Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
http://www.minlnv.nl
MINLNV: Wijzing vogelpest regeling I
Regeling van de Minister van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij, van 20 mei 2003,
houdende wijziging van de Regeling
compartimentering AI-gevoelige dieren 2003
No. TRCJZ/2003/4095
Directie Juridische Zaken
Toelichting Staatscourant
Nu er al enige tijd geen nieuwe uitbraken van Aviaire Influenza zijn
geconstateerd, wordt het veterinair verantwoord geacht enige
versoepelingen door te voeren in de Tijdelijke regeling vervoers- en
exportverbod 2003 I en de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee
2003. Dit noopt tot aanpassing van de Regeling compartimentering
AI-gevoelige dieren 2003.
De wijziging van de Regeling compartimentering AI-gevoelige dieren
2003 behelst in de eerste plaats de opheffing van de harde grens
tussen compartiment C en D. Hiermee wordt het toegestaan in
compartiment C of D te rijden met een vervoermiddel dat is voorzien
van een sticker voor compartiment D of C.
Tevens wordt het toegestaan in compartiment H te rijden met een
vervoermiddel dat is voorzien van een sticker voor compartiment E, ten
behoeve van het vervoer van leghennen naar de aangewezen slachterij in
H.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ;
Gelet op beschikking 2003/357/EG van de Commissie van de Europese
Gemeenschappen van 16 mei 2003 tot vaststelling van beschermende
maatregelen in verband met een sterk vermoeden van besmetting met
aviaire influenza in Nederland (PbEG L 123);
Gelet op Richtlijn 92/40/EEG van de Raad van de Europese
Gemeenschappen van 19 mei 1992 tot vaststelling van communautaire
maatregelen voor de bestrijding van aviaire influenza (PbEG L 167);
Gelet op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224);
Gelet op de artikelen 17, 18, eerste en tweede lid, 29, 30, eerste en
derde lid, 31, 77 en 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor
dieren;
BESLUIT:
Artikel I
De artikelen 1 tot en met 5 van de Regeling compartimentering
AI-gevoelige dieren 2003 worden vervangen door:
Artikel 1
1. In deze regeling wordt verstaan onder:
a. AI: Aviaire Influenza;
b. AI-gevoelige dieren: gehouden dieren van een soort behorende
tot de orde van de hoenderachtigen (Galliformes), tot de familie van
de eenden, ganzen en zwanen (Anatidae), tot de families van de
struisvogels (Struthionidae), emoes (Dromaiidae) en nandoes (Rheidae)
en voor consumptie gehouden duiven (Columbia livia);
c. compartiment: een van de compartimenten als bedoeld in bijlage
I bij deze regeling;
d. vervoermiddel: voertuig, waaronder mede begrepen een
combinatie van een voertuig met één of meer door dat voertuig
voortbewogen aanhangwagens, opleggers of containers;
e. vervoereenheid: voertuig dat, dan wel een aanhangwagen of
oplegger, die deel uitmaakt van een combinatie als bedoeld in
onderdeel d;
f. lidstaat: land behorende tot de Europese Unie;
g. derde land: land niet behorende tot de Europese Unie.
2. Onder vervoereenheid, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e,
wordt verstaan:
a. vervoereenheden waarvoor op grond van artikel 36 van de
Wegenverkeerswet 1994 een kentekenbewijs, dan wel een
registratiebewijs is afgegeven, en
b. vervoereenheden waarvan in het land van herkomst, indien dat
niet Nederland is, een gelijkwaardig kentekenbewijs of
registratiebewijs is afgegeven.
