Actueel
Hoge Raad verwerpt cassatieberoep in voorkenniszaak omtrent
aandelentransactie in Pie Medical
Bron: Hoge Raad der Nederlanden 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 3-06-2003
Samenvatting van de griffier van de Hoge Raad der Nederlanden (buiten
verantwoordelijkheid van de Hoge Raad)
In deze zaak (rolnr. 01104/02) heeft de rechtbank Amsterdam op 16
december 1999 de verdachte vrijgesproken van handel met voorkennis
(overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 31a van de Wet
toezicht effectenverkeer (oud)).
Het gerechtshof Amsterdam heeft verdachte op 25 september 2001
veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden
(met een proeftijd van twee jaren), alsmede tot het verrichten van
onbetaalde arbeid ten algemenen nutte voor de duur van 180 uren, in
plaats van vier maanden gevangenisstraf.
De zaak gaat over handel met voorkennis in certificaten van aandelen
in het beursgenoteerde Pie Medical N.V., in de periode van 18 tot en
met 24 augustus 1995. De verdachte heeft voor f. 50000,- aandelen in
dit in Maastricht gevestigde bedrijf gekocht, vlak voordat door middel
van een persbericht bekend werd gemaakt dat er gesprekken gaande waren
tussen Pie Medical N.V. en Philips Electronics N.V., divisie Medical
Systems over een vergaande vorm van samenwerking en een mogelijk
openbaar bod van Philips op de aandelen van Pie Medical. Na het bekend
worden van dit bericht heeft de verdachte zijn aandelen met winst
verkocht.
De verdachte heeft ontkend met voorkennis te hebben gehandeld. Hij
geeft een aantal redenen voor de transactie. Het hof was van oordeel,
in een uitgebreide overweging waarin feiten omtrent de gang van zaken
rond de transactie werden vastgesteld, dat de door de verdachte
genoemde redenen ongeloofwaardig waren en achtte het bestaan van
voorkennis bewezen.
De verdachte (advocaat mr. C.J. Bavel te Utrecht), heeft cassatie
ingesteld en bezwaren tegen de bewijsvoering in het arrest van het hof
geformuleerd.
De Hoge Raad heeft op 3 juni 2003 uitspraak gedaan in deze zaak.
Daarbij zijn de tegen het arrest van het hof Amsterdam aangevoerde
bezwaren verworpen. Ook het bezwaar tegen het feit dat het bewijs mede
was gebaseerd op het oordeel van het hof, dat de redenen die de
verdachte had opgegeven voor de aankoop, ongeloofwaardig waren, is
verworpen.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AF5087