Partij van de Arbeid


22-05-2003


Hieronder volgt de ingezonden brief die Karina Schaapman naar de NRC stuurde.

Robert Sikkes stelt (NRC 10 mei) zich op als warm pleitbezorger voor de vrije schoolkeus van ouders. Hij projecteert dit pleit op de politieke en maatschappelijke bespiegelingen die er zijn over de onwenselijkheid van witte en zwarte scholen. Zijn centrale stelling 'tast de vrije schoolkeuze niet aan' vindt ongetwijfeld brede steun in de maatschappij. Maar niet als de vrije schoolkeus met de vrijheid van onderwijs wordt verward. Met artikel 23 wordt bedoeld de

vrijheid van onderwijsgevenden. Daarmee is de vrije keuze van ouders en leerlingen niet gewaarborgd. Het lijkt alsof vrije vestiging van scholen een breed aanbod en dus een brede keus zal garanderen. Maar zo 'vrij' is die vestiging niet, zeker niet vanuit het perspectief van

ouders. Eén van de bezwaren die je tegen artikel 23 van de grondwet kunt hebben is dat dit artikel niet over ouders gaat, noch over de vrije schoolkeus. De keuze van ouders voor een school is niet meer dan een wens. Er is geen 'recht op toelating' of acceptatieplicht. Niet de

keuzevrijheid van ouders, maar juist artikel 23 biedt expliciet de mogelijkheden tot het weren van 'vreemden'. Het is een grondrecht van scholen om dat te doen. Die scheiding aan de poort die hieruit ontstaat ligt veel subtieler dan in een scheiding van zwart en wit. Het treft hoogbegaafden, zwakbegaafden, gehandicapten, kinderen met gedragsproblemen enz. Hoewel niet is gevonden dat de vrijheid van onderwijs veroorzaker van segregatie is, is het wel de basis voor wetgeving die bepaalt dat niet de keuze van de ouder, maar het bevoegd gezag over

toelating beslist. De school mag 'nee' zeggen tegen een aanmelding. Op grond waarvan dat wel of niet mag, is kiezende ouders allerminst duidelijk., als het om vrije schoolkeus gaat, dan kunnen we beslist zonder artikel 23 van de grondwet. Geen land in de wereld dat zo'n

artikel heeft en het enige land dat iets heeft wat er op lijkt (art.
24, België) heeft dan toch


tenminste die vrije schoolkeus van ouders in dat artikel vastgelegd. Of daarmee het fenomeen 'zwarte' school uit de wereld zal zijn, is niet relevant. Het punt is dat de gedachte dat ons onderwijsbestel van beleids-, wets- en overheidswege segregatie in de hand werkt, vrij logisch voortvloeit uit het feit dat ouders aan de ene kant de plicht hebben een school te kiezen, terwijl scholen aan de andere kant het recht hebben acceptatie te weigeren. Wie durft tegen de ouders van leerlingen die op een slecht functionerende 'zwarte' of 'witte' school zitten, of zelfs zonder onderwijs thuis zijn omdat geen school ze wil hebben, te zeggen dat dat het gevolg is van hun

'vrije keus'?

Karina Schaapman gemeenteraadslid PvdA Amsterdam (woordvoerder

onderwijs)

Looiersgracht 31a 1016 vr Amsterdam 020-6249422

Karina Schaapman