aan de dingen die je ziet op straat.Als allochtone agent denk ik dat ik door andere allochtonen ook eerder wordt geaccepteerd." Toen Sigerik begon aan het schakelonderwijs moest hij onder andere werken aan een flexibeler houding. Hij boekte snel vooruitgang:"Ik heb net gehoord dat ik opnieuw een test mag doen, daarna gaan ze bepalen op welk niveau ik mag instromen in het reguliere onderwijs. Daar ben ik heel blij mee." Hij heeft een duidelijk doel voor ogen met de opleiding:"Je krijgt kansen en die pak je gewoon aan, daar werk je voor." Vooral aan de stage heeft hij veel gehad, vindt Sigerik."Leren hoe het rechtssysteem in elkaar zit, hoe je mensen aanspreekt en contact maakt, dat je duidelijk moet zijn." Zijn opleiding duurt nog even, maar dat heeft Sigerik er wel voor over:"Ik wil graag bij de recherche, doe ik toch nog iets technisch..." 128 EQUAL-projectenbundel


Kennislift

2001/EQF/0007 "Nuttige contacten opdoen tijdens je ICT-cursus"
Veel kleine en middelgrote bedrijven hebben geen aparte systeembeheerder, maar een medewerker die het onderhouden van de automatisering `erbij doet'. Het project Kennislift biedt die medewerkers een opleiding om hun ICT-kennis te vergroten. Gerard Brons, 57 jaar, computerliefhebber en werkzoekende, las erover en was direct geïnteresseerd. Hij hoort inmiddels tot de tweede groep Kennislift- cursisten en is enthousiast:"Dit is mijn kans om te laten zien wat ik in huis heb." Gerard Brons:"Ik heb veel werkervaring ­ onder andere 25 jaar bij een exportbedrijf van camerasystemen ­ maar niet op het gebied van automatisering en systeembeheer. En dat is toch waar bedrijven om vragen. Een papiertje alleen is niet meer genoeg.Via het Centrum Werk en Inkomen volgde ik eerder een cursus systeembeheer, zonder stage. Een half jaar later was ik klaar, maar toen bleek de vraag naar ICT'ers drastisch te zijn afgenomen. Mijn leeftijd helpt niet mee. In theorie zou iedereen tot zijn zeventigste door moeten kunnen werken, maar in de praktijk is daar toch minder interesse voor in het bedrijfsleven." "Het mooie van Kennislift is de combinatie van studie en praktijk en de contacten die je opbouwt. De cursisten die al als systeembeheerder werken, stellen veel problemen en vragen uit de dagelijkse praktijk aan de orde. De week erop roept iemand dan:`Nu heb ik het opgelost!' Een opleiding van een halfjaar is misschien niet lang, maar op die manier wel heel nuttig en leerzaam. Zelf ben ik vanaf het begin van de cursus `gekoppeld' aan een kleine onderneming waar ik de nodige praktijkervaring kan opdoen. Het bedrijf heeft een vaste beheerder, leidt intern nog een vervanger op en biedt ruimte voor een werkzoekende als tweede vervanger. Door in het bedrijf mee te lopen, kan ik laten zien wat ik waard ben, welke kennis en ervaring ik in huis heb.Wie weet kom ik op die manier aan het werk.Want weet jij hoe een koe een haas vangt?" Overigens zijn niet alleen de systeembeheerders gebaat bij de opleiding. Gerard concludeert:"Zorg je als onderneming goed voor je mensen en investeer je in hun ICT-kennis, dan haal je winst uit je automatisering. Nu is het vaak nog zo dat bedrijven veel geld uitgeven aan systemen, maar dat die door gebrek aan kennis en beheer vervolgens weinig rendement opleveren." EQUAL-projectenbundel 129


