Ministerie van Economische Zaken


http://www.minez.nl

MINEZ: vragen lid blok over verhoudingen in de telecomsector

Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: Persbericht
Nummer: 282
Datum: 22-5-03

Vragen van het lid blok (vvd) aan de minister van economische zaken

Over mogelijke concurrentie verhoudingen in de telecomsector.

(Ingezonden 28 april 2003)


1 Kent u het bericht dat kabelexploitant UPC aan Digitenne opheldering vraagt over de lage tarieven van Digitenne en daarbij de vraag stelt of er sprake is van eerlijke concurrentie? 1)


2 Kunt u inzicht geven in de (financiële en faciliterende) betrokkenheid van de overheid zowel direct als indirect (b.v. via een aandeelhouderschap) bij Digitenne?


3 Kunt u een overzicht geven van de tarieven per kabelexploitant in de gemeenten waar Digitenne start en aangeven of de hoogte hiervan wordt bepaald door een specifiek gemeentelijk kabelcontract? Hoe beoordeelt u deze resultaten?


4 Hoe beoordeelt u in het algemeen de positie en rol van de lokale overheden bij de concurrentie op de telecommunicatiemarkt, dit mede tegen de achtergrond van de kabelcontracten en financiële ondersteuning (zoals in Rotterdam) van concurrerende glasvezelinitiatieven? Is dit in strijd met het beleidsuitgangspunt van concurrentie tussen infrastructuren? Zo neen, waarom niet?


5 Onderschrijft u de stelling van OPTA dat er een verstoring van concurrentie plaatsvindt als de overheid alleen glasvezeltechnologie gaat stimuleren? 2)


6 Kunt u in dat kader, ook tegen de achtergrond van eerlijke concurrentieverhoudingen, uw oordeel geven over het Amsterdamse rapport Andriessen Slagkracht door glas waarin wordt gepleit dat het door de gemeente financieel te ondersteunen glasvezelinitiatief ertoe moet leiden dat er één telecom-aansluitnet ontstaat?


7 Acht u het gewenst (aanvullende) maatregelen te treffen om te garanderen dat de eerlijke concurrentie op de telecommunicatiemarkt ook bij genoemde initiatieven is gewaarborgd? Zo ja, welke?


---

1) UPC dreigt Digitenne met rechter, Het Parool, 10 april jl.
2) OPTA Connecties, nr.4 juni 2002 pg. 3, Breedband: Markt of overheid?

De Staatssecretaris van Economische Zaken, mr.drs. J.G. Wijn, heeft deze vragen als volgt beantwoord.


1 Ja.



2 Digitenne is een joint venture van drie partijen: het NOB (Nederlands Omroep Bedrijf), KPN en Nozema. Verder heeft een samenwerkingsverband van omroepbedrijven een belang in Digitenne genomen van 10 procent. Digitenne heeft als enig bedrijf een aanvraag ingediend voor een vergunning om in Nederland commerciële terrestrische digitale televisie te gaan exploiteren. Op 31 januari 2002 is de vergunning door de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat aan Digitenne Holding B.V. verstrekt. Met medeweten en goedvinden van de aandeelhouders van Nozema (overheid 59%, NOS 40% en Radio Nederland Wereldomroep 1%) heeft de Raad van Beheer van Nozema besloten om in Digitenne Holding B.V. te participeren en samen met de andere aandeelhouders financiële middelen ter beschikking te stellen voor de noodzakelijke investeringen in infrastructuur, personele kosten en andere kosten voor de start van Digitenne.


3 Ik beschik niet over een overzicht van gemeenten die met kabelexploitanten overeenkomsten hebben. Over de inhoud van eventuele overeenkomsten is mij daarom niets bekend.

Voor zover thans gegevens beschikbaar zijn over tarieven geven die een gevarieerd beeld. Uit onderzoek van TNO-STB blijkt dat in 2001 het gemiddelde abonnementstarief voor het standaardpakket E 10,32 per maand was, bij een gemiddelde omvang van 32 televisieprogramma s (en 34 radioprogramma s). Dat is gemiddeld E 0,32 per televisieprogramma per maand. De verschillen tussen gemeenten zijn aanzienlijk, waarbij de omvang en inhoud van het standaardpakket varieert. Ter illustratie van die verschillen het volgende. In Gouda betaalden abonnees in 2001 E 7,18 per maand voor een standaardpakket van 42 televisieprogramma s en in Waalre E 10,62 voor 29 televisieprogramma s. Per televisieprogramma bedroeg het tarief in Gouda derhalve ca. E 0,17 per maand en in Waalre bijna E 0,37.

