Verslag van de openbare vergadering van de raadscommissie Grondgebied,
gehouden op dinsdag 20 mei 2003 in de raadzaal van het gemeentehuis te
Barendrecht
Aanwezig
: mevrouw W.S. Batenburg-van Veen (voorzitter), de heren C. de Kreek
(griffier), A. Aarssen, M. de Graaf, J.B. de Jager, S.D. Kelder, P.J.
Kleinjan, B.J. Nootenboom, K.J. Orsel, de dames I.C. Monhemius-van der
Veen, C.W. Righolt-Dam (leden) en P.V.M. Utberg-van Klaveren
(notuliste).
Tevens aanwezig
: de heren C. Silvis, P. van Vugt (wethouders), B. Biesheuvel en A.
Raaijmakers (gemeente Barendrecht).
Afwezig met kennisgeving
: de heren Joh. van Harten, J.T. IJzerman, M. van Kruijsbergen en D.
Vermaat (leden).
1. Opening
De voorzitter
opent de vergadering en heet iedereen van harte welkom.
2. Mededelingen
1. Inventarisatie van de insprekers
M.b.t. agendapunt 3 hebben de commissieleden een kopie van de
brief van de heer en mevrouw Kadiks ontvangen waarin zij hun
zienswijzen aan de commissie kenbaar willen maken; zij kunnen
vanavond nl. niet aanwezig zijn i.v.m. hun vakantie.
2. Inventarisatie van de rondvraag
De rondvraag is al tijdens de voortzetting van de vergadering van
13 mei jl. behandeld.
3. Vaststelling van de agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4. Actualiteiten
1. Actualiteiten vanuit het college
De heer Van Vugt
deelt m.b.t. een aula op de nieuwe begraafplaats mee dat zich een
gegadigde gemeld heeft. Men is momenteel met deze gegadigde, die
enige bedenktijd gevraagd heeft, in gesprek. Hierdoor laat het
voorstel, dat bijna gereed was voor behandeling in deze commissie,
nog even op zich wachten totdat er meer duidelijkheid is over wat
deze nieuwe ontwikkeling voor mogelijkheden biedt.
N.a.v. een vraag van de voorzitter wanneer spreker verwacht de
commissie een rapportage hieromtrent te kunnen doen toekomen,
antwoordt hij dat dit afhankelijk is van de uitkomst. Als het iets
ingrijpends oplevert, waardoor het voorstel aangepast moet worden,
kost het meer tijd en wordt 10 juni a.s. zeker niet gehaald.
De heer Silvis
deelt mee dat er deze week een principeovereenkomst is bereikt
over de verwerving van Hoogenboom.
2. Overige actualiteiten
Er zijn geen overige actualiteiten te melden.
Planschadeverzoeken Willem Alexanderplantsoen 183 en 187
De voorzitter
deelt mee dat er in de brief van de familie Kadiks argumenten worden
aangedragen waarom zij van mening zijn dat hun verzoek om planschade
ten onrechte wordt afgewezen; er wordt m.n. aandacht gevraagd voor het
feit dat het raadsvoorstel alleen handelt over de aanleg van de
rondweg in 1995 en dat de bouw van de woning tussen de rondweg en het
perceel van de familie Kadiks ook in het SAOZ-advies onbesproken
blijft. Spreker stelt voor dat de commissie kennis neemt van deze
brief. Indien men op basis van de brief van de familie Kadiks tot
andere overwegingen komt, kan dit in de raadsvergadering uitgesproken
worden.
De heer Nootenboom
vraagt of de woning tussen de rondweg en het huis van de familie
Kadiks van belang is.
De heer Silvis
antwoordt dat toetsing heeft opgeleverd dat deze situatie wel degelijk
is meegenomen. Dit zal uit één van de ter inzage liggende stukken voor
de raadsvergadering blijken.
Planschadeverzoek Boeier 150
De heer Kleinjan
begrijpt dat de verzoeker problemen heeft met het feit dat de aan hem
geschakelde woning EUR 3.000,00 meer krijgt. Spreker merkt op dat hij
dit ook vrij veel vindt op een bedrag van EUR 5.000,00 en vraagt wat
de reden hiervan is.
