European Commission
CJE/03/44 22 mei 2003
Conclusie van advocaat-generaal Francis Jacobs in de gevoegde zaken
C-264/01, C-306/01, C-354/01 en C-355/01
AOK Bundesverband e.a. tegen Ichthyol-Gesellschaft Cordes e.a.
Volgens de Advocaat-generaal is de vaststelling van de bedragen die de Duitse ziekenkassen voor bepaalde geneesmiddelen betalen, in beginsel in strijd met het mededingingsrecht, maar kan zij gerechtvaardigd zijn
Het staat aan de nationale rechter om te bepalen of de ziekenkassen de beoordelingsbevoegdheid die zij op grond van het nationale recht bezitten, op een mededingingsbeperkende wijze hebben uitgeoefend en of de vaststelling van vaste bedragen een kennelijk onevenredige methode is om een dienst van algemeen economisch belang te verzekeren.
Naar Duits recht is de overgrote meerderheid van werknemers verplicht aangesloten bij de wettelijke ziekteverzekering, tenzij hun inkomen een bepaald bedrag overschrijdt. De wettelijke ziekteverzekering wordt gefinancierd door verplichte bijdragen van de verzekerden en hun werkgevers. Doorgaans zijn de ziekenkassen gehouden, medische diensten en geneesmiddelen te verwerven en aan hun verzekerden te doen toekomen. Voor bepaalde producten is evenwel een maximumprijs vastgelegd en wanneer de kostprijs die vaste prijs overschrijdt, komen de meerkosten ten laste van de verzekerde. Slechts circa 7 % van de geneesmiddelen waarop een vaste prijs van toepassing is, wordt aangeboden tegen een prijs die hoger is dan die vaste prijs.
De vaste prijzen worden in twee stadia vastgesteld. Om te beginnen
beslist een comité van vertegenwoordigers van de grootste
ziekenkassenverenigingen en artsenverenigingen welke soorten
geneesmiddelen in aanmerking komen voor een vast bedrag. Die keuze
wordt goedgekeurd door de Duitse minister van volksgezondheid.
Vervolgens bepalen de ziekenkassenverenigingen op basis van een aantal
wettelijke criteria de vaste bedragen. De aldus bepaalde vaste
bedragen worden jaarlijks getoetst en moeten worden aangepast aan de
marktevolutie. Zij moeten bovendien openbaar worden gemaakt en kunnen
voor de rechter worden aangevochten.
Een aantal farmaceutische bedrijven zijn opgekomen tegen de besluiten
van de grootste ziekenkassenverenigingen in Duitsland, het vaste
bedrag dat voor hun geneesmiddelen moet worden betaald te wijzigen.
Huns inziens is het besluit om prijzen vast te stellen een door het
Europees mededingingsrecht verboden mededingingsbeperkende handeling.
De Duitse rechterlijke instantie waarbij de zaak aanhangig is gemaakt,
heeft het Hof van Justitie prejudiciële vragen voorgelegd ten einde te
vernemen of het Europees mededingingsrecht van toepassing is op deze
ziekenkassenverenigingen, of de vaststelling van vaste prijzen in
strijd is met het gemeenschapsrecht en of die besluiten
gerechtvaardigd kunnen zijn op grond dat zij noodzakelijk zijn voor
het verlenen van een dienst van algemeen economisch belang.
Advocaat-generaal Jacobs neemt in deze zaak vandaag conclusie
De conclusie van de advocaat-generaal bindt het Hof niet. De
advocaten-generaal hebben tot taak het Hof in volledige
onafhankelijkheid een juridische oplossing te bieden voor het concrete
geschil.
Advocaat-generaal Jacobs is van mening dat het Europees
mededingingsrecht van toepassing is in deze zaak. Daartoe is volgens
de advocaat-generaal vereist, dat de betrokken activiteit van
economische aard is, dat het bestreden besluit betrekking heeft op die
activiteit en dat het besluit is genomen door een
ondernemersvereniging. Ofschoon het Hof in eerdere zaken heeft
geoordeeld dat bepaalde socialezekerheidsstelsels niet van economische
aard zijn, is de advocaat- generaal in casu van mening dat het bestaan
van een bepaalde mate van mededinging tussen de ziekenkassen onderling
alsmede tussen de ziekenkassen en particuliere verzekeraars aantoont
dat de activiteit van economische aard is aangezien zij zou kunnen
worden uitgevoerd door een particuliere onderneming met winstoogmerk.
