Partij van de Arbeid

Den Haag, 22 mei 2003.

Bijdrage van Jan Boelhouwer (PvdA) aan het plenair debat over de gemeentelijke herindeling Westland (28839)

Voorzitter,

Het zal medio 2000 geweest zijn. De strijd van de kleinere gemeenten in de regio Eindhoven Helmond die bij herindeling van de regio waren betrokken, trokken de een na de ander op richting provinciehuis in Den Bosch om hun gram kenbaar te maken tegen de voorliggende plannen. Niets was te gek: de ene gemeente liet zijn inwoners op de fiets, de andere had een enorme taart bij zich, ballonnen werden opgelaten. Er waren professionele bureaus ingehuurd om de acties van de bevolking nog meer kleur en smaak te geven. Bij het bezoek van de gemeente Son en Breugel aan Den Bosch hadden de inwoners foto's van de verantwoordelijke gedeputeerde op de grond geplakt. Door daarover heen te lopen konden de mensen hun afschuw van de plannen kenbaar maken. In die tijd kwam ik op enig moment terecht bij een inwoner van de gemeente Son en Breugel. Geïnteresseerd vroeg ik hem of hij ook met de protestacties had meegedaan. Zijn antwoord: 'ach, dat Son en Breugel bij? Eindhoven komt, dat maakt mij niet zoveel uit. Maar weet u wat erg is? Dat is dat Son bij Breugel is gevoegd. Want van die van Son, daarvan hebben wij in Breugel tot op de dag van vandaag nog steeds last.'

Een herindeling die overigens in de jaren vijftig van de vorige eeuw plaats vond. Tijdens het herindelingsproces rondom Eindhoven hamerden de bedreigde gemeenten op de mogelijkheden van samenwerking. Daar had men reeds lang ervaring mee, en het was een succes. Ik zal niet ingaan op de vraag of die constatering in alle opzichten altijd juist was of niet, maar het is opvallend dat in geval van herindeling altijd samenwerking als alternatief wordt opgevoerd.

Vanwege de massale protesten die vaak bij herindeling aan de orde zijn, en de tot de politiek doorgedrongen noodzaak om beter naar de burgers van dit land te luisteren, is herindeling minder in geraakt als instrument om gemeenten te versterken dan in eerdere jaren het geval was. En toch is herindeling nog steeds het instrument bij uitstek om de bestuurskracht van gemeenten te doen toenemen. Alle andere middelen zijn tot nu toe geen goed alternatief gebleken. Stadsprovincies kwamen er niet door, de wet gemeenschappelijke regelingen als indirecte opvolger van de oude stadsgewesten biedt geen oplossing voor de problemen van de stad in een stad omdat randgemeenten niets voelen voor een gemeenschappelijk grondbedrijf waarvan de opbrengsten mede kunnen worden aangewend om de problemen van de grote stad mee op te lossen. Sociale woningbouw wordt niet altijd als een eerste prioriteit van een randgemeente gezien. Kaderwet gebieden dan? Ook daarvoor geldt dat ze niet het alternatief bij uitstek zijn gebleken om de echte stedelijke problematiek op te lossen. Het is de vraag of de WGR plus, die nog ergens in een ijskastje van het ministerie zit, dat wel zal kunnen. Wat welhaast automatisch tot de vraag leidt of de minister iets kan opmerken over de voortgang van dit wetsontwerp.

Vandaag is aan de orde de herindeling in het Westland. Een zevental gemeenten wordt opgeheven (De Lier, 's-Gravenzande, Maasland, Monster, Naaldwijk, Schipluiden en Wateringen) waarvoor twee nieuwe gemeenten in de plaats komen: Westland en Midden-Delfland.

De nieuw te vormen gemeente Westland omvat globaal gesproken Monster, 's-Gravenzande, Naaldwijk, Wateringen en De Lier en krijgt 96.000 inwoners.

De gemeente Midden-Delfland wordt gevormd door Maasland en Schipluiden, en krijgt ongeveer 18.000 inwoners.

