Gemeente Enschede
B. en W.-bericht 2003- 22
Collegevergadering van dinsdag 3 juni 2003
Boekelo op weg naar 2015
Het college van B en W heeft met veel waardering kennis genomen van
het `Dorpsplan Boekelo 2002-2015 `. Onder de titel `Wonen, leven en
werken op menselijke maat in een sfeervol Boekelo hebben de leden van
de projectgroep aangegeven in welke richting het dorp zich de komende
15 jaar verder zou moeten ontwikkelen. Het gaat dan vooral om
ontwikkelingen in wonen, werken, recreatie, zorg en milieu. Het
college heeft als uitgangspunt bij de beantwoording genomen hoe zoveel
mogelijk aan de vragen en wensen van de inwoners van Boekelo tegemoet
kan worden gekomen binnen de financiële mogelijkheden. Er is al een
aantal acties de afgelopen jaren in gang gezet, onder meer een
herinrichtingsplan voor het Texoprintterrein, of wordt nog in gang
gezet zoals het maken van een nieuw bestemmingplan dat in 2006 gereed
moet zijn. Andere ontwikkelen die opgepakt kunnen worden zijn: de
mogelijkheden van een buurtbus en het onderzoeken van mogelijkheden
voor 60km-zones in het buitengebied. Dinsdag 10 juni worden dorpsplan
en het antwoord daarop behandeld in de stadsdeelcommissie West. Daarna
volgt inspraak en een hoorzitting en uiteindelijk behandeling in de
Gemeenteraad.
---
Evaluatie mobiliteitsbeleid: bereikbaarheid Enschede nauwelijks
veranderd
De bereikbaarheid van de Enschedese binnenstad met de auto of fiets is
de laatste vijf jaar nauwelijks veranderd. Een gemiddeld ritje naar
het centrum duurt met de auto tegenwoordig 11 minuten (vijf jaar
geleden 10,8 minuten). Met de fiets bleef de reistijd gemiddeld 15,4
minuten. De bus doet er zelfs korter over dan vijf jaar geleden. Toen
duurde het nog gemiddeld 20,1 minuten, tegenwoordig 18,8 minuten. Dit
blijkt uit de evaluatie van het mobiliteitsbeleid van de gemeente door
adviesbureau Keypoint Consultancy.
Ook op zaterdag is de reistijd afgenomen. Duurde het vijf jaar terug
nog 12 minuten om met de auto in het centrum te komen, tegenwoordig is
dat nog maar 11,2 minuten. Met de fiets was de afname nog sterker: van
gemiddeld 16,4 minuten in 1998 tot 14,8 minuten in 2003.
Vreemd genoeg staan deze feiten haaks op de beleving van de gemiddelde
reistijd. Vooral automobilisten klagen over de slechte bereikbaarheid.
De schatting die zij gemiddeld maken over de benodigde reistijd naar
het centrum ligt met 20,8 minuten maar liefst 90% hoger dan de
werkelijk benodigde tijd. Ook denken automobilisten dat ze er drie
minuten langer over doen om in de binnenstad te komen dan de fietser.
In werkelijkheid zijn ze ruim vier minuten eerder op de plaats van
bestemming.
Toch doet ook de fiets het goed in Enschede. Het rapportcijfer van
fietsers voor verschillende aspecten van het fietsverkeer ligt met 7,1
hoger dan het landelijk gemiddelde en het gemiddelde van andere grote
steden. Het aandeel bewoners dat de fiets gebruikt voor verplaatsingen
in de binnenstad is de afgelopen vijf jaar toegenomen van 42% naar
46%.
De evaluatie van Keypoint Consultancy was dinsdag, samen met een
discussienota over actualisering van het mobiliteitsbeleid, onderwerp
van bespreking in het college. In de discussienota wordt vastgesteld
dat het autoverkeer op de grote wegen rond Enschede tussen 1996 en
2002 flink is toegenomen. Op de provinciale wegen was de toename
gelijk aan het landelijk gemiddelde van 10 tot 15%, op de rijksweg A35
nam het autoverkeer toe met 25%. Op de A1 bedroeg de stijging zelfs
35%. Het totale autobezit in de stad nam in zes jaar toe met 11% tot
65.500 auto's. Op gemeentelijke wegen is het verkeer echter nauwelijks
toegenomen. Dit zou erop kunnen wijzen dat steeds meer automobilisten
kiezen voor een sluiproute door woonwijken dan voor de hoofdwegen.
Voor de toekomst laten de rekenmodellen een flinke toename van het
autoverkeer zien. Tot 2015 worden op de hoofd- en invalswegen van
Enschede zo'n 40 tot 70% meer auto's verwacht. Hierdoor zou de
reistijd van vooral de automobilist verdubbelen. Naast de bestaande
knelpunten (omgeving Prinsessetunnel, Haaksbergerstraat,
Oldenzaalsestraat en de kruispunten met de singels) zou dan extra
congestie kunnen ontstaat op de invalswegen, de singels en de
centrumring.
Ook zou de doorstroming van het openbaar vervoer in gevaar kunnen
komen.
Als oplossing wordt deels ingezet op alternatieven als de fiets en het
openbaar vervoer. Het op peil houden van de autobereikbaarheid op het
huidige niveau zou door de toename van de verkeersdrukte
grootschalige, ruimte-intensieve ingrepen vereisen. Daarom wordt eerst
bekeken wat nog de mogelijkheden zijn met het beter benutten van de
huidige infrastructuur, zoals een betere verkeersregeling, het
verbeteren of uitbreiden van kruispunten en differentiatie van
parkeertarieven, zodat bestaande parkeergelegenheid optimaal
beschikbaar blijft.
Door deze maatregelen moet de bereikbaarheid van de economische
kerngebieden Enschede-west en het centrum zo goed mogelijk op peil
worden gehouden. Een ander belangrijk doel is het op peil houden van
de leefbaarheid en verkeersveiligheid in de woonwijken. Daarvoor wordt
onder meer gedacht aan extra maatregelen om doorgaand verkeer uit de
woonwijken te weren en aan het verhogen van de parkeernorm (het aantal
parkeerplaatsen per woning) van 1,35 naar maximaal 1,7.
De discussienota wordt in juni besproken in de raadscommissie fysiek.
In de maanden daarna zullen oplossingen, prioriteiten en de fasering
verder worden uitgewerkt. In november kan het vernieuwde
Mobiliteitsplan vervolgens de inspraak in, waarna de raad het in
december kan vaststellen.
---
Nieuwbouw Blokker: elf appartementen erbij
Bij de nieuwbouw en uitbreiding van Blokker aan de Kalanderstraat
zullen elf nieuwe appartementen worden gerealiseerd. Negen daarvan
zijn sociale koopappartementen in het goedkopere segment, twee zijn
vrije-sectorappartementen. Het winkeloppervlak van de vernieuwde
Blokker wordt bovendien uitgebreid met ongeveer de helft (380
vierkante meter). De verfraaiing van de zaak past goed bij de beoogde
kwaliteit aan het Van Heekplein. Omdat er bovendien ook woningen aan
de binnenstad worden toegevoegd, stelt het college de raad voor
akkoord te gaan met de plannen en het benodige uitvoeringskrediet. De
kosten voor de gemeente kunnen volledig worden betaald uit de
opbrengst van de grond (thans nog openbaar terrein) dat Blokker voor
de uitbreiding nodig heeft.