Gemeente Utrecht
Toelichting op besluiten van het college van burgemeester en
wethouders
20 mei 2003
1. Referendum Stationsgebied geëvalueerd
De Utrechtse burgers hebben waardering voor het referendum-instrument.
Een grote meerderheid van de Utrechtse bevolking heeft de
voorlichtingscampagnes en de informatievoorziening over het referendum
Stationsgebied positief gewaardeerd. De meeste kiezers konden zich
vinden in de twee voorgelegde opties. Ook kreeg het referendum ruime
aandacht in de (lokale) media. De uitwerking van Visie A kreeg ruime
steun. Daardoor werd in de stad een knoop doorgehakt over een
belangrijk onderwerp dat al lang speelt.
Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het evaluatierapport dat het
college van burgemeester en wethouders heeft vastgesteld. Het
evaluatieonderzoek naar de aanpak van het raadplegend referendum
aanpak stationsgebied op 15 mei vorig jaar, is in opdracht van het
college uitgevoerd door de Universiteit van Amsterdam.
Het college stemt in met de aanbevelingen die de onderzoekers hebben
gedaan. Zo zullen bij een volgend referendum de politieke partijen in
de gemeenteraad (opnieuw) worden uitgenodigd om een actieve rol te
spelen in het publieke debat. Verder is het zaak bij het begin van het
proces nog eens helder onder de aandacht te brengen dat blanco-stemmen
een zelfde wettelijke betekenis hebben als bij andere verkiezingen. De
subsidieverstrekking en facilitering van het publieke debat en de rol
van de referendumcommissie, ook in haar rol als klachtencommissie,
kunnen scherper worden geregeld.
Tenslotte doen de onderzoekers de aanbeveling om bij de uitwerking van
Visie A de dialoog met de stad voort te zetten om de brede steun voor
Visie A te behouden. Bovendien zou de gemeente, geredeneerd vanuit de
techniek van de huidige verordening, van tevoren moeten aangeven of en
op welke momenten besluiten worden genomen over het Stationsgebied die
aan een referendum kunnen worden onderworpen. De redenering klopt,
maar het college vindt vervolgreferenda over delen van de uitwerking
van de gekozen visie A. niet wenselijk. Om onduidelijkheden op te
heffen, heeft het college besloten dat wordt onderzocht of op de twee
bestaande Utrechtse verordeningen vervangen kunnen worden door een
Verordening Referenda in Utrecht, daarbij rekening houdend met de
landelijke Referendumwet. Het raadsbesluit over het Masterplan
Stationsgebied is overigens een niet-referendabel besluit, omdat het
de uitwerking van een referendum-uitslag betreft. Dat is volgens de
verordning niet opnieuw referendabel te maken.
De totale kosten van het referendum Stationsgebied zijn becijferd op
EUR 934.970. Dat kon nagenoeg geheel worden betaald uit het
gereserveerde budget.
2. Versoepeling, handhaving en verduidelijking van horecabeleid
Er komen wat meer mogelijkheden om in de binnenstad een restaurant te
beginnen of uit te breiden. Ook is er op specifieke plaatsen in de
binnenstad ruimte voor nieuwe terrassen. Tegelijk wil het college van
burgemeester en wethouders handhaving van de bestaande
terrasverordening verbeteren. Verder gaan aangescherpte regels gelden
voor horeca, die ondergeschikt is aan de hoofdbestemming van een
gebouw. Bij het vaststellen van deze wijzigingsvoorstellen in het
horecabeleid hebben de inspraakreacties en het advies van de wijkraad
Binnenstad een belangrijke rol gespeeld.
Horeca D
In het geldende facetbestemmingsplan voor de binnenstad zijn er
nauwelijks mogelijkheden om horecafuncties uit te breiden. In een
pilotperiode van drie jaar krijgt horeca D (restaurants, lunchrooms
e.d.), die in de regel de minste overlast veroorzaakt, meer ruimte
voor nieuwe vestigingen evenals voor uitbreiding van bestaande
restaurants.
