Actueel
Minister van Justitie bevoegd gezag ten aanzien van ambtenaren
werkzaam bij gemeenschappelijke beheersdienst voor gerechten en
parketten gezamenlijk
Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht
Datum actualiteit: 21-05-2003
Per 1 januari 2002 geldt dat de bij of krachtens de Ambtenarenwet aan
het bevoegd gezag toegekende bevoegdheden voor de bij de gerechten
werkzame gerechtsambtenaren bij het gerechtsbestuur berusten. Voor
ambtenaren werkzaam bij de parketten berusten de rechtspositionele
bevoegdheden nog steeds bij de Minister. Appellant is evenwel niet
slechts bij de betrokken gerechten of de betrokken parketten werkzaam
maar ten behoeve van de gerechten en parketten gezamenlijk bij de
gemeenschappelijke beheersdienst. Indien de overgang van
rechtspositionele bevoegdheden naar de gerechtsbesturen ook zou gelden
ten aanzien van ambtenaren die werkzaam zijn bij gemeenschappelijke
beheersdiensten, dan zou dat betekenen dat de rechtspositionele
bevoegdheden op of na 1 januari 2002 bij de gerechtsbesturen van de
gerechten en de Minister gezamenlijk zouden zijn komen te berusten,
derhalve bij een meervoudig bestuursorgaan. De Wet op de rechterlijke
organisatie biedt geen grondslag voor overgang van rechtspositionele
bevoegdheden naar een dergelijk meervoudig bestuursorgaan. De Raad
trekt hieruit de conclusie dat de in dit geding aan de orde zijnde
rechtspositionele bevoegdheden bij de Minister zijn blijven berusten.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AF8429
Zie het origineel
http://www.rechtspraak.nl/act...t_id=11865&i=&ti=
http://www.rechtspraak.nl/act...d=11865&i=52&ti=5
.
Zie het origineel
http://www.rechtspraak.nl/act...t_id=11865&i=&ti=
.