Ministerie van Defensie


---

Kamervragen en antwoorden
---

Kamervragen van de leden Van Velzen en De Wit (SP) over de deelname van luitenant-generaal Van Baal

22-05-2003

In bijlage bied ik u, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, aan de antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Van Velzen en De Wit (SP) over de deelneming van luitenant-generaal Van Baal aan een fundraisingdiner van de VVD.

DE MINISTER VAN DEFENSIE,

Antwoorden van de minister van Defensie, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op vragen van de Kamerleden Van Velzen en De Wit over de deelname van luitenant-generaal Van Baal aan een fundraising diner van de VVD (uw kenmerk 2020310280).

1. Is het u bekend dat luitenant-generaal Van Baal, thans speciaal adviseur van de minister van Defensie, en generaal Droste, alsmede hun partners, in januari 2003 hebben deelgenomen aan een fundraising diner van de VVD, op uitnodiging en op kosten van Vimac Consultancy BV, een lobby-bureau dat onder meer werkzaam is voor vliegtuigfabrikant Lockheed Martin (de bouwer van de Joint Strike Fighter (JSF)?

Ja. Bij het fundraising diner konden ondernemers tegen betaling een tafel reserveren om met prominente VVD-politici te dineren. De tafel waar luitenant-generaal Van Baal en generaal b.d. Droste aanzaten, was bekostigd door Vimac Consultancy BV.

2. Klopt het dat u beiden ook aanwezig bent geweest bij dit diner?

Beiden hebben als lid van de VVD deze bijeenkomst bijgewoond.

3. Heeft de heer Van Baal de in de gedragscode van het ministerie van Defensie voorgeschreven toestemming gevraagd (en verkregen) voor deelname aan dit diner nu dit geschiedde op kosten van een derde en deze kosten ver boven de in de genoemde code vastgelegde grens lagen? Zo nee, hoe beoordeelt u dat?

Het ministerie van Defensie kent een gedragscode die geldt voor uitnodigingen die defensiefunctionarissen in het zakelijk verkeer van het bedrijfsleven ontvangen voor lunch of diner. De uitnodiging voor het diner waaraan de heer Van Baal heeft deelgenomen vond plaats in het kader van een partijpolitieke bijeenkomst waarvoor de genodigden als partijleden waren uitgenodigd. De gedragscode ziet daarop niet toe. Niettemin heeft de heer Van Baal, zich bewust zijnde van zijn positie bij Defensie, zich afgevraagd of het feit dat hij was uitgenodigd door een partijlid wiens onderneming optreedt als lokale vertegenwoordiger van de producent van de JSF, reden zou kunnen zijn niet van de uitnodiging gebruik te maken. Hij heeft die vraag ontkennend beantwoord omdat hij op generlei wijze betrokken is bij de mogelijke aanschaf van de JSF en evenmin in de positie verkeert daarop enige invloed uit te oefenen. Die zienswijze wordt gedeeld, temeer omdat de contacten tussen Defensie en Vimac Consultancy BV slechts marginaal zijn. Inhoudelijk overleg over de JSF vindt rechtstreeks met Lockheed Martin plaats. Zou de heer Van Baal de uitnodiging voor de bijeenkomst in januari aan de ambtelijke leiding van het departement hebben voorgelegd, waartoe hij in casu niet was gehouden, dan zou hem dan ook voor het bijwonen van de bijeenkomst toestemming zijn verleend.

4. Kunt u bevestigen dat tijdens dit diner door de heer Van Baal en/of de vertegenwoordiger van Vimac Consultancy BV is gesproken over de JSF met de aanwezige VVD-prominenten?

De heer Van Baal heeft verklaard niet over de JSF te hebben gesproken. Of de vertegenwoordiger van Vimac Consultancy BV met andere genodigden over de JSF heeft gesproken is niet onderzocht. Voor diens handelen draagt de regering geen verantwoordelijkheid. Voor wat mijzelf betreft kan ik mededelen dat ik noch met de vertegenwoordiger van Vimac Consultancy BV noch met andere genodigden over de JSF heb gesproken.

5. Kunt u bevestigen dat Vimac Consultancy BV een financieel belang heeft bij het tot stand komen van een order ten gunste van JSF?

In de relatie tussen Lockheed Martin en Vimac Consultancy BV is Defensie geen partij. Door welke bijzonderheden deze relatie gekenmerkt wordt, is derhalve niet bekend.

6. Wordt hierdoor niet tenminste de schijn van belangenverstrengeling dan wel de schijn van beïnvloeding van een politieke partij gewekt? Wat is uw oordeel hierover?

7. Hoe verhoudt deze schijn van belangenverstrengeling respectievelijk beïnvloeding zich tot de uitspraak van de Tweede Kamer dat deze juist vermeden dient te worden?

8. Moet de sponsoring van politieke partijen niet verboden worden? Zo nee, voelt u dan voor meer regulering van de sponsoring van politieke partijen waarbij in elk geval de sponsorende rechtspersonen genoemd worden en de sponsorbedragen tegen marktwaarde in de boeken worden opgenomen, zoals eerder geadviseerd? Zo ja, wanneer bent u voornemens dit te doen? Zo nee, waarom niet?

In de notitie Herijking Wet subsidiering politieke partijen wordt zeer uitvoerig ingegaan op de inkomstenbronnen van politieke partijen en de mogelijkheid om daarbij inkomsten te verwerven in de vorm van giften en sponsoring. Uitgangspunt daarbij is dat politieke partijen in beginsel vrij zijn om zelf te bepalen op welke wijze zij aan financiële middelen komen. Daarbij wordt echter ook gewezen op de risicos die aan partijsponsoring zijn verbonden. De indruk kan bijvoorbeeld ontstaan dat financierende organisaties invloed uitoefenen op beleid en besluitvorming. Derhalve wordt in de notitie voorgesteld om de wettelijke voorschriften inzake transparantie te verbeteren. Het voornemen is om de voorschriften aan te scherpen en om daarbij onder meer het drempelbedrag voor openbaarheid te verlagen, het vereiste tevens van toepassing te doen zijn op giften van particulieren en de openbaarmakingsvoorschriften tevens te doen gelden voor giften gedaan aan stichtingen en instellingen die gelieerd zijn aan politieke partijen. Ook wordt in de notitie voorgesteld de toegankelijkheid van informatie over giften en sponsoring te verbeteren door bijvoorbeeld publicatie op het internet. Eind vorig jaar heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties overleg gevoerd met vertegenwoordigers van de landelijke politieke partijen. Er bestaat bij de politieke partijen en ook bij de Tweede Kamer een breed draagvlak voor het betrachten van transparantie bij de partijfinanciering. Bij brief aan de Kamer van 25 maart jl. heeft het kabinet echter aangegeven dat het, in het licht van de demissionaire status van het kabinet, de voorkeur heeft dat het nieuwe kabinet met het oog op het overleg met de Kamer over de genoemde notitie een standpunt bepaalt.

Nieuws