Artikel 2
1. Het is verboden een vervoereenheid of container te vervoeren
in compartiment A, voor zover dat deel dat samenvalt met het
vervoersbeperkingsgebied, bedoeld in Bijlage I, onderdeel 1, van de
Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003, in compartiment E,
voor zover dat deel dat samenvalt met het vervoersbeperkingsgebied,
bedoeld in Bijlage I, onderdelen 1 en 2, van de Regeling
vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003, of in compartiment B of G,
van of naar een bedrijf waar AI-gevoelige dieren worden gehouden,
indien:
a. een vervoereenheid of container niet is voorzien van een
overeenkomstig deze regeling rechtmatig afgegeven en aangebracht, voor
het betreffende compartiment geldend, kenteken als bedoeld in bijlage
II respectievelijk bijlage III;
b. een vervoereenheid of container is voorzien van een ander niet
voor het betreffende compartiment geldend kenteken als bedoeld in
bijlage II respectievelijk bijlage III.
2. Het is verboden een vervoereenheid of container te vervoeren
in compartiment A, met uitzondering van het vervoersbeperkingsgebied,
bedoeld in Bijlage I, onderdeel 1, van de Regeling
vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003, in compartiment E, met
uitzondering van het vervoersbeperkingsgebied, bedoeld in Bijlage I,
onderdelen 1 en 2, van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee
2003, of in compartiment C, D, F of H van of naar een bedrijf waar
AI-gevoelige dieren bedrijfsmatig worden gehouden, indien:
a. een vervoereenheid of container niet is voorzien van een
overeenkomstig deze regeling rechtmatig afgegeven en aangebracht, voor
het betreffende compartiment geldend, kenteken als bedoeld in bijlage
II respectievelijk bijlage III;
b. een vervoereenheid of container is voorzien van een ander niet
voor het betreffende compartiment geldend kenteken als bedoeld in
bijlage II respectievelijk bijlage III.
3. Het is verboden:
a. een vervoereenheid of container waarvoor een voor compartiment
A of B geldend kenteken is afgegeven, te vervoeren van compartiment A
of B naar compartiment C, D, E, F, G of H, ongeacht de bestemming of
aldaar aanwezig te hebben;
b. een vervoereenheid of container waarvoor een voor compartiment
C of D geldend kenteken is afgegeven, te vervoeren van compartiment C
of D naar compartiment A, B, E, F, G of H, ongeacht de bestemming of
aldaar aanwezig te hebben;
c. een vervoereenheid of container waarvoor een voor compartiment
E geldend kenteken is afgegeven, te vervoeren van compartiment E naar
een ander compartiment, ongeacht de bestemming of in een ander
compartiment aanwezig te hebben;
d. een vervoereenheid of container waarvoor een voor compartiment
F of G geldend kenteken is afgegeven, te vervoeren van compartiment F
of G naar compartiment A, B, C, D, E of H, ongeacht de bestemming of
aldaar aanwezig te hebben;
e. een vervoereenheid of container waarvoor een voor compartiment
H geldend kenteken is afgegeven, te vervoeren van compartiment H naar
een ander compartiment, ongeacht de bestemming of aldaar aanwezig te
hebben.
4. Het derde lid is niet van toepassing, indien is voldaan aan
artikel 3, vijfde lid. Na afloop van de in artikel 3, vijfde lid,
onderdeel b, bedoelde periode is het toegestaan de in het derde lid
bedoelde vervoereenheden of containers van een ander kenteken te
voorzien overeenkomstig de procedure, bedoeld in artikel 3.
5. Het is verboden een vervoereenheid of container te vervoeren
van een compartiment naar een lidstaat of derde land of van een
lidstaat of derde land naar een compartiment, indien een
vervoereenheid of container is voorzien van een kenteken als bedoeld
in bijlage II of bijlage III.
6. Onverminderd de bepalingen van de Regeling
vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 en de Tijdelijke regeling
vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I, zijn het eerste en tweede
lid, van toepassing voor het vervoer van:
a. AI-gevoelige dieren;
b. broed- of consumptie-eieren van AI-gevoelige dieren;
c. gebruikt strooisel en dierlijke mest;
d. evenhoevigen en eenhoevigen;
e. diervoeders of rauwe melk;
f. gestorven slachtdieren als bedoeld in artikel 2, eerste lid,
onderdeel a, van de Destructiewet.