De omliggende grote gemeenten Rotterdam, Den Haag en Delft stemmen in met het voorliggend voorstel. Delft heeft in eerdere instantie een deel van zijn noodzakelijke uitbreiding zeker gesteld via een convenant met Schipluiden, en ziet die afspraken door deze herindeling niet in gevaar komen.

Voorzitter, ik merkte het reeds eerder op.

Gemeentelijke herindeling is tot op heden het enige instrument in het openbaar bestuur om de slagkracht van gemeenten te verbeteren en de bestuurskracht te versterken. Dat er wettelijke mogelijkheden zijn om tot samenwerking tussen gemeenten te komen doet aan deze constatering niets af. Burgers reageren terughoudend, zo niet afwijzend, als herindeling voor een gemeente aan de orde is. Vooral samenvoeging bij een grote stad wordt dikwijls met kracht afgewezen. Dat is overigens niet altijd hetzelfde als met kracht van argumenten. De korte afstand tot de gemeentelijke overheid wordt als een groot goed gevoeld door de burger die tegelijkertijd ook meer kwaliteit en bestuurskracht van zijn gemeentelijke overheid verwacht. En daar wringt de schoen: voor meer kwaliteit, meer handhaving op niveau, een lokale overheid die ICT inzet om zijn burgers te bereiken, die overheid heeft een zekere schaal nodig om die prestaties te kunnen leveren.

Even leek het erop dat gemeentelijke herindeling als instrument om de slagkracht van gemeenten te versterken achter de horizon zou verdwijnen zonder dat er een goed alternatief voor op tafel zou liggen. Het is goed om door middel van de behandeling van dit wetsontwerp te kunnen constateren dat herindeling zeker nog niet uit is. Dat blijkt ook uit de voorgenomen plannen ten aanzien van Gelderland die naar alle waarschijnlijkheid dit najaar in de Kamer aan de orde zullen komen.

Het valt trouwens op dat ten aanzien van herindeling niets wordt opgemerkt in het concept-regeerakkoord dat deze week bekend werd. De PvdA-fractie vraagt zich af hoe deze verandering t.o.v. het strategisch akkoord van Balkende-I geïnterpreteerd moet worden, maar wij realiseren ons dat het niet aan deze demissionaire minister is om die vraag te beantwoorden, tenzij hij zo zeker is van zijn terugkeren dat hij het zelf wel aandurft, natuurlijk. Ik verwijs daarbij nog even naar de opmerkingen die bij de hieraan voorafgaande behandeling zijn gemaakt door de geachte afgevaardigde Fierens ten aanzien van de rol en de verantwoordelijkheid van het Rijk en de duurzaamheid van herindelingen. Het nemen van verantwoordelijkheid en tonen van bestuurlijke moed is voor een parlementariër soms een betere weg dan het hebben van slappe knieën die verstopt worden onder het motto van luisteren naar de bevolking. Ik zou aan de minister willen vragen hoe hij tegen het al dan niet vrijwillig zijn van herindeling aankijkt. Deelt hij onze mening dat voor het versterken van de gemeentelijke bestuurskracht herindeling tot nu toe eigenlijk het enige volwassen instrument is? En is de minister van mening dat met deze herindeling oplossingen voor de grootstedelijke problematiek van de omliggende gemeenten Rotterdam, Delft en Den Haag de komende vijfentwintig jaar niet in het gedrang zal komen? Een van de criteria van herindeling, toch?

Voor het overige geeft de herindeling in het Westland de Partij van de Arbeid weinig aanleiding tot het maken van opmerkingen. Het proces heeft zijn loop gehad, en ook de provincie Zuid-Holland heeft in de hele procedure zijn recht van bestaan bewezen door het nemen van verantwoordelijkheid bij het zoeken naar een oplossing die door het gehele gebied wordt gedragen. Dat ten laatste de Provinciale Staten door middel van amendering de Oude Campspolder alsnog aan de gemeente Midden-Delfland toewees, wordt door de Partij van de Arbeid begrepen en gesteund.