European Commission

IP/03/714

Brussel, 21 mei 2003

De Europese Commissie neemt het initiatief tot een breed debat over de toekomst van de diensten van algemeen belang in Europa

De Europese Commissie is van plan om aan de hand van een vandaag goedgekeurd groenboek een discussie over de rol van de Europese Unie bij de bevordering van het aanbod van openbare diensten van zeer goede kwaliteit op gang te brengen. Dit is de eerste keer dat de Commissie een volledige evaluatie van haar beleid op het terrein van diensten van algemeen belang onderneemt. In haar groenboek erkent de Commissie dat er een open debat moet worden gevoerd over de globale rol van de Unie bij de vaststelling van de doelstellingen van algemeen belang waaraan door deze diensten wordt tegemoetgekomen en over de wijze waarop zij worden georganiseerd, gefinancierd en geëvalueerd. Ook wijst zij opnieuw op de aanzienlijke bijdrage die de internemarkt- en mededingingsregels leveren aan de modernisering en verbetering van de kwaliteit en efficiëntie van vele openbare diensten ten behoeve van de burgers en het bedrijfsleven in Europa. Het groenboek besteedt ook aandacht aan de context van de mondialisering en liberalisering en stelt de vraag aan de orde of er een algemeen juridisch kader voor diensten van algemeen belang op communautair niveau in het leven moet worden geroepen.

De situatie van de diensten van algemeen belang in de Europese Unie is complex en aan voortdurende ontwikkeling onderhevig. Het gaat hierbij om:

* een breed scala van verschillende soorten activiteiten: van de grote netwerkindustrieën (energie, postdiensten, vervoer en telecommunicatie) tot gezondheid, onderwijs en sociale diensten,
* verschillende dimensies bij het verrichten van deze diensten: van Europees of zelfs wereldwijd tot zuiver lokaal,
* diensten die op verschillende basis worden verleend: sommige zijn marktgericht en andere weer niet-marktgericht van aard.

De organisatie van deze diensten varieert naargelang de culturele tradities, de geschiedenis en geografische omstandigheden van iedere lidstaat en naargelang de kenmerken van de betrokken activiteit, met name de technologische ontwikkeling. Zo is bijvoorbeeld de watervoorziening geliberaliseerd in Frankrijk, maar niet in Griekenland en is de kinderopvang in Zweden, maar niet die in Frankrijk geliberaliseerd. Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel heeft de Europese Unie altijd deze verscheidenheid en de rol die de diverse (nationale, regionale en lokale) overheden spelen bij de zorg voor het welbevinden van hun burgers en het garanderen van democratische keuzes ten aanzien van onder meer de kwaliteit van diensten gerespecteerd.

Deze verscheidenheid verklaart waarom de rol van de Gemeenschap en de inzet van uiteenlopende instrumenten verschillen vertonen.

Sinds de tweede helft van de jaren '80 van de vorige eeuw zijn een aantal sectoren, waarin diensten van algemeen economisch belang worden verleend, geleidelijk opengesteld voor concurrentie. Dit geldt voor de telecommunicatie, postdiensten, vervoer en energie. Uit de eerste evaluatie blijkt dat de liberalisering de modernisering, onderlinge verwevenheid en integratie van deze sectoren heeft gestimuleerd. Hierdoor is het aantal concurrenten toegenomen en hebben er zich prijsdalingen voorgedaan, met name in sectoren waarin de liberalisering zich al eerder heeft voltrokken. Het huidige feitenmateriaal laat weliswaar nog geen volledige beoordeling toe van de langetermijneffecten van de openstelling van de diensten van algemeen belang voor concurrentie, maar de thans beschikbare gegevens bieden geen aanwijzingen voor de stelling dat de liberalisering een negatief effect op het globale functioneren ervan heeft gehad, tenminste niet voor zover het de betaalbaarheid en het verrichten van de universele dienst betreft. In het kader van de voltooiing van de interne markt heeft de Europese Unie de liberalisering altijd gepaard doen gaan met maatregelen ter bescherming van het algemene belang, met name door middel van het concept van de "universele dienst", om de toegang voor iedereen, ongeacht economische, maatschappelijke of geografische omstandigheden, tegen een betaalbare prijs te waarborgen.