De heer Silvis
antwoordt dat hij diezelfde vraag had en dat derhalve de
planschade-expert nog eens nadrukkelijk verzocht is de situatie te
bekijken. Ook na deze consultatie bleef de planschade-expert bij zijn
mening dat er een goede taxatie is uitgebracht. Het college heeft zich
hieraan vervolgens geconformeerd en de heer Opmeer heeft zich hierbij
mokkend neergelegd.
De commissie heeft geen bezwaar tegen dit voorstel.
Milieubeleidsprogramma 2003
Mevrouw Righolt
merkt op dat zij het milieubeleidsprogramma 2003 rijkelijk laat vindt.
Het milieu beleidsprogramma 2002 is nl. in november 2001 in de
commissie behandeld, dus ongeveer anderhalf jaar geleden. Spreker
vraagt zich af wat zij met dit milieuprogramma aan moet. Vroeger was
er de milieumonitoring, die in 1999 afliep. In 2000, 2001 en 2002 zijn
er, als een soort droogzwemmen, milieuprogramma's vastgesteld en nu
volgt daar, ook als een soort droogzwemmen, het milieuprogramma 2003
op. Er zijn geen kaders waar men mee bezig is. Spreker kan er derhalve
niet zoveel mee als er geen duurzaamheidplan onder ligt. Het
duurzaamheidplan kan nl. de kaders stellen, zodat dit milieuprogramma
waarschijnlijk helemaal niet meer nodig is of misschien hooguit als
een ter inzage stuk van uitvoering. Zij vraagt of er een wettelijke
verplichting is voor een milieuprogramma. N.a.v. het feit dat spreker
sinds 2000 geen milieuverslagen meer heeft gezien, vraagt zij waar
deze blijven. Zij spreekt haar dank uit voor de beantwoording van de
door haar gestelde detailvragen. Spreker heeft nog wat aanvullende
vragen. Zij vraagt of er nog voldoende expertise in huis is voor het
onderwerp "geluid". N.a.v. de opmerking over een jaarlijkse
rapportageverplichting m.b.t. de luchtkwaliteit (blz. 9) vraagt
spreker hoe deze openbaar gemaakt wordt. Hij is nu openbaar gemaakt
bij de behandeling van Carnisselande-Noord, maar zij vraagt wat de
wettelijke verplichting is en of de rapportage op enig moment ter
inzage wordt gelegd. Spreker merkt op dat in het duurzaamheidplan het
opstellen van een energiebeleidsplan stond. Er wordt nu gewoon gezegd
dat dit gedaan wordt, terwijl spreker graag zou willen weten wat de
wettelijke verplichting is, of het een nut is, of het een noodzaak is,
of we dit wel moeten doen e.d. Spreker stelt voor met dit soort
"toetjes" te wachten tot volgend jaar het duurzaamheidplan opgesteld
wordt. Zij ziet nl. geen verband meer in het hele milieugebeuren.
Spreker merkt op dat er hier en daar in het stuk wordt verwezen naar
de duurzaamheidnota die er nog niet is. Het stuk is duidelijk
geschreven vanuit de visie die er was. De nota hoeft hiervoor echter
niet herschreven te worden. Spreker kan in hoofdlijnen instemmen met
het milieubeleidsprogramma, maar met het gevoel dat men maar half
bezig is.
De heer Kleinjan
merkt op dat hij uit de inleiding heeft begrepen dat het wettelijk
voorgeschreven is om een milieuprogramma en een milieuverslag te
hebben. Spreker is het eens met de opmerking in de inleiding dat het
een managementstuk is. Spreker zou als raadslid graag het effect
willen zien in de toekomst en verzoekt derhalve om nulmetingen voor de
diverse onderdelen, zoals afval, bodem, illegale reclame, handhaving
enz. Hij kan zich vinden in de woorden van mevrouw Righolt en verzoekt
om een reactie van de wethouder op deze visie.
De heer De Graaf
deelt mee dat hij deels dezelfde opmerkingen had als mevrouw Righolt.
