Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Speech van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Clémence Ross-van Dorp, tijdens de presentatie van het rapport De bal of de
man, op 3 juni 2003 in Den Haag.
Dames en heren,
Ajax-PSV voor de Johan Cruijffschaal 2002. Het leek me als kersverse
staatssecretaris voor sport een leuke eerste kennismaking met de sector.
Normaal duurt zo'n evenement alles bij elkaar een paar uur, in dit geval stond ik
om 11 's avonds, vijf uur nadat de aftrap was gepland, nog in de catacomben
van de Amsterdam ArenA.
De meesten van u weten waarschijnlijk nog wel waarom. De aanhangers van
PSV waren boos over de Amsterdamse regeling om alleen supporters met een
combi-kaart toe te laten. En ja, als je boos bent dan heb je alle reden om de
spelersbus 2 uur lang op te houden.
Het was de eerste keer dat ik als staatssecretaris werd geconfronteerd met
onacceptabel supportersgedrag. Gedrag dat tienduizenden en soms wel
honderdduizenden mensen treft. Daar in Amsterdam heb ik ervaren welke
problemen dit soort supporters veroorzaken en hoe zij aangepakt moeten
worden.
De vraag is hoe. En om tot een afgewogen antwoord op deze vraag te komen,
heeft mijn voorgangster het onderzoek, dat ik vandaag mag presenteren, laten
uitvoeren. Uitgangspunt was ondermeer dat we eens duidelijk wilden hebben
aan welk profiel de voetbalvandaal voldoet, welke motieven hij (of zij?) heeft en
hoe het met de nieuwe aanwas staat. In overleg met burgemeesters uit betaald
voetbalsteden, het openbaar ministerie, politie, KNVB, en de ministers van BZK
en Justitie heb ik toegezegd dit onderzoek uit te breiden met een onderzoek
naar de harde kern.
Het resultaat is het rapport `De bal of de man. Profielen van verdachten van
voetbalgerelateerde geweldscriminaliteit'. Het bevat de resultaten van een
onderzoek dat is uitgevoerd door het onderzoeksbureau IVA uit Tilburg. Zij
hebben in de eerste helft van het afgelopen voetbalseizoen gegevens verzameld
van supporters die werden aangehouden vanwege geweldsdelicten. De
gegevens zijn tot stand gekomen via persoonlijke interviews, registratiegegevens
van politie, en via literatuuronderzoek.
U bent uiteraard nieuwsgierig naar de conclusies. Ik kan ze niet allemaal
uitvoerig bespreken en dus beperk ik me tot de belangrijkste.
Het onderzoek maakt ondubbelzinnig duidelijk dat voetbalvandalisme niet op zich staat. Het grootste deel van de geweldplegers is niet de brave burger van doordeweeks, die door de spanning van de wedstrijd verandert in een hooligan. Nee, een groot deel vertoont ook in het verkeer, in het uitgaansleven en in relaties gewelddadig gedrag. Voor hen blijkt voetbal niet anders te zijn dan een aanleiding om over te gaan tot geweld. Liefst 72% van de (onderzochte) vandalen eerder is aangehoord of verhoord door de politie. De belangrijkste conclusie is dan ook dat voetbalvandalisme een maatschappelijk probleem is.
Verder blijkt uit het onderzoek dat hooligans veelal tot de categorie `oudere
jongeren' behoren. De gemiddelde leeftijd is krap 25 jaar, terwijl zelfs 22
procent ouder is dan 31 jaar. Bij de aangehouden voetbalfans zat overigens
geen enkele vrouw en vrijwel geen allochtoon (2 procent).
De conclusie over de nieuwe aanwas is dat deze niet bestaat in de zin zoals
totnogtoe werd vermoed. De onderzoekers hebben geen enkele aanwijzing dat
er een nieuwe groep van zeer gewelddadige jonge geweldplegers is ontstaan die
bij de politie of de clubs niet bekend zou zijn. Dat op zich is winst.
De onderzoekers concluderen voorts dat alcohol- en drugsgebruik een voorname
rol speelt als risicofactor. Andere risicofactoren zijn criminele antecedenten en
problemen met agressiebeheersing.