Perspectief

2001/EQI/0004 "Deze kennis komt overal ter wereld van pas"
Of ze in Nederland mogen blijven, weten ze niet. Zo'n 90% schijnt uiteindelijk het land weer te verlaten. Maar de asielzoekers die deelnemen aan het project Perspectief, kiezen ervoor om de uitslag niet in `de caravan' af te wachten. Zij blijven werken aan hun toekomst. Op basis van wat ze zelf willen en kunnen, volgen ze een praktijkgerichte opleiding aan het Drenthe College. Snel een vak leren, daar komt het op neer."Met Perspectief is de wachttijd geen verloren tijd. De kennis die we hier opdoen, kan overal ter wereld van pas komen." Senad Dzanic is één van de 575 deelnemers aan het project Perspectief, een samenwerkingsverband van het COA, Reïntegratiebedrijf Alescon en het Drenthe College. Er is keuze uit tien vakopleidingen, op het gebied van administratie (computers), zorg en hulp, recreatie & toerisme en een opleiding voor kappers. Senad, die twee jaar geleden vanuit Bosnië naar Nederland kwam, koos de richting metaal/elektro. Naast praktijkgericht onderwijs en een stage, krijgt hij les in rekenen en vaktaal. Senad vertelt:"In Bosnië werkte ik al in de metaal, maar ik had nog geen ervaring met alle apparaten. Hier leer ik bijvoorbeeld ook TIG-lassen. Ik heb net een stage van drie maanden afgerond bij een groot metaalbedrijf in Groningen en ga nu aan het werk bij een lasbedrijf in Assen.Tijdens mijn stages leer ik niet veel nieuws.Toch zijn ze wel goed om de taal te leren kennen en kennis te maken met het Nederlandse systeem, hoe mensen hier werken." De lessen metaaltechniek zijn zeer praktisch. De deelnemers mogen zelf problemen of werkstukken aandragen waarover ze willen leren. Docent Henk Wielink kijkt naar apparaten of materialen die worden gebruikt in de landen van herkomst en gaat daarmee aan de slag. Zo hebben de leerlingen bijvoorbeeld een hefbrug nagemaakt voor een motorblok. Senad benadrukt dat hij niet voor het werk naar Nederland is gekomen:"In Bosnië had ik een goede baan, maar deze opleiding is beter dan stilzitten en afwachten. Ik leer hier nieuwe technieken en die komen altijd van pas." Ali Mohammed Mahar kwam tweeënhalf jaar geleden van Somalië naar Nederland. Hij koos voor de richting motor- en voertuigentechniek.Ali:"In Somalië zat ik nog op school dus ik heb nog geen werkervaring. Ik heb deze richting gekozen omdat ik veel van auto's houd." Inmiddels kan Ali banden plakken, demonteren en balanceren, en weet hij veel van de motor. Naast het vaktechnische aspect, is Perspectief ook nuttig om de Nederlandse cultuur en werkhouding te leren kennen.Vooral het stagelopen draagt hieraan bij en dat bevalt Ali goed. "Ik loop stage in een garage en dat gaat heel goed. Ik heb goed contact met de mensen en ze respecteren mij.Wat ik tijdens de lessen leer, kan ik daar in de praktijk doen. Ik leer veel, ook over Nederlandse gewoontes; op tijd komen is heel belangrijk. Mijn doel is automonteur worden, dat kan hier zijn maar ook in Somalië." 130 EQUAL-projectenbundel


Stimulating
Female
Entrepreneurship
in ICT
2001/EQC/0014 "Je leert denken als een ondernemer." Vrouwelijke ICT-ondernemers zijn in vergelijking met hun mannelijke collega's nog steeds in de minderheid. Sinds de zomer van 2002 kunnen vrouwen met plannen voor een eigen ICT-zaak daarom aankloppen bij de Universiteit van Leiden. Om een goede start van het bedrijf te stimuleren, biedt de universiteit een halfjaar lang gratis begeleiding, coaching, aanvullende opleidingen en netwerkbijeenkomsten."De keuzes die je maakt, zijn beter onderbouwd." Christel Dorna las tijdens haar vakantie een artikel in de Telegraaf over het stimuleringstraject voor vrouwen met plannen voor een eigen ICT-bedrijf. Die plannen had ze inderdaad, maar bij de opzet van een eigen onderneming komt een hoop kijken, merkte ze.Terug van vakantie schreef ze zich meteen in voor zes maanden intensieve begeleiding: twaalf verplichte groepslessen over het schrijven van een ondernemingsplan, workshops naar keuze, presentatie van de plannen aan docent en medestarters en tot slot een beoordeling door de Rabobank en een lokaal investeringsfonds. Christel wil nog steeds haar eigen bedrijf beginnen, maar haar oorspronkelijke ondernemersplan is in die tijd wel veranderd. Had ze eerst een soort portal voor kindermode in gedachten, nu wil ze als internetondersteuner online support geven aan bedrijven in de modebranche. Daarnaast verkoopt ze, als intermediair, softwareproducten en verzorgt websitebeheer."Ik ben me breder gaan oriënteren", zegt ze zelf. Dankzij de universitaire begeleiding leerde Christel een businessplan op te zetten, haar marktwaarde te onderzoeken en vervolgens het toekomstig marktaandeel én de positie ten opzichte van de concurrentie te bepalen. Christel:"Een half jaar begeleiding lijkt misschien lang, maar het kost veel tijd om iets goeds en vooral iets blijvends op te zetten. Je leert denken als een ondernemer. Door de begeleiding gaat het opzetten niet zozeer sneller, maar de keuzes die je maakt zijn meer weloverwogen, beter onderbouwd.Wat is reëel, wat zijn je kansen op de markt, waarom is jouw bedrijf uniek? Kortom: waarin onderscheidt jouw bedrijf zich van de concurrentie? Door de beoordeling van de bank en het investeringsfonds weet je straks bovendien waar je op moet letten als je geld nodig hebt.Waarin ben je goed, wat levert het op en welke tarieven hanteer je? Daarbij zijn de uitkomsten van je marktonderzoek natuurlijk extra belangrijk."
Het begeleidingstraject biedt in principe geen `nazorg', de deelnemers moeten het verder zelf doen. Maar dat betekent niet dat ze er alleen voor staan:"We hebben samen een ondernemerssociety opgericht. Iedereen mag bij elke bijeenkomst een introducé meenemen. Zo houden we contact met elkaar en kunnen we tegelijk ook ons netwerk uitbreiden." EQUAL-projectenbundel 131