Op blz. 3 staat bij Milieumonitoring 2002 dat er in 2002 een
milieumonitorrapport zou worden opgesteld, maar dat dit door
capaciteitsgebrek is uitgesteld tot 2003. Spreker vraagt of aan te
geven is wanneer het milieumonitorrapport wel komt. Op blz. 4 staat
bij punt 4, Handhaving, dat de handhaving door diverse instanties
wordt uitgevoerd, waaronder de politie voor o.a. het parkeren. Spreker
merkt op dat de politie daar helemaal geen prioriteit voor heeft en er
daarom niet naar kijkt; dit kan er z.i. derhalve uitgehaald worden.
Bij het punt lokaal handhavingprogramma 2004 op blz. 4 staat dat een
vast onderdeel van het lokale handhavingplan het werkplan voor de
bijzonder opsporingsambtenaren is. Spreker vraagt wie dit zijn en wat
zij doen. Op blz. 4, Handhavingverslag 2002, staat dat in 2003 het
handhavingverslag onderdeel zal uitmaken van het milieuverslag.
Spreker vraagt wanneer men dit krijgt. N.a.v. blz. 7, Toepassing eigen
verontreinigde grond en gerijpte bagger in geluidswallen, vraagt
spreker wie na verloop van tijd, wanneer de geluidswallen zijn
aangelegd, controleert of de grond daaronder niet wordt verontreinigd.
Spreker merkt op dat er al een aantal jaren wordt gesproken over het
Gemeentelijk Riolering Plan. Hij vraagt wanneer dit uiteindelijk in
uitvoering komt. N.a.v. de opmerking dat de gemeentelijke milieuzorg
in 2003 wordt geïnventariseerd, merkt spreker op dat hij dit al jaren
leest. Hij vraagt derhalve wanneer deze stukken daadwerkelijk op tafel
komen.
De heer Aarssen
spreekt zijn complimenten uit voor de notitie; deze is bondig, helder
en bevat een overzicht van relevante punten. Spreker heeft hetzelfde
punt dat al eerder genoemd is m.b.t. het Duurzaamheidplan. Het is voor
spreker moeilijk te beoordelen. Hij sluit niet uit, als het
Duurzaamheidplan tijdig klaar is, in 2003 op punten terug te komen.
Spreker merkt op dat het wat hem betreft uitvoeringspunten zijn en dat
hij daar graag verslaglegging van zou zien op een manier dat het voor
hem inzichtelijk is.
Mevrouw Monhemius
gaat akkoord met de gevraagde beslissing. Spreker vraagt aandacht voor
de woongebieden langs de A15, A29 en de Carnisser Baan. Op blz. 8
staat dat deze gebieden mogelijk geconfronteerd worden met een te hoge
geluidsbelasting. Zij is van mening dat het aanvragen van een
ontheffing bij de provincie alleen in het uiterste geval moet
plaatsvinden. H.i. heeft het plaatsen van een scherm op deze locatie
de voorkeur.
De heer Van Vugt
antwoordt dat het een verplichting is dat het milieubeleidsprogramma
2003 wordt vastgesteld. Er is wat onduidelijkheid geweest of dit een
verplichting was van de raad of van het college. Spreker had ook
liever gehad dat het duurzaamheidplan al klaar was, zodat er een kader
zou zijn voor het milieuprogramma, maar hij heeft bij de rondvraag van
13 mei jl. reeds aangegeven waarom dit niet het geval is. Als het
duurzaamheidprogramma is vastgesteld, is het milieuprogramma een
bevoegdheid van het college. Spreker antwoordt dat hij niet weet niet
hoe ver men is met het milieujaarverslag van 2002, maar dat hij wel
weet dat het jaarverslag 2001 reeds is vastgesteld. Spreker zegt toe
na te gaan wanneer dit is geweest.