De onderzoekers stellen dat de aanpak van het voetbalvandalisme het beste
gediend lijkt met een dadergerichte aanpak. Ze verdelen daartoe de supporters
in drie groepen.
1. personen die regelmatig bij het voetbal geweld plegen, maar daarnaast
ook delicten plegen in het dagelijks leven. 44 procent van de
onderzochten behoort tot deze groep. Bij deze personen is sprake van
meerdere risicofactoren, zoals drug- en alcoholgebruik, en een perceptie
van geweld als legitiem middel om doelen te bereiken. Kortom: hoog-
risicogroep
2. personen die zich weleens schuldig hebben gemaakt aan geweldsdelicten,
maar bij wie er verder nauwelijks sprake is van risicofactoren. Ook
mensen bij wie er wel sprake is van risicofactoren, maar die niet
voortdurend gewelddadig gedrag vertonen behoren tot deze groep. Dit
betreft 33 procent van de onderzochten. Kortom: midden-risicogroep
3. De laatste 23 procent behoort tot de laag-risicogroep. Het gaat hier om
supporters die nauwelijks geweldsdelicten hebben gepleegd en bij wie ook
geen sprake is van risicofactoren.
Zoals gezegd: een dergelijke indeling beoogt handvatten te bieden voor een
specifieke dadergerichte aanpak. Zo wordt aanbevolen dat de supporters uit de
hoog-risicogroep niet alleen rondom het voetbal moeten worden gevolgd, maar
ook daarbuiten. Dit vergroot de kans dat ze aangehouden en vervolgd kunnen
worden. Deze groep relschoppers moet uit het stadion worden geweerd. Lukt dit
niet civielrechterlijk (vrijwillige meldingsplicht tijdens wedstrijd van zijn club) dan
kan dat zelfs via een gevangenisstraf of taakstraf. Notoire relschoppers kunnen
ook strafrechterlijk een vorm van hulpverlening opgelegd krijgen. Bijvoorbeeld
het volgen van een cursus agressiebeheersing. Deze manier van werken sluit
naadloos aan op het nieuwe beleidskader bestrijding voetbalvandalisme.
Ik wil in dit verband graag wijzen op de aanpak die in de regio Gelderland-
Midden momenteel wordt beproefd. Daar werken de politie, Openbaar
Ministerie, Vitesse en het sociaal-preventief project al geruime tijd samen om de
regisseurs binnen de harde kern van Vitesse aan te pakken. Korpschef Kees
Bakker zal er dieper op in gaan. In ieder geval is het zo dat "de zware jongens" daar op de voet gevolgd worden, zowel doordeweeks als tijdens de voetbalwedstrijden. Jongens die een delict plegen worden gestraft, bijvoorbeeld met stadionverbod en krijgen tegelijk hulpverlening aangeboden. Door een dertigtal hooligans op deze manier te volgen en aan te pakken, kun je successen boeken, zo leert deze aanpak. In het afgelopen seizoen, toch voor Vitesse een turbulent seizoen zijn er minder rellen, en is er minder politie nodig op de wedstrijddag. Binnenkort gaan ook drie andere gemeenten met deze aanpak aan het werk. Als vervolgens blijkt dat de aanpak ook daar succesvol is, zal het kabinet een landelijke verspreiding als `best practise' bevorderen.
Het zou mogelijk moeten worden dat supporters uit de midden-risicogroep naast
een civielrechtelijk stadionverbod ook een leerstraf of
gedragsveranderingscursus opgelegd krijgen, vinden de onderzoekers. Daar kan
ik me zeer wel in vinden. Wanneer je iemand met een agressiestoornis aanleert
om zijn agressie te beheersen en zich normaal te gedragen, dan is de kans
kleiner dat er tijdens een wedstrijd een uitbarsting komt. Wie zo'n programma
volgt, zou daarvoor dan weer beloond kunnen worden, bijvoorbeeld via het
opheffen van het civielrechtelijke stadionverbod.
