Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Toespraak van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Clémence Ross-
van Dorp, bij de instelling van het Nederlands Antidoping Platform (NAP) op 11 juni 2003 in
Den Haag.
Dames, heren,
Ik heet u allen van harte welkom bij deze eerste vergadering van het Nederlands Antidoping
Platform (NAP). Dat geldt uiteraard voor de leden en de voorzitter van het Platform, maar
ook voor de overige vertegenwoordigers van de deelnemende organisaties.
Het aantal dopingschandalen en -perikelen is bijna niet meer bij te houden. In de media lijkt de stroom dopingberichten nooit op te houden.
Of het nu gaat om sporters die positief zijn bevonden, om hotels waar de koffers van spor-
ters worden doorzocht, of om nieuwe producten die op de markt komen. Doping is een
groot imago-probleem geworden voor de topsport (internationaal niveau) en voor de top-
sporters.
Sporters nemen immers gezondheidsrisico's om hun sportprestatie te verbeteren. Een ge-
zondheidsprobleem voor de gebruiker, maar als het niet beteugeld wordt, óók een probleem
voor de medesporters en tegenstanders. Zij zien vroeg of laat genoopt om ook een greep in
de medicijnkast te doen.
Als we stellen dat doping een serieus probleem van de sport is, dan moet dat ook serieus
aangepakt worden. Het groeiend aantal dopingcontroles, de internationale eisen op het ge-
bied van kwaliteit en harmonisatie dwingen tot afstemming en samenwerking in eigen land.
De afgelopen jaren is het aantal spelers in het anti-dopingveld flink toegenomen. We hebben
het NeCeDo, DoCoNed, een auditcommissie en de veel nadrukkelijkere bemoeienis van de
sportkoepel met het dopingvraagstuk. VWS heeft, evenals de Lotto op advies van
NOC*NSF, de afgelopen jaren meer geld gestopt in het ondersteunen van de sport in de
strijd tegen doping.
Een belangrijke aanleiding voor het instellen van het Platform is een aanbeveling uit de
NOC*NSF-nota "Topsport bedrijven op eigen kracht", die begin vorig jaar werd uitgebracht.
Enige tijd ervoor verscheen de kabinetsnota "Sport, Bewegen en Gezondheid". In de voorbe-
reiding van beide nota's hebben de organisaties die bij het Nederlands antidopingbeleid be-
trokken zijn, veelvuldig overlegd. Alle organisaties vonden het overleg zó zinvol, dat ze de
overheid adviseerden een structureel anti-dopingoverleg in te richten.
Ik heb dat advies graag opgevolgd, ook al omdat ik nog een aantal andere aanleidingen zag:
De belangrijkste is dat er steeds meer spelers op het dopingveld komen, zowel nationaal als internationaal. In Nederland zijn al sinds lang NOC*NSF, NeCeDo en de overheid actief in het tegengaan van het dopinggebruik in de sport. De afgelopen jaren zijn daar ook andere Toespraak Parnassusplein 5 Doorkiesnummer Hebt u 's avonds of in het weekend dringend Postbus 20350 (070) 340 60 00 een voorlichter nodig, belt u dan met het 2500 EJ DEN HAAG Fax (070) 340.62.92 ministerie, telefoon (070) 340 79 11. Daar Telefoon (070) 340 79 11 regelt men dat u wordt teruggebeld.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2 -
organisaties bijgekomen, zoals DoCoNed en een aantal commissies van NOC*NSF, waarvan
de Atletencommissie voor mij een belangrijke is. Dezelfde ontwikkeling zien we internatio-
naal, met name door de opkomst van WADA en een recent opgerichte internationale associ-
atie van nado's (national anti-doping organisations). Dus meer spelers op het veld, met hun
eigen activiteiten, en dat vraagt om een grotere mate van afstemming en uitwisseling van
informatie.
Een tweede belangrijke reden is dat we het overheidsbudget voor antidoping zo efficiënt
mogelijk moeten besteden. Dat budget is de laatste jaren fors gegroeid tot ruim 1,5 miljoen
euro per jaar. Een goede afstemming van een ieders werkzaamheden binnen het Platform
bevordert een doelmatige besteding van dat budget. Dat is zeker in deze financieel moeilijke
tijden belangrijk.
De laatste reden die ik hier noem is de invoering van de World Anti Doping Code in het
Nederlandse antidopingbeleid. Er komt veel af op de sportorganisaties, op de anti-
dopingorganisaties en ook op de overheid. Formeel moet de sport de Code uiterlijk augustus
2004 hebben ingevoerd en de overheid in februari 2006. De invoering van de Code zal de
nodige afstemming vragen en daarin kan het Platform zeer goed voorzien.
Kortom: er zijn meerdere redenen om de afstemming tussen de diverse partijen te bevorde-
ren.
Met de komst van het Platform verandert er niets aan de rol van de overheid in het antido-
pingbeleid. De lijn was en blijft helder. De sport zelf is primair verantwoordelijk voor het te-
gengaan van dopinggebruik en de overheid ondersteunt de sport daarbij door voorwaarden
te stellen en ook te scheppen. Zo verplicht de overheid de sportorganisaties dat ze het ge-
bruik van doping tegengaan, met name door goede reglementering en voorlichting, op straf-
fe van een korting op de subsidie.
Het voorwaardenscheppende beleid komt tot uiting in de financiering van het NeCeDo en de
gedeeltelijke financiering van DoCoNed; NOC*NSF betaalt het resterende deel. De bonden
kunnen een beroep doen op deze organisaties, onder meer voor het laten uitvoeren van do-
pingcontroles of het opstellen van een dopingreglement.
De instelling van het Nederlands Antidoping Platform brengt geen verandering in deze verde- ling van verantwoordelijkheden. Het Platform heeft namelijk als enige taak om de afstem- ming tussen de betrokken organisaties te bevorderen door informatie uit te wisselen. Nog- maals: de sport zelf is en blijft verantwoordelijk voor het tegengaan van het gebruik van doping. De overheid heeft een primaire verantwoordelijkheid inzake de handel in doping en in het aangaan en nakomen van internationale verdragen en afspraken tussen overheden, zoals de Anti Doping Conventie van de Raad van Europa.
Goed afstemmen: dat is het credo van het Platform. Het gaat daarbij om de verdere invoe-
ring van eerdergenoemde nota's en om nieuw beleid te maken als er zich nieuwe ontwikke-
lingen op dopinggebied voordoen. Een duidelijk voorbeeld van dat laatste is de invoering van
de World Anti Doping Code.
Alle organisaties in het Platform hebben daarbij belangrijke taken. Het NeCeDo moet zorgen Toespraak
voor een nieuw model-antidopingreglement, DoCoNed voert haar controles uit in overeen-
stemming met de nieuwe standaarden, en de overheid scherpt de op de Code gebaseerde
subsidievoorwaarden voor sportbonden aan. NOC*NSF en diens Atletencommissie hebben
een taak in het ondersteunen van de sportbonden en de sporters. Vele taken voor veel par-
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 3 -
tijen, met de noodzakelijke afstemming dus. En daarvoor hebben we nu het Nederlands An-
tidoping Platform!
Dames, heren,
Ik ga graag over tot de installatie van het Nederlands Antidoping Platform.
Toespraak
---- --