Eén van de redenen dat het milieubeleidsprogramma 2003 pas zo laat
wordt aangeboden, is dat spreker hoopte nu ook het duurzaamheidplan te
kunnen aanbieden. Toen bleek dat dit niet kon, heeft spreker besloten
het milieu beleidsprogramma 2003 nu aan te bieden, omdat het anders
echt te laat werd. N.a.v. de vraag of er voldoende expertise in huis
is op het gebied van "geluid" antwoordt spreker dat er een aantal
vacatures zijn geweest bij de afdeling Milieu en dat één van deze
vacatures een medewerkster betrof die op dat gebied gespecialiseerd
was. Nu is deze expertise niet meer in huis en wordt ingehuurd bij de
DCMR. Spreker antwoordt dat de rapportage m.b.t. de luchtkwaliteit
openbaar is en ter inzage gelegd kan worden als de commissie dit wil.
Voor 2003 hoeft deze rapportage echter niet gemaakt te worden, maar
wel weer voor 2004. N.a.v. de vraag van mevrouw Righolt of de
energienota een wettelijke verplichting is, antwoordt spreker dat dit
geen verplichting is. Hij antwoordt n.a.v. het voorstel van mevrouw
Righolt om de behandeling van het milieubeleidsprogramma 2003 op te
schuiven tot na de behandeling van het duurzaamheidplan dat dit kan en
hij verzoekt de overige commissieleden aan te geven wat zij hiervan
vinden, zodat dit meegenomen kan worden bij de aanpassing in het
voorstel voor de raadsvergadering. Het voorblad van het raadsvoorstel
zal dan ongewijzigd blijven; de voorgestelde aanpassing kan morgen
gereed zijn. N.a.v. het voorstel van de heer Kleinjan voor een
nul-/beginmeting antwoordt spreker dat dit z.i. eerder een punt is
voor het duurzaamheidplan dan voor het milieuprogramma, omdat het
milieuprogramma een uitvoering is van het duurzaamheidplan.
De heer Kleinjan
vraagt of in het milieuverslag de resultaten komen van wat in het
duurzaamheidplan staat opgenomen.
De heer Van Vugt
antwoordt dat het milieuverslag het verslag is van het milieuprogramma
van het jaar daarvoor. N.a.v. de vraag van de heer De Graaf over de
milieumonitoring antwoordt spreker dat men de milieumonitoring dit
jaar aan hoopt te bieden; er is dus een vertraging van 1 jaar. N.a.v.
de opmerking van de heer De Graaf over handhaving op blz. 4 antwoordt
spreker dat dit gelezen dient te worden als een opsomming. N.a.v. de
vraag van de heer De Graaf over de BOA's antwoordt spreker dat er
vanavond 2 BOA's op de publieke tribune zitten en dat zij zich bezig
houden met de controle van huisvuil e.d. en dit in de nabije toekomst
ook met het hondenbeleid hopen te gaan doen. N.a.v. de vraag van de
heer De Graaf over het rioleringplan antwoordt spreker dat dit,
conform eerdere toezegging, nog een keer tegen het licht gehouden is
om te kijken of er versoberingen mogelijk waren. In de voorjaarsnota
heeft men kunnen zien dat dit gebeurd is. Er wordt nu gewerkt aan een
aangepaste versie. Spreker denkt dat er na de zomervakantie een
presentatie zal zijn van het bureau dat het plan heeft opgesteld en
dat dan het definitieve besluit door de raad genomen kan worden.
Spreker zegt toe schriftelijk terug te komen op de vraag van mevrouw
Monhemius over de geluidsbelasting van de gebieden langs de A15 en
A29. N.a.v. de vraag wanneer men het handhavingverslag krijgt,
antwoordt spreker dat dit bij het milieujaarverslag gevoegd zal
worden.
N.a.v. de vraag van de heer De Graaf over de inventarisatie van de
gemeentelijke milieuzorg in 2003 antwoordt spreker dat er in het
verleden een medewerker milieucommunicatie was die belast was met de
interne milieuzorg, maar dat deze vacature bij de bezuinigingen van
2002 gesneuveld is en dat dit een lagere prioriteit heeft gekregen en
er veel minder uren voor zijn opgevoerd dan in eerdere programma's.