7. Onverminderd de bepalingen van de Bezoekersregeling Aviaire
Influenza 2003, zijn het eerste tot en met vierde lid van
overeenkomstige toepassing voor vervoereenheden of containers van
serviceverleners die met het oog op de uitoefening van beroep of
bedrijf op bedrijven komen waar AI-gevoelige dieren bedrijfsmatig
worden gehouden.
8. Het verbod, bedoeld in het derde lid, onderdeel b, is niet van
toepassing voor het vervoer van eenden overeenkomstig artikel 3c van
de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003.
9. De verboden, bedoeld in het derde lid, zijn niet van
toepassing voor het vervoer van rauwe melk, indien de daartoe
gebruikte vervoereenheden of containers voldoen aan artikel 3, eerste
tot en met vierde lid.
10. De verboden, bedoeld in het derde lid, zijn niet van
toepassing op het vervoer van gestorven slachtdieren als bedoeld in
het zesde lid, onderdeel f, indien de daartoe gebruikte
vervoereenheden of containers voldoen aan artikel 3, eerste tot en met
vierde lid, en vanaf de grens van een compartiment rechtstreeks naar
het verwerkingsbedrijf in compartiment E worden verplaatst of vanaf de
grens van een compartiment rechtstreeks naar de overslagplaats van het
verwerkingsbedrijf in compartiment A worden verplaatst.
11. De verboden, bedoeld in het eerste tot en met vierde lid, zijn
niet van toepassing voor vervoereenheden of containers die gebruikt
worden in het kader van ruiming van bedrijven.
12. Het eerste tot en met vierde lid zijn van overeenkomstige
toepassing op:
a. het vervoer van een- en evenhoevigen en melk,
respectievelijk diervoeder, bedoeld in artikel 8a, eerste en tweede
lid, respectievelijk derde lid, van de Regeling
vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003, van, respectievelijk naar,
bedrijven waarvan de AI-gevoelige dieren ingevolge artikel 22, eerste
lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren zijn gedood en
vervolgens van het bedrijf zijn afgevoerd, en
b. het vervoer van eendagskuikens, bedoeld in artikel 5 van de
Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I, naar
een bedrijf waar geen andere AI-gevoelige dieren bedrijfsmatig worden
gehouden.
13. De verboden, bedoeld in het derde lid, de onderdelen b en e,
zijn niet van toepassing op het rechtstreekse vervoer van kalkoenen,
bedoeld in artikel 4a van de Tijdelijke regeling vervoers- en
exportverbod pluimvee 2003 I.
14. Het verbod, bedoeld in het derde lid, onderdeel e, is niet van
toepassing op het rechtstreekse vervoer van vleeskuikens, bedoeld in
artikel 4, derde lid, van de Tijdelijke regeling vervoers- en export
verbod pluimvee 2003 I.
15. Het verbod, bedoeld in het derde lid, onderdeel a, is niet van
toepassing op het rechtstreekse vervoer van AI-gevoelige dieren vanuit
de compartimenten A en B naar een slachthuis in compartiment E,
overeenkomstig artikel 9 van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden
pluimvee 2003.
16. Het verbod, bedoeld in het derde lid, onderdeel b, is niet van
toepassing op het rechtstreekse vervoer van mest van AI-gevoelige
dieren overeenkomstig artikel 3a, zevende lid, van de Regeling
vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003, onderscheidenlijk artikel
3a, tiende lid, van de Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod
pluimvee 2003 I.
17. Het verbod, bedoeld in het derde lid, onderdeel c, is niet van
toepassing op het rechtstreekse vervoer van leghennen overeenkomstig
artikel 4, vijfde lid, van de Tijdelijke regeling vervoers- en
exportverbod pluimvee 2003 I.
Artikel 3
1. Een kenteken als bedoeld in artikel 2 wordt afgegeven door het
agentschap LASER bij de keuringsstations van de RDW Centrum voor
voertuigtechniek en informatie op aanvraag van de belanghebbende en na
legitimatie van de bestuurder door middel van het rijbewijs en, voor
zover het betreft een vervoereenheid, na overlegging van het
kentekenbewijs of registratiebewijs van de betreffende vervoereenheid,
met dien verstande dat per vervoereenheid of per container ten hoogste
één kenteken per aanvraag wordt afgegeven.