In de binnenstad zijn 18 zones aangegeven waar in de pilotperiode één
nieuwe vestiging horeca D gerealiseerd kan worden via een
vrijstellingprocedure van het bestemmingsplan (art. 19 WRO). Tot die
zones behoren niet het kernwinkelgebied en geen delen van de
binnenstad waar de woonfunctie overheerst. Wel is uitbreiding mogelijk
in straten met een redelijk breed straatprofiel, die een mengeling van
functies kennen. Ook wordt deze uitbreidingsmogelijkheid toegestaan op
plaatsen waar deze horecafuncties een bijzondere toevoeging aan de
stad opleveren. Als gevolg van de inspraak zijn sommige van de zones
gewijzigd waar wel of geen horeca D uitbreiding wordt toegestaan.
Geschrapt zijn:
a. Een deel van de zone Springweg, tussen Haverstraat en Smeestraat;
b. Een deel van de zone Oudegracht-zuidzijde, aan de werf, ten zuiden
van de Weesbrug.
Toegevoegd worden:
a. Het stegengebied (Massegast, Hekelsteeg en Hamsteeg, maximaal 1
vestiging per steeg);
b. De Hamburgerstraat tussen Lange Nieuwstraat en Oudegracht;
c. Jacobskerkhof (geringe uitbreiding van eerder voorgestelde zone);
d. Oudegracht-zuidzijde, aan de werf, in de richting van het
noordelijker gelegen;
e. kernwinkelgebied (geringe uitbreiding van eerder voorgestelde
zone);
f. Neude (zeer geringe toevoeging).
De inspraak heeft verder tot de volgende aanvullingen dan wel
verduidelijkingen geleid:
a) in de zones Zocherplantsoen kan voor een nieuwe horeca D vestiging
uitsluitend gebruik gemaakt worden van bestaande bebouwing; Nieuwbouw
is niet toegestaan.
b) per zone wordt in de pilotperiode maximaal 1 nieuwe vestiging
toegestaan ( de zone stegengebied is hierop een uitzondering).
Evaluatie vindt plaats na afloop van deze drie jaar; dan moet worden
beslist of er ruimte is voor meer nieuwe vestigingen of niet.
In de binnenstad is uitbreiding van bestaande restaurants etc, is
onder voorwaarden mogelijk op binnenterreinen, in de kelderverdieping
en op de verdiepingen boven de begane grond, tenzij dit ten koste gaat
van gerealiseerde woonbestemming in het pand zelf of ernaast.
Jaarlijks worden de effecten van uitbreiding bezien en beoordeeld of
het beleid kan worden voortgezet.
Terrassenbeleid
Daarnaast heeft het college besloten om op specifieke locaties nieuwe,
en uitbreiding van bestaande terrassen toe te staan. Het gaat om de
Neude, de omgeving Stadhuis, het Vredenburg, en de omgeving van de
nieuwe haven aan de Weerdsingel. Daarnaast zijn, binnen de bepalingen
van het huidige terrassenbeleid, terrassen mogelijk bij nieuwe
vestigingen horeca D. Op basis van inspraakreacties wordt afgezien van
het Jacobskerkhof als mogelijke uitbreidingslocatie.
De regels voor terrassen zoals die in terrasverordening staan worden niet gewijzigd. Gelet op de inspraakreacties wil het college bestaande regels beter handhaven. Wel wordt nog voor de zomer een pilot voorbereid voor een zogenaamd tropisch weerscenario. Daarbij wordt het in een proefperiode toegestaan om terrassen bij hoge temperaturen op vrijdag- en zaterdagavond langer open te houden.
Additionele horeca
Tenslotte worden de regels voor de zogenaamde additionele horeca
verduidelijkt. Het gaat om horeca in bijvoorbeeld warenhuizen, musea
en clubgebouwen, die ondergeschikt is aan de hoofdfunctie van het
betreffende bedrijf, van de instelling, vereniging of stichting.