Personen uit de laagste risicogroep krijgen een normale straf die meestal bestaat
uit het betalen van een boete. Bij deze groep is het aan te bevelen om ze te
betrekken bij de sociaal preventieve projecten. VWS heeft de afgelopen vier
jaar, samen met de KNVB, een landelijk sociaal preventief supportersproject
gefinancierd. In de verschillende projecten en binnen de club kunnen de
supporters een rol spelen en daardoor een positievere houding aannemen. Ik
wijs graag op het succes van het project bij Cambuur Leeuwarden, dat eerder
ook de Heini Roethofprijs won en dat hierna ook aan de orde zal komen.
Uit de evaluatie van deze projecten is naar voren gekomen dat sociaal preventief
supportersbeleid supporters sterker bindt aan hun club. Verder blijkt dat de
sociaal preventieve aanpak kan leiden tot vermindering van vandalisme, maar
dat vergt wel een intensieve en continue aanpak en samen werking van de
lokaal betrokken partijen. Dit is voor mij reden om het sociaal preventief beleid nog vier jaar voort te zetten. Met de KNVB is afgesproken dat de bond een coördinerende rol zal spelen om het sociaal preventieve beleid een vaste plek te geven binnen de clubs. Daarnaast komt er een steunpunt sociaal preventief supportersbeleid. Dit landelijk steunpunt zal de lokale projecten ondersteunen. Het steunpunt, dat bij de KNVB wordt gehuisvest, zal verder dienst doen als kennis- en informatiecentrum voor sociaal preventief beleid.
In dit verband lijkt het mij de moeite waard te vermelden dat NEC (Nijmegen) het
iniatief heeft genomen om in september een werkconferentie te organiseren om
discussie te voeren over nieuwe ontwikkelingen op het gebied van
agressiebeheersing binnen de hulpverlening en of dat ook te gebruiken is bij de
aanpak van zware voetbalvandalen.
Verder zijn er natuurlijk ook maatregelen die voor supporters uit alle categorieën
gelden. Op het moment dat supporters vanwege een delict zijn aangehouden
moet een taxatie worden gemaakt: wat zijn de achtergronden en in welke
categorie kun je de supporter indelen. Hierbij is het van belang dat het Centraal
Informatiepunt Voetbalvandalisme en de lokale autoriteiten informatie
uitwisselen. Uiteindelijk moet alle informatie leiden tot een aanpak op maat op
lokaal niveau, gericht om het verminderen van risicofactoren. Goede
samenwerking tussen politie, justitie, gemeenten en hulpverlening is een
vereiste, blijkt in de praktijk. Het is natuurlijk ook belangrijk dat iedere betrokken
partij zijn verantwoordelijkheid neemt. De club, de KNVB, het CIV, de overheid,
de politie, de gemeente en de hulpverleners.
Dames en heren,
Er valt veel te vertellen over voetbalvandalisme en de aanpak ervan. Dat blijkt
wel uit het programma van vandaag. Laat ik afsluiten met de mededeling dat ik
gelukkig ben met dit rapport, dat een nieuwe aanpak van een oud probleem
voorstaat. Een aanpak die valt of staat met samenwerking van diverse partijen.
Het is een keten die voor het succes moet zorgen: dat is op zich niet makkelijk,
omdat de keten nu eenmaal zo sterk is als de zwakste schakel. Aan de andere
kant zal de nieuwe dadergerichte aanpak ook een uitdaging zijn. Zeker nu je in
de praktijk ziet dat een dergelijke methode al wat oplevert, zie Vitesse. Ik ben
dan ook benieuwd naar dat verhaal.
Dan kom ik nu bij de overhandiging. Een bijzonder moment al was het maar
omdat ik bijna altijd een rapport in ontvangst nemen, en nu het eerste exemplaar
mag aanbieden aan Henk Kesler, voorzitter van de KNVB. Henk, het zal je goed
doen dat uit dit onderzoek blijkt dat supportersgeweld geen specifiek
voetbalprobleem is, maar een breed maatschappelijk probleem. Dit ontslaat de
KNVB uiteraard niet van de plicht om zijn aandeel te leveren aan de verdere
beteugeling van dit probleem. Tenslotte gaat het wel om personen die tijdens en
rondom het voetbal zijn opgepakt. Alsjeblieft Henk.
(overhandiging vindt plaats)
-0-0-0-
---- --