Zo is bijvoorbeeld de aanvankelijke vrees dat de openstelling van de markt een negatieve invloed zou hebben op het werkgelegenheidsniveau of het verrichten van diensten van algemeen economisch belang tot nu toe ongegrond gebleken. Over het algemeen zijn door de openstelling van de markt de diensten integendeel betaalbaarder geworden. Voor de consumenten met de laagste inkomens bijvoorbeeld is het inkomenspercentage dat nodig is voor de betaling van een standaardpakket van telefoongesprekken of een standaardhoeveelheid elektriciteitsgebruik tussen 1996 en 2002 in de meeste lidstaten gedaald^(1)
. De gevolgen van de openstelling van de markt zijn meestal ook positief uitgevallen voor de nettowerkgelegenheid. Het banenverlies, vooral in voormalige ondernemingen met een monopoliepositie, is meer dan goedgemaakt door het scheppen van nieuwe arbeidsplaatsen dankzij de groei van de markt. Volgens de beschikbare schattingen heeft de liberalisering van de netwerkindustrieën geleid tot het ontstaan van bijna één miljoen banen in de gehele Europese Unie^(2).

Het huidige kader moet beslist beter toegelicht worden, de mogelijke verbeteringen moeten worden afgewogen en de op Europees niveau te handhaven en ontwikkelen algemene gemeenschappelijke normen dienen te worden vastgesteld. Het vandaag goedgekeurde groenboek is naar aanleiding van verzoeken van de kant van het Europees Parlement en de Europese Raad opgesteld en beoogt deze kwesties aan te pakken door vragen aan de orde te stellen over:

* de reikwijdte van eventuele verdere communautaire initiatieven ter implementatie van het Verdrag, waarbij het subsidiariteitsbeginsel ten volle geëerbiedigd wordt,

* de uitgangspunten die in de definitieve kaderwetgeving betreffende diensten van algemeen belang vastgelegd zouden kunnen worden en de concrete meerwaarde ervan,

* de definitie van "good governance" op het terrein van organisatie, regulering, financiering en evaluatie van diensten van algemeen belang om tegelijkertijd het concurrentievermogen te versterken en iedereen een efficiënte en gelijke toegang te verschaffen tot kwalitatief hoogwaardige diensten die aan ieders behoeften voldoen,

* de beoordeling van eventuele verdere maatregelen die tot een grotere rechtszekerheid zouden kunnen bijdragen en tot een logisch en harmonisch verband tussen de doelstelling van de handhaving van kwalitatief hoogwaardige diensten van algemeen belang en de strikte toepassing van de regels inzake mededinging en de interne markt.

Op basis van het groenboek start de Commissie een publieke raadpleging, in het kader waarvan zij graag reacties van alle belanghebbende partijen zou ontvangen. De fase van de raadpleging loopt op 15 september 2003 af. De Commissie is voornemens aan de hand van de ontvangen bijdragen in het najaar conclusies te trekken en, zo nodig, concrete initiatieven als follow-up in te dienen.

Belanghebbenden wordt verzocht om hun antwoorden op de in het groenboek aan de orde gestelde vragen of aanvullende op- en aanmerkingen per post aan het volgende adres toe te zenden:

Europese Commissie

Raadpleging groenboek over diensten van algemeen belang

BREY 7/342

B-1049 Brussel

Of per e-mail aan het volgende adres:

SGI-Consultation@cec.eu.int

De Commissie zal de per e-mail ontvangen bijdragen op haar aan het groenboek gewijde website plaatsen, op voorwaarde dat de afzenders nadrukkelijk hun toestemming voor de publicatie ervan hebben gegeven.

Zie voor de volledige tekst van het groenboek de voor dit document bestemde website:

http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/services_general_interes t/

(1)
Eighth Telecoms Regulation and Markets Report, december 2002

(2)
De interne markt Tien jaar zonder grenzen, SEC(2002) 1417, 7.1.2003