Ministerie van Justitie


http://www.justitie.nl

MIN JUST: Risico criminele facilitering

Ivo Hommes
070 370 6126

4314
23 05 03

BESTUURSORGANEN NOG ONVOLDOENDE BEWUST VAN RISICO CRIMINELE

FACILITERING

De bestuursorganen zijn zich nog onvoldoende bewust van het risico dat zij criminelen of criminele organisaties ongewild faciliteren met opdrachten, subsidies of vergunningen. Ongeveer een derde doet geen onderzoek naar de integriteit van de aanvrager voordat de dienst wordt geleverd. Dat blijkt uit een voorstudie van het onderzoeksbureau Berenschot naar de implementatie van de wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (BIBOB).

Verder blijkt uit het onderzoek dat één op de negen bestuursorganen in het verleden toonbaar te maken heeft gehad met dergelijke facilitering. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het onderzoeksrapport is vandaag door minister Donner, mede namens minister Remkes, naar de Tweede Kamer gezonden.

Op 1 juni treedt de wet BIBOB in werking. Deze wet biedt bestuursorganen (w.o. gemeenten, provincie, waterschappen en rijksoverheid) de mogelijkheid om een overheidsopdracht, een subsidie of een vergunning te weigeren of in te trekken als aannemelijk is dat deze diensten worden gebruikt voor criminele activiteiten. Het bestuursorgaan kan voor deze toetsing, naast een eigen onderzoek, gebruik maken van het Bureau BIBOB. Dit bureau toetst aan de hand van openbare en gesloten bronnen de integriteit van de aanvrager van de dienst. Als gesloten bronnen gelden onder meer de Justitiële documentatie en gegevens uit het politieregister en andere opsporingsdiensten. Bij daadwerkelijk twijfel over de integriteit van de aanvrager zal het bureau aan het betreffende bestuursorgaan een negatief advies uitbrengen.

Het bureau Berenschot heeft in de periode april 2002-februari 2003 onderzoek verricht onder 732 bestuursorganen, aangevuld met een expertmeeting. Deze studie is tevens de nulmeting voor de evaluatie van de wet BIBOB in 2006. Uit het onderzoek blijkt dat de bestuursorganen zich veelal nog niet voldoende bewust zijn van het risico dat zij ongewild criminelen of criminele organisaties faciliteren door het verlenen van opdrachten, subsidies of vergunningen. Een derde van de bestuursorganen doet geen onderzoek naar de integriteit van de aanvrager voordat de dienst geleverd wordt. Een derde van de respondenten weet niet of zij in het verleden ooit genoemde diensten hebben gegund aan criminelen. Uit het onderzoek blijkt dat 11 % van de bestuursorganen met zekerheid stelt dat dit ooit is voor gekomen.

Ook wordt uit het onderzoek duidelijk dat slechts een derde van de bestuursorganen op de hoogte is van de wet BIBOB. Vooral voor de waterschappen en de Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO.s) is de wet nog een onbekende factor. Bijna de helft van de respondenten verwacht dat de wet BIBOB zal leiden tot meer aandacht binnen het openbaar bestuur voor de risico.s van ongewilde facilitering.

Volgens minister Donner onderschrijven de resultaten de wenselijkheid van de invoering van de wet BIBOB. Het best op de hoogte zijn de politieregio.s en de ministeries. Er is de afgelopen maanden veel geïnvesteerd in de bewustwording van de bestuursorganen. Zo zijn er diverse voorlichtingsactiviteiten ingezet, functioneert er een helpdesk en zijn er trainingen in ontwikkeling. Daarnaast komen er periodieke analyses beschikbaar van de gegeven BIBOB-adviezen zodat de bestuursorganen aan de hand van praktijkvoorbeelden de meerwaarde van de wet kunnen vaststellen. Ook komt er een website beschikbaar en wordt er informatie verstrekt via het intranet van bestuursorganen, zoals het VNG-net voor de gemeenten.