Digitenne biedt voor E 8,95 een pakket aan van 25 televisieprogramma s (en 16 radioprogramma s). Dat is per televisieprogramma een bedrag van bijna E 0,36 per maand. OPTA en Nma zien toe op het handhaven van eerlijke concurrentie.


4 Het Kabinetsstandpunt is neergelegd in een brief van 10 januari 2003.
Ik ben van oordeel dat gemeenten een nuttige, stimulerende rol kunnen spelen bij de aanleg en ontwikkeling van breedband, bijvoorbeeld door de bundeling van de vraag, de ordening van initiatieven in de wijken en het realiseren van netwerkverbindingen voor publieke diensten. In geval de markt niet tot betaalbare ontsluiting kan komen, kan een financiële betrokkenheid nuttig zijn, doch zou deze beperkt moeten blijven tot een minderheidsaandeel in de noodzakelijke investeringen. Dit is denkbaar in gebieden met een geringe bevolkingsdichtheid en bij innovatieve experimenteeromgevingen die bij gebrek aan schaalgrootte onrendabel zouden zijn. Waar gemeenten ter bevordering van een vlotte uitrol van breedband voor alle burgers en bedrijven financieel willen participeren in de aanleg van breedbandnetwerken doet zich mogelijk de vraag voor of er sprake is van marktverstoring. Er mag in ieder geval geen inbreuk worden gemaakt op de Europese regels inzake staatssteun. Voor zover mogelijk dient het initiatief bij marktpartijen te liggen, waarbij de overheid volstaat met een faciliterende en stimulerende rol. Daarbij is van belang dat steeds wordt gekozen voor open, transparante, non discriminatoire procedures (aanbesteding) waardoor alle geïnteresseerde marktpartijen gelijke kansen krijgen. De exploitatie moet worden overgelaten aan de markt.

Bij inachtneming van bovengenoemde (wettelijke) randvoorwaarden zal overheidsbetrokkenheid bij glasvezelinitiatieven niet leiden tot marktverstoring. Dat betekent overigens niet dat deze initiatieven geen invloed kunnen hebben op de marktpositie van bestaande netwerken. Deze effecten kunnen dan echter niet worden aangemerkt als marktverstoring.

Indien bij de verkoop van kabelbedrijven door gemeenten met kabelbedrijven aanvullende voorwaarden zijn overeengekomen omtrent toegelaten prijsstijgingen, inhoud en omvang van het standaardpakket, zijn kabelexploitanten uiteraard gebonden aan de contracten die zij zijn aangegaan. Voor zover contractuele bepalingen in strijd zouden zijn of komen met (nieuwe) wettelijke bepalingen, zullen de contracten moeten worden aangepast.


5 De rijksoverheid stimuleert technologieonafhankelijk. Voor zover (lagere) overheden marktinitiatieven ontplooien zullen de in het antwoord op vraag 4 genoemde (wettelijke) randvoorwaarden in acht moeten worden genomen.


6 Vanwege de hoge aanvangsinvesteringen en de naar verwachting lange terugverdientermijnen van deze investeringen, alsmede de minimale schaalgrootte is te verwachten dat slechts een zeer beperkt aantal aanbieders van (vaste) infrastructuur winstgevend naast elkaar zullen kunnen opereren. Belangrijk is daarom dat de desbetreffende gemeente, indien de concurrentie tussen infrastructuren slechts beperkt is, in ieder geval de openheid van het netwerk waarborgen, zodat in ieder geval concurrentie op de infrastructuur tot stand kan komen. Indien het gemeentelijk beleid er op gericht zou zijn om één aansluitnet te realiseren, waarbij de belangen van bestaande marktpartijen door maatregelen van de gemeente geschaad zouden worden, kan ik een dergelijk pleidooi niet onderschrijven. Indien de marktontwikkeling ertoe leidt dat er één
(tele)communicatie-aansluitnet ontstaat is dat onvermijdelijk. Wet- en regelgeving gecombineerd met effectief toezicht zal er dan zorg voor moeten dragen dat toegang tot dat netwerk wordt gerealiseerd, zodat in ieder geval voldoende concurrentie op deze infrastructuur tot stand kan komen.


7 De regelgeving omtrent aanbesteding en staatssteun, de Mededingingswet en het wetsvoorstel tot wijziging van de Telecommunicatiewet bieden voldoende waarborgen voor eerlijke concurrentie.

Een volgend kabinet zou, bijvoorbeeld door middel van de ontwikkeling van richtsnoeren, bovengenoemde (wettelijke) randvoorwaarden nader kunnen toelichten en uitwerken, zodat de betrokken overheden daar beter rekening mee kunnen houden.

Noot van de redactie: inlichtingen bij Judith Thompson, tel: (070) 379 61 74

22 mei 03 11:49