Universiteit Twente
Duurzame energie krijgt in Nederland te weinig kans
"Nooit duidelijk hoeveel geld je terugziet per kilowattuur"
Het Nederlandse investeringsklimaat voor duurzame energie vertoont te
weinig stabiliteit en te veel versnipperde maatregelen om
investeerders te lokken, zeker voor de lange termijn. Landen als
Spanje en het Verenigd Koninkrijk hebben hun beleid hiervoor veel
beter ingericht. Investeerders zijn namelijk niet alleen
geïnteresseerd in beleidsmaatregelen en subsidies, maar nog meer in
winstverwachtingen en een duidelijk beeld van de risico's. In
Nederland zijn het met name politieke risico's die investeerders
afschrikken: de onzekerheid over groene stroom bijvoorbeeld schaadt
het vertrouwen van investeerders. Dit stelt Valentina Dinica in haar
proefschrift aan de Universiteit Twente. Zij heeft haar
promotie-onderzoek gedaan bij het Centrum voor Schone Technologie en
Milieubeleid van de UT en verdedigt haar proefschrift op 23 mei.
Investeren in duurzame energietechnologie is een van de
randvoorwaarden om de Kyoto-afspraken te kunnen nakomen. Eerder al
stelde de Energieraad dat Nederland niet klaar is voor de
liberalisering van de energiemarkt. Samen met de afgenomen politieke
belangstelling voor het milieu, lijkt het nakomen van deze
internationale afspraken voor Nederland echt een probleem te vormen,
als er geen wijzigingen in het beleid plaatsvinden, concluderen
Valentina Dinica en haar promotor prof. Hans Bressers.
Subsidie is niet genoeg
Dinica heeft onderzocht aan welke voorwaarden een adequaat
ondersteunend beleid moet voldoen, om zoveel mogelijk belemmeringen
weg te nemen voor invoering van duurzame technologie voor
elektriciteitsopwekking. Economische beleidsmaatregelen met
overheidsgeld lijken dan de meest voor de hand liggende stimulans. Ze
kunnen helpen bij een korte termijn introductie van een technologie,
maar voor de lange termijn zijn de perceptie van de risico's en de
winstverwachting in veel hogere mate doorslaggevend om te gaan
investeren. "Publieke financiële ondersteuning in combinatie met een
hoog financieringsrisico is een zelfvernietigende beleidsstrategie",
aldus de promovenda.
Schept de overheid een investeringscontext met een laag tot gemiddeld
financieel risico en een hoge winstgevendheid, dan trekt het beleid
alle soorten investeerders aan met goede vooruitzichten voor de korte
èn lange termijn. Bij hoge financiële risico's en een hoge
winstverwachting zullen alleen de grotere investeerders intekenen en
zijn de lange termijn effecten iets onzekerder. Bij lage risico's en
lage winstgevendheid zijn er meer randvoorwaarden nodig, stelt Dinica:
bijvoorbeeld een nationale traditie van entrepreneurship onder kleine
projectontwikkelaars, een voldoende hoog welvaartsniveau of voldoende
vertrouwen van financiële instellingen. Zijn de risico's hoog en de
winstverwachting laag, dan is er gevaar voor discontinuïteit, zeker op
langere termijn. Deze laatste situatie was kenmerkend voor het
Nederlandse beleid in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Groene stroom
Dinica heeft haar theorie getoetst door het beleid voor windenergie te
vergelijken in Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Spanje. Daaruit
concludeert zij dat Nederland tot nu toe te veel versnipperde
maatregelen kent en te weinig stabiliteit. Een investeerder wordt
hierdoor afgeschrikt, ondanks het feit dat er wellicht
subsidiemogelijkheden zijn. In Nederland zijn tijdens de jaren 90 wel
veertien verschillende beleidsmaatregelen ingevoerd terwijl Spanje
slechts twee instrumenten gebruikte en het Verenigd Koninkrijk maar
één. De onzekerheid in Nederland blijkt volgens Dinica al uit het
voortdurend ter discussie stellen van twee belangrijke maatregelen: de
belastingvrijstelling voor groene beleggingsfondsen en de
belastingvrijstelling voor groene stroom. "Dit waren de belangrijkste
steunpilaren onder het Nederlandse beleid, maar tegelijk was er de
afgelopen jaren alleen maar onzekerheid over het behoud van deze
maatregelen," aldus Dinica. Aantasting heeft tot gevolg dat de winst
aanzienlijk daalt. Ook als ze uiteindelijk niet worden
teruggeschroefd, of gedeeltelijk, heeft het vertrouwen volgens de
promovenda een deuk opgelopen. "In Nederland weet je als investeerder
gewoon niet hoeveel geld je per kilowattuur kan krijgen tijdens het
economische leven van je investering." Met name risico's op politiek
gebied zijn in Spanje beter afgedekt, blijkt behalve bij
windenergie-beleid ook bij de invoering van waterkracht en biomassa.
Noot voor de pers
Valerina Dinica (31, Boekarest) studeerde tot 1998 aan diverse
universiteiten in Europa. Sinds dat jaar is zij werkzaam bij het
Centrum voor Schone Technologie en Milieubeleid (CSTM) van de UT. Bij
haar promotie op 23 mei, aan de faculteit Bedrijf, Bestuur en
Technologie, is prof.dr Hans Bressers promotor en dr. Maarten Arentsen
assistent-promotor.
Het proefschrift `Sustainable diffusion of renewable electricity
technology' is te bestellen bij Twente University Press,
www.tup.utwente.nl. Ook kunt u contact opnemen met het CSTM, tel 053
489 3203, email secr@cstm.utwente.nl
Een samenvatting is digitaal beschikbaar bij onderstaande
contactpersoon.
Contactpersoon voor de pers: ir Wiebe van der Veen, tel (053) 489 4244
of 06 45 382 730, email w.r.vanderveen@utwente.nl
Laatst gewijzigd op 15-05-2003 © Universiteit Twente