De heer Raaijmakers
antwoordt n.a.v. de vraag over de controle op de geluidswal dat DCMR
tijdens de aanleg controleert op eventuele belasting naar de bodem,
maar dat hij niet precies weet hoe de constructie is nadat de
geluidswal is opgeleverd. Hij zegt toe dit na te gaan en het antwoord
middels een korte memo aan de commissieleden te doen toekomen.
De voorzitter
verzoekt de commissieleden zich uit te spreken over of men nog een
aanvulling op het raadsvoorstel wenst.
Mevrouw Righolt
antwoordt dat het niet om een aanvulling op het raadsvoorstel gaat,
maar dat een stukje van de notitie h.i. weggestreept kan worden. Het
doet niets ten voor-/nadele van het raadsvoorstel; het gaat er
concreet om of men op blz. 10 het kopje Opstellen energiebeleidsplan
nu mee wil nemen in het milieubeleidsprogramma 2003 of dat men hiermee
wil wachten tot het duurzaamheidplan. Spreker vindt het een goede zaak
dit met het duurzaamheidplan mee te nemen; dit stukje tekst zou dan
afgeplakt kunnen worden.
De overige commissieleden gaan met het voorstel van mevrouw Righolt
akkoord, zodat dit stukje tekst komt te vervallen.
Aanpak leefbaarheid Barendrecht: pilotproject Smitshoek
De heer Aarssen
is blij dat er aandacht is voor leefbaarheid in Barendrecht. Hij vindt
het opvallend en verrassend dat m.n. Carnisse is gekozen als kleine
kern. Spreker verzoekt om meer informatie hoe het met Carnisse wordt
aangepakt. Hij vraagt in hoeverre de wijk-/leefbaarheidopzichter
ingevoerd wordt; of elke wijk dit krijgt en in hoeverre bewoners
rechtstreeks met zo iemand moeten kunnen gaan werken (zijn
bijvoorbeeld naam en telefoonnummer bij de bewoners van de wijk
bekend?). Spreker vindt de jaarlijkse wijkschouw erg belangrijk en
gaat ervan uit dat de wethouder daarbij aanwezig is.
Mevrouw Monhemius
vindt het een heel mooi plan, maar heeft een aantal vragen. Wie gaat
de investering van EUR 2.100,00 betalen? Komt Smitshoek, nu het aan
Carnisselande grenst, nog wel in aanmerking voor de omschrijving
"kleine kernen"? Het organiseren van de jaarlijkse wijkschouw vindt
zij een uitstekend plan, waarbij ook spreker ervan uitgaat dat de
wethouder meeloopt en zij zich afvraagt of de raadsleden er ook niet
bij betrokken moeten worden.
De heer De Graaf
vindt het een ambitieus plan, maar vraagt zich, n.a.v. de tekst in het
opslagblad dat de gemeente er geen cent voor over heeft, af wat er van
de grond moet komen. Het plan staat of valt met steun van de gemeente
als men de bewoners enthousiast wil maken om eraan deel te nemen. Uit
het stuk blijkt dat dit heel moeilijk is; men heeft eigenlijk alleen
interesse als het dicht in de buurt (bijvoorbeeld de straat) speelt,
maar niet als het verder weg is. Het zal spreker derhalve benieuwen in
hoeverre het van de grond zal komen. N.a.v. de
wijk-/leefbaarheidopzichters vraagt spreker in welke wijken deze
functioneren en wie dit betaalt.
De heer Kelder
merkt op dat de meeste van zijn vragen al gesteld zijn, m.n. over het
geld. Daar waar het specifiek om Smitshoek gaat, is spreker van mening
dat sportverenigingen een functie kunnen hebben om de wegvallende
sociale samenhang te bevorderen. Spreker verzoekt derhalve om een
aanvulling specifiek op deze wijk gericht.
De heer De Jager
wil met het plan instemmen; hij vindt het een leuk, ambitieus, plan.
N.a.v. de voorjaarsnota heeft spreker echter bezwaar tegen deze
notitie, want als men iets opzet, zoals dit, zal er een bepaalde
looptijd voor genomen moeten worden, omdat het anders geen effect
heeft; dit kan z.i. nl. niet in 1 jaar gemeten worden. Spreker merkt
op dat hij dit plan nergens kan vinden in de meerjarenbegroting van de
gemeente. Als het inderdaad een eenmalige subsidie is van EUR 2.100,00
stelt spreker voor er niet aan te beginnen, omdat dit bedrag reeds is
uitgegeven aan het schrijven van de notitie, en de mensen dan blij
gemaakt worden met niks.
De heer Kleinjan
vindt het een aardig plan, hoewel hij een klein beetje het gevoel
heeft dat het bedoeld is voor echte achterstandswijken; de algemene
doelstellingen komen z.i. niet overeen met de mensen in Smitshoek.
N.a.v. het feit dat men subsidie krijgt, kan er z.i. wel iets mee
gedaan worden. Hij vindt het jammer dat de sociale componenten in de
aanpak leefbaarheid niet worden meegenomen; het is vooral een
technische oriëntatie. Als spreker het goed begrepen heeft, gaat het
vooral over het groen, de straat, de speeltuin e.d. Hij zou dan
voorstellen de klachtenbon weer in De Schakel te zetten, maar daardoor
ontstaat er heel veel werk voor de gemeente, omdat het hier en daar
echt een puinhoop is, en het geld is er, zoals de heer De Jager
zojuist zei, inderdaad niet. Spreker kan zich derhalve voorstellen dat
dit plan in de koelkast gaat. Er zijn op dit moment geen financiële
middelen om echt iets structureels te gaan doen. Spreker neemt aan dat
de wijk-/leefbaarheidopzichter onbezoldigd is of uit de bestaande
organisatie komt. Hij stelt voor dat, als dit gaat lopen, er een
klachtensysteem opgezet wordt waaruit het effect op te maken is van
wat men doet. Als het financieel echter niet kan, dient z.i. besloten
te worden het niet te doen.
De heer Van Vugt
antwoordt dat met het voorliggende voorstel een poging is gedaan om
iets te doen met wat in het raadsprogramma is opgenomen, nl. het
betrekken van de burgers bij wijkbeheer e.d.
Daarbij is voorlopig als uitgangspunt genomen dat er beperkte middelen
zijn en is gekeken of er iets gedaan kon worden om aan die wensen
gehoor te geven. N.a.v. de opmerkingen dat het een ambitieus plan is,
antwoordt spreker dat in de map ook het oorspronkelijke plan ter
inzage lag, dat veel ambitieuzer was en behoorlijk goed uitwerking gaf
aan het betrekken van burgers bij hun wijk. Dit plan kreeg een dikke
pluim van de zgn. stadsmariniers in Rotterdam en het team dat in
Hoogvliet bezig is met de leefbaarheid. Op een wijkavond heeft spreker
gemerkt dat de bewoners opmerkingen hebben over hun wijk. Dit is z.i.
een manier om hieraan tegemoet te komen. Men had aanvankelijk een
andere wijk in gedachten, maar n.a.v. het feit dat de provincie een
subsidie beschikbaar stelde voor het ontwikkelen van een plan voor
kleine kernen en een bijdrage voor de uitvoeringskosten, is besloten
te beginnen bij Smitshoek en Carnisse; op grond van de gegevens van
2000 die de provincie had, kwamen de kernen Smitshoek en Carnisse nl.
in aanmerking voor zo'n leefbaarheidproject. De kosten ad EUR 2.100,00
en de uitvoeringskosten worden in dat verband bij de provincie
gedeclareerd om te proberen de subsidie binnen te halen. Als voorschot
is hier EUR 2.100,00 uit het stimuleringsfonds gehaald. Spreker deelt
mee dat er op dit moment gewerkt wordt aan het integraal
veiligheidsplan; dit is de kapstok van dit hele verhaal. Het integraal
veiligheidsplan, waarin wordt gesproken over leefbaarheid e.d., zal
waarschijnlijk in september a.s. in de commissie komen. Er is gekeken
of de functie van wijk-/leefbaarheidopzichter intern opgelost