Voorts is de advocaat-generaal van mening dat de vaststelling van
bepaalde prijzen plaatsvindt in het kader van die economische
activiteit, aangezien een besluit van een ziekenkas aangaande de
parameters van de te verlenen diensten, onlosmakelijk verbonden is met
haar voornaamste activiteit, de ziekteverzekering. De advocaat-
generaal is tot slot van mening dat de voornaamste
ziekenkassenverenigingen in elk geval in het tweede stadium van de
vaststelling van de vaste bedragen als ondernemersverenigingen
handelen, aangezien in dat stadium geen voorafgaande goedkeuring van
het ministerie is vereist, het besluitvormend orgaan uitsluitend
bestaat uit vertegenwoordigers van de ziekenkassenverenigingen en de
toepasselijke criteria onvoldoende gescheiden zijn van het eigenbelang
van deze verenigingen, lage vaste bedragen vast te stellen.
Volgens advocaat-generaal Jacobs zijn collectieve besluiten om
bedragen vast te stellen, in beginsel verboden door het Europees
mededingingsrecht. In de praktijk wordt aldus immers de prijs van
bepaalde geneesmiddelen vastgesteld, hetgeen tot doel en ten gevolge
heeft dat de mededinging wordt beperkt en in het EG-Verdrag
uitdrukkelijk als een mededingingsbeperkende gedraging wordt
aangemerkt.
De advocaat-generaal merkt evenwel op dat het Europees
mededingingsrecht alleen van toepassing is op mededingingsbeperkend
gedrag waartoe ondernemingen zelf het initiatief nemen. Wanneer het
nationaal recht dergelijk gedrag voorschrijft, kan het
mededingingsrecht geen toepassing vinden. De nationale rechter dient
te bepalen of het Duitse recht de ziekenkassenverenigingen bij de
vaststelling van vaste bedragen elke mogelijkheid voor autonoom gedrag
ontzegt. In dit verband is de advocaat-generaal van oordeel dat de
ziekenkassenverenigingen de vaststelling van een bedrag niet konden
vermijden en dat zij niet volledig vrij waren bij de bepaling van de
vaste bedragen wegens de verplichting daarbij uit te gaan van de
laagste prijs van de referentiegroep. De nationale rechter dient dan
ook te onderzoeken, of zij ter zake over een beoordelingsruimte
beschikten en of zij ook hadden kunnen kiezen voor een andere
oplossing waardoor de mededinging in mindere mate zou zijn beperkt.
Ingeval de ziekenkassenverenigingen zelfstandig hebben gehandeld,
hebben zij nog de mogelijkheid hun handelwijze te rechtvaardigen als
noodzakelijk en evenredig middel om een dienst van algemeen economisch
belang te verzekeren. De ziekenkassen zijn met een dergelijke taak
belast, zodat de verenigingen hun standpunt in beginsel kunnen
rechtvaardigen. De nationale rechter dient evenwel te bepalen of de
vaststelling van vaste bedragen noodzakelijk is opdat zij hun taak van
algemeen belang kunnen uitoefenen, met andere woorden of de
vaststelling van vaste bedragen inderdaad nodig is om de financiële
stabiliteit van de ziekenkassen te verzekeren. Die rechtvaardiging
ontbreekt slechts indien wordt aangetoond dat de regeling kennelijk
onevenredig is aan het streven, zeker te stellen dat de ziekenkassen
hun algemene taken van algemeen economisch belang met financiële
stabiliteit kunnen vervullen.
Noot: Na de conclusie van de advocaat-generaal beginnen de rechters
van het Hof van Justitie van de EG met de beraadslagingen over het
arrest, dat op een latere datum zal worden gewezen.
Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie
niet bindt.
Deze persmededeling is beschikbaar in het Frans, het Engels, het Duits
en het Nederlands.
De volledige tekst van de conclusie is te vinden op de internetpagina
van het Hof
http://www.curia.eu.int
heden vanaf ongeveer 15.00 uur.
Voor nadere informatie wende men zich tot Zaïra Penders
tel (352) 4303 3127; fax (352) 4303 3656.