Infra-dualtime
Workforce-
program
2001/EQE/0024 "Niet bij de kachel zitten 's winters, maar bijleren"
Leren wat het verschil is tussen stenen vlijen en tikken, hoe Schots brekerzand eruit ziet of Iers graniet. In het noorden van het land verzorgt scholingsinstituut GOA Noord praktijkopleidingen in de weg- en waterbouw. Sinds 2002 met een nieuwe methode: meer begeleiding en een betere afstemming op het bedrijfsleven om te voorkomen dat jongens halverwege het traject stoppen.Voor wie het beginniveau van het leerwerktraject te hoog is, is er een speciaal voortraject. "Want zonder diploma kom je nergens." Klaas Timmenga is negentien. Hij leerde voor systeem- beheer en webdesign, maar naar dat soort werk bleek in het noorden niet veel vraag. En Klaas wilde niet weg uit Drenthe.Via via kwam hij terecht in de weg- en water- bouw. In de zomer van 2002 is hij gestart als cursist/werker in het EQUAL- project `Infra-dualtime workforceprogram'. Sinds die tijd staat hij op de loonlijst van GOA Noord in Groningen. Dat betekent werken in de zomer en de lente - onder begeleiding, bij een bedrijf in de buurt - en leren tijdens de winterstop. Na de opleiding komt hij officieel in dienst bij zijn leerbedrijf."Zonder opleiding kom je niet verder", legt Klaas zijn overstap uit."Via een bekende hoorde ik van deze opleiding en heb me aangemeld. Normaal zit je als straatmaker 's winters thuis voor de kachel. Nu ook wel, maar doe ik er nog wat naast." De opleiding en zijn nieuwe bedrijf bevallen Klaas best. Nu het mooier weer wordt, begint het bij hem wel te kriebelen om snel weer aan het werk te gaan:"Dan hoor je gewoon niet binnen te zitten." Tot april blijft het bij het praktijklokaal, waar hij en de andere leerlingen verschil- lende technieken oefenen om te bestraten ­ zoals tikken en vlijen - en riolen leren aanleggen.Twee dagen per week krijgen ze theorie. Hoe je berekent hoeveel zand je voor een klus moet bestellen, over veilig werken langs de weg en over soorten gereedschap en waar je ze voor gebruikt. Dat Klaas al werkervaring heeft opgedaan vorig jaar, maakt het leren van de theorie voor hem wel makkelijker."Toch leer je steeds iets nieuws.Tot nu toe heb ik in mijn werk buiten bijvoorbeeld nog niet met riolen gewerkt, maar als het een keertje voorkomt, weet ik hoe het moet. In de praktijk gaan dingen ook wel eens fout. Had ik een vrachtwagen zand besteld, terwijl we een aanhangwagen nodig hadden..."
132 EQUAL-projectenbundel


Flexcentrum

2001/EQG/0007 "Werken in de tijd van mijn kinderen..." Voor alleenstaande ouders is het vinden van een geschikte deeltijdbaan niet altijd makkelijk. Ze zijn er te lang `uit' geweest of werkgevers zijn niet flexibel genoeg. Het Flexcentrum in Deventer ondersteunt bijstandsmoeders, maar ook herintreders en mensen met een wao-achtergrond bij de stap naar werk. Het centrum geeft workshops, persoonlijke begeleiding en praktische informatie: "Ik had altijd een antipathie tegen naschoolse opvang, tot we er met het Flexcentrum langs gingen..." Het liefst wil José Starmans, 41 jaar, gescheiden en drie kinderen, haar eigen zaak beginnen in yoga, massage en netwerkmarketing. Ze was al begonnen met het opstellen van een ondernemingsplan toen eind vorig jaar een mailing van het Flexcentrum in de bus viel. Ze meldde zich aan voor een individueel begeleidingstraject, omdat ze om rond te komen toch ook een deeltijdbaan nodig had. Inmiddels ­ drie maanden later ­ werkt ze twintig uur per week in een natuurvoedingswinkel. Over de hulp van het Flexcentrum is José goed te spreken:"Ik was heel blij met de persoonlijke aanpak, dat ze echt uitgaan van jouw situatie. Je leert kijken naar je eigen kwaliteiten en wat je wilt. In mijn geval moest het werk zijn dat ik kan combineren met de zorg voor mijn kinderen én met het starten van een eigen zaak.We hebben vervolgens ook mijn ondernemingsplannen uitgebreid bekeken. Is het reëel wat ik wil, wat zijn de kansen van slagen en aan welke kosten en inkomsten moet ik denken? Het bracht meer structuur in mijn ideeën. Uiteindelijk heb ik op de computer van het Flexcentrum een open sollicatiebrief geschreven aan de natuurwinkel en ben ik aangenomen. In mijn eentje was dat ook wel gelukt, maar dan had ik er veel langer over gedaan!" Sabine Mooij, een alleenstaande moeder van 31 jaar met twee kinderen, deed in groeps- verband mee aan een balanstraining van het Flexcentrum."Wat die training inhield, wist ik vooraf niet goed. Heel simpel gezegd dacht ik van tevoren: mooi, ze helpen me aan een baan! Die baan heb ik nog niet, maar wel heb ik in korte tijd heel veel geleerd. Over mezelf, wat je wilt en kunt en wat de mogelijkheden zijn. En je doet het samen met je groep. De training heeft ook mijn blikveld verruimd: om geschikt werk te vinden, moet je bijvoorbeeld zelf ook flexibel zijn. Mijn probleem is dat ik veel leuk vindt, maar dat mijn vooropleiding niet genoeg is. Mijn ideaal is in de zorg te werken en mijn verpleegkundediploma te halen.Alleen is dat met jonge kinderen nu nog even niet haalbaar. Dus moet ik eerst werk vinden dat past in hun tijd, misschien in de thuiszorg.Wat ik in ieder geval niet wil, is later spijt hebben dat ik nooit moeite heb gedaan om mijn ideaal te bereiken." EQUAL-projectenbundel 133


Vrijwilligers-
werk en Sociale
Activering
2001/EQD/0007 "Heel wat beter dan thuiszitten" Het (deel)project Internetcafé Winkelmade slaat drie vliegen in één klap. Werkzoekenden krijgen de kans weer lekker bezig te zijn en ouderen leren er met de computer omgaan. Rode Kruis- vrijwilligers begeleiden de deelnemers. Een unieke combinatie waar verschillende mensen van kunnen profiteren. "Hier werken beschouw ik als een uitje..." "Een mooie gelegenheid om weer actief te worden." Dat vond Wally Kleuters toen de gemeente Niedorp haar vroeg of ze mee wilde doen aan het project Internetcafé Winkelmade."Ik ben twee jaar ziek geweest en wilde graag weer iets doen. Liever geen baan, maar iets wat minder druk en verplichtend was. Dit project spreekt me aan omdat ik hier mensen ontmoet en er lekker even uit ben. Het is de bedoeling dat ik ouderen wegwijs maak op het internet. Ik heb daarom eerst een computercursus gevolgd en een cursus ouderen- didactiek. Maar in de praktijk steek je het meeste op. Het mes snijdt dus aan twee kanten: ik leer ouderen iets, maar ontdek zelf ook iedere dag nieuwe mogelijkheden met de computer. Het hebben van een baan lijkt nog ver van me af te staan: voor mij is het genoeg om weer op een leuke manier sociaal bezig te zijn. Ik hou van de gezelligheid van het internetcafé en vind het geweldig om te merken dat mensen vorderingen maken op de computer. Ik voel me weer gewaardeerd en dat is heel prettig." "Soms is scholing of solliciteren niet de eerste stap richting de arbeidsmarkt," weet Rode Kruis-vrijwilliger Fred de Vries."Sociale activering is dan in eerste instantie belangrijker: weer onder de mensen komen, je aan afspraken houden, structuur in je leven krijgen. Ik ben enigszins computergek en vind het plezierig iets met mensen te doen.Toen het Rode Kruis mij vroeg of ik de mede- werkers van het project wilde ondersteunen heb ik dan ook meteen `ja' gezegd. De sfeer in het team is het belangrijkst.We gaan daarom helemaal gelijkwaardig met elkaar om, of je hier nu zit voor sociale activering of als vrijwilliger. De bezoekers merken dan ook geen verschil tussen ons." De Rode Kruis-vrijwilligers werken samen met de project- deelnemers in het internetcafé zelf.Voor deelnemers die in de WAO zitten, is er daarnaast begeleiding van het Noorderkwartier, het reïntegratiebureau."Per deelnemer wordt bekeken hoe je functioneert binnen het project en wat verdere mogelijkheden voor je zijn. Een paar van de deelnemers hebben de stap naar de arbeidsmarkt al durven zetten." 134 EQUAL-projectenbundel