2. Indien de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend
voor een vervoereenheid of container waarvoor reeds eerder een
kenteken is afgegeven, kan aan belanghebbende een ander kenteken door
het agentschap LASER bij de keuringsstations van de RDW Centrum voor
voertuigtechniek en informatie worden afgegeven, mits voldaan is aan
de voorwaarden, bedoeld in het vijfde lid, en het eerder afgegeven
kenteken wordt overlegd.
3. Een kenteken bestaat uit een set van vier stickers. De
stickers worden onmiddellijk na afgifte geplakt aan de voorzijde,
achterzijde en aan weerszijden van de vervoereenheid of container
waarvan, voorzover het een vervoereenheid betreft, het kentekenbewijs
of registratiebewijs, bedoeld in het eerste lid, is overlegd, en op
zodanige wijze dat het van buitenaf duidelijk zichtbaar is.
4. Het is verboden een kenteken of sticker te verwijderen, tenzij
voldaan is aan de voorwaarden, bedoeld in het vijfde lid. Een
verwijderd kenteken, bestaande uit vier stickers, wordt geretourneerd
aan het Agentschap LASER of overlegd bij de aanvraag, bedoeld in het
tweede lid.
5. Afgifte van een kenteken als bedoeld in het tweede lid of
verwijdering van een kenteken of sticker als bedoeld in het vierde lid
geschiedt uitsluitend indien:
a. de vervoereenheid of container is gereinigd en ontsmet op een
door de directeur van de Voedsel- en Waren Autoriteit, onderdeel
Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees aangewezen wasplaats
overeenkomstig een door bedoelde directeur goedgekeurd
hygiëneprotocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv, en van deze
reiniging en ontsmetting een verklaring wordt afgegeven en
b. minimaal 72 uur na reiniging en ontsmetting is verstreken en
ten genoegen van een keuringsstation van de RDW Centrum voor
voertuigtechniek en informatie dan wel het Agentschap LASER is
aangetoond dat de vervoereenheid of container in bedoelde 72 uur geen
bedrijf heeft bezocht waar AI-gevoelige dieren worden gehouden.
Artikel 4
De bestuurder van het vervoermiddel dat is gebruikt voor het vervoer,
bedoeld in artikel 2, eerste, tweede, derde, zevende of twaalfde lid,
is verplicht:
a. ervoor zorg te dragen dat na elk vervoer elke vervoereenheid
of container alsmede andere voorwerpen worden gereinigd en ontsmet,
overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel- en Waren
Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees,
goedgekeurd hygiëneprotocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv,
en
b. een inzichtelijke registratie bij te houden en ten minste 72
uur op het vervoermiddel voorhanden te hebben en daarna op de
onderneming, waartoe de vervoereenheid of container behoort, te
bewaren, waarin ten minste de volgende gegevens zijn opgenomen:
- adres en plaats van de bezochte bedrijven;
- voor zover van toepassing, het UBN-nummer of kadastrale nummer van
een weiland;
- de hoeveelheid en soort vervoerde goederen of de aard van de
verleende diensten;
- indien het vervoer evenhoevigen betreft, de krachtens het Besluit
Identificatie en registratie van dieren vastgestelde
identificatienummers van de vervoerde evenhoevigen;
- de gereden route;
- datum en tijdstip van het vervoer, en
- plaats, datum en tijdstip van reiniging en ontsmetting als bedoeld
in onderdeel a, alsmede het daarbij gebruikte ontsmettingsmiddel.
Artikel 5
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling compartimentering
AI-gevoelige dieren 2003.
Artikel II
Deze regeling wordt bekend gemaakt aan de media en treedt op 21 mei
2003 om 16.00 uur in werking.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden
geplaatst.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
21 mei 03 15:43