Verduidelijking van de regels moet oneerlijke concurrentie en overlast
voorkomen en de vergunningverlening doorzichtiger en handhaving
gemakkelijker maken. Om duidelijk te maken wat onder additionele
horeca wordt verstaan, wil de gemeente de beleidsregels nauwkeuriger
omschrijven. De afdeling Bouwbeheer van de Dienst Stadsontwikkeling,
belast met toetsing en handhaving van deze regels, krijgt opdracht om
te onderzoeken wat de gevolgen zijn van deze aanscherping.
Verdere gang van zaken
Het collegebesluit wordt eerst besproken met de raadscommissie
Stedelijke Ontwikkeling.
Horeca D aanvragen voor nieuwe c.q. uitbreiding van bestaande
vestigingen worden in behandeling worden genomen na de discussie in de
raadscommissie en na eventuele nadere besluiten.
Voor terrassen wordt nog een handhavingsplan opgesteld met als
leidraad: de ondernemer is primair verantwoordelijk; bij overtreding
zal de sanctie gevolgen hebben voor de verleende terrasvergunning; de
toegestane terrasomvang moet zowel voor ondernemer, personeel, publiek
en handhaver duidelijk zijn. Waar mogelijkheden gegeven worden voor
uitbreiding van terrassen ligt het voortouw voor de ontwikkeling van
plannen bij de ondernemers. De gemeente biedt aan om in
werkgroepverband samen met initiatiefnemers en Horeca-Nederland, afd.
Utrecht de plannen verder uit te werken.
Voor de additionele horeca worden de beleidsregels eerst verder
uitgewerkt en op hun effect onderzocht.
3. Speelplek bij De Boeg
Het initiatief van bewoners van de Cartesiuweg, Schoenerstraat en
Tjalkstraat in de Schepenbuurt in West voor het aanleggen van een
speelgelegenheid voor kleine kinderen op het grasveld bij buurthuis De
Boeg is gehonoreerd.
Het project "Cartesiusweg, spelen" zal worden uitgevoerd door de DSB.
De uitvoering van dit project is begroot op maximaal EUR 30.000. De
kosten voor de uitvoering komen ten laste van het budget Recht van
Initiatief 2003
Wijkwethouder Verhulst heeft dit op 23 april 2003 besloten en het
college van burgemeester en wethouders van dit besluit op de hoogte
gesteld. De bewoners van de Schepenbuurt hadden in januari van dit
jaar een initiatiefvoorstel ingediend. Het is op 23 april behandeld in
de raadscommissie voor de wijk West.
4. Recht van Initiatief Happening Hoograven
Wijk- en Oranjevereniging Hoogravens Belang doet een aanvraag voor het
organsieren van de Happening Hoograven, een evenement voor alle
bewoners en ondernemers van Tolsteeg en Hoograven. De kosten voor de
uitvoering zijn door de indieners begroot op EUR 21.770.
Het college van burgemeester en wethouders vraagt de wijkwethouder voor Zuid om het initiatiefvoorstel nader te onderzoeken. Dit is een gebruikelijke stap in de procedure. De wijkwethouder neemt binnen 8 weken een besluit. Hij vraagt advies aan de raadscommissie voor de wijk Zuid. Het initiatiefvoorstel Happening Hoograven (in het kader van de regeling Recht van Initiatief) zal in een openbare vergadering van de raadscommissie voor de wijk Zuid worden behandeld.
5. Livingstonelaan willen kleur op flats
Bewoners van de koopwoningen in een flat aan de Livingstonelaan doen
namens de Vereniging van Eigenaren een voorstel om de liftportalen van
de flat te laten verven in de kleuren van de huurflats in de straat.
Het college heeft besloten het voorstel niet in behandeling te nemen
omdat over dit onderwerp geen recht van Initiatief mogelijk is. Het
gaat immers om een subsidieaanvraag voor het opknappen van
privé-eigendom met gemeenschapsgeld. Daarvoor is de regeling Recht van
Initiatief voor inwoners niet bedoeld.
6. Hongkongdreef vraagt kinderspeelplaats
Bewoners van een flat aan de Hongkongdreef in Overvecht doen een
voorstel voor het aanleggen van een kinderspeelplaats achter het
trapportaal van de flat. De kosten voor de uitvoering zijn begroot op
EUR 26.600.
Het college van burgemeester en wethouders vraagt de wijkwethouder
voor Overvecht om het initiatiefvoorstel nader te onderzoeken. Dit is
een gebruikelijke stap in de procedure. De wijkwethouder neemt binnen
8 weken een besluit. Zij vraagt advies aan de raadscommissie voor de
wijk Overvecht. Het initiatiefvoorstel Hongkongdreef, spelen (in het
kader van de regeling Recht van Initiatief) zal in een openbare
vergadering van de raadscommissie voor de wijk Overvecht worden
behandeld.
7. Wegneembare paal Zandpad blijft
Om de verkeersoverlast voor omwonenden te verminderen blijft de
afsluiting van het Zandpad met een wegneembare paal ter hoogte van de
Jagerskade gehandhaafd. Daartoe heeft het college van burgemeester en
wethouders besloten. Om het rondrijden van bezoekers aan het Zandpad
tegen te gaan was ter hoogte van de rioolwaterzuivering een afsluiting
aanwezig. Nood- en hulpdiensten gebruikten de afsluiting door de paal
met een sleutel te ontgrendelen en te verplaatsen. Na gebruik werd de
paal in de weg teruggeplaatst. De afsluiting betrof alleen het
gemotoriseerd verkeer. Fietsers en bromfietsers konden de afsluiting
gewoon passeren.
Momenteel staat de wegneembare paal vanwege de bestrijding van de
criminaliteit op verzoek van de Regiopolitie Utrecht permanent naast
de rijbaan. Omwonenden van de Hoogstraat e.o. ondervinden als gevolg
hiervan verkeershinder en willen een effectieve afsluiting. De
afsluiting met de wegneembare paal wordt daarom in ere hersteld. Met
de gebruikers van de wegneembare paal, zoals Politie en Brandweer,
zijn afspraken gemaakt over het terugplaatsen van de paal. De gemeente
zal het gebruik van de Jagerskade en het terugplaatsen van de
wegneembare paal regelmatig controleren.
8. Samenwerkingsovereenkomst Forum 't Hart van Noord
De gemeente Utrecht heeft een samenwerkingsovereenkomst gesloten met
de combinatie Aannemingsmaatschappij Boers Veenendaal BV / Amstelland
Ontwikkeling Wonen BV over de ontwikkeling van forumlocatie 't Hart
van Noord. Het betreft een locatie in Kanaleneiland tussen de
Eisenhouwerlaan, het Peltplantsoen en de Peltlaan, waar nu nog drie
basisscholen (De Zeven Gaven, Lucasschool en De Panda) gehuisvest
zijn. Op deze plek moet een forumgebouw komen met appartementen en
woningen. De samenwerkingsovereenkomst is het resultaat van een
Europese aanbestedingsprocedure en is afhankelijk van goedkeuring door
de gemeenteraad. De ontwikkelaarscombinatie zal het ontwerp, de
bouwvoorbereiding en de bouw van het Forumgebouw en de inrichting van
openbare ruimte voor zijn rekening nemen. Ook zal de combinatie het
eigenaaronderhoud van het Forumgebouw voor de periode van 10 jaar met
een optie van nog eens vijf jaren doen. De samenwerkingsovereenkomst
eindigt in het voorjaar van 2004 met het aanbieden van een definitief
ontwerp aan de gemeente. Dit ontwerp moet in samenwerking met gemeente
en de toekomstige gebruikers van het Forumgebouw worden gemaakt. Zodra
dit ontwerp door de gemeente is goedgekeurd wordt een nieuwe
overeenkomst aangegaan voor de bouw van het Forumgebouw en
appartementen. Dan kan de ontwikkelaarscombinatie het goedgekeurde
definitieve ontwerp uitwerken tot een bestek en bestekstekeningen,de
vergunningen aanvragen en de bouw starten van het Forumgebouw en de
appartementen. Verwachte oplevering is in het voorjaar van 2006. De
huidige panden blijven in gebruik tot de zomer van 2004. Tijdens de
bouw zullen de drie basisscholen tijdelijk onderdak vinden in het pand
van het Niels Stensen College.
9. Voortgang As Kanaleneiland
Het college van burgemeester en wethouders heeft kennis genomen van de
vortgangsrapportage van het project As kanaleneiland. Voor het gebied
As kanaleneiland wordt momenteel een plan ontwikkeld. Bij deze
ontwikkeling zijn naast de gemeente de volgende partijen betrokken:
Proper Stok (coördinerend ontwikkelaar), Mitros, Portaal, de Hilders
groep (eigenaar winkelcentrum kanaleneiland) en ROC. De
planontwikkeling vindt plaats op basis van een intentie-overeenkomst
die in november 2002 door partijen is ondertekend. Het doel van de
huidige fase is om na te gaan of het plan financieel haalbaar is. In
het plan wordt uitgegaan van vergroting van het winkelcentrum,
vervanging van de huurwoningen van Mitros en Portaal, vergroting van
de ROC aan de Amerikalaan. Het masterplan is naar verwachting voor de
zomervakantie gereed en zal dan aan het bestuur worden aangeboden voor
besluitvorming.
10. Definitieve route voor transport van gevaarlijke stoffen
Om het transport van gevaarlijke stoffen binnen gemeente Utrecht
veiliger en beter controleerbaar te maken, heeft het college van b en
w de huidige regels hiervoor formeel vastgesteld. De zogeheten
'routering gevaarlijke stoffen' betreft de rijkswegen A2, A12 en A27
op gemeentelijk grondgebied. Transporteurs van gevaarlijke stoffen die
binnen de Utrechtse gemeentegrenzen een van deze rijkswegen verlaten,
moeten zoveel mogelijk via de kortste route naar de bestemming in de
stad rijden. Voor ieder transport van gevaarlijke stoffen zijn ze
voortaan verplicht een ontheffing aan te vragen.
De routering is van toepassing op het transport van gevaarlijke stoffen over de weg, niet over waterwegen of per spoor. Het betreft voornamelijk LPG-, ammoniak- en vuurwerktransport. Stoffen zoals benzine zijn niet routeplichtig. Het is voor de gemeente niet mogelijk het vervoer naar afleveradressen te weigeren. Wel kan in verband met de veiligheid een bepaalde route worden voorgeschreven.
De Brandweer, de Regionale Politie en het Bureau Bedrijfsinspectie
zijn betrokken bij het verlenen van de ontheffingen. Zij krijgen alle
ontheffingen toegestuurd, waardoor het handhaven van de naleving van
de ontheffingen gemakkelijker wordt. Ook verbetert hiermee het inzicht
in het transport van gevaarlijke stoffen binnen de gemeentegrenzen. De
risico's van de transporten vallen overigens ruimschoots binnen de
normen voor externe veiligheid. Hoewel door de vaststelling van de
'routering transport gevaarlijke stoffen' op korte termijn het aantal
transporten niet afneemt, wordt op de lange termijn wel een afname van
het transport van gevaarlijke stoffen verwacht. Op rijksniveau bestaat
namelijk het voornemen om een aantal minder gunstig gelegen
LPG-stations te sluiten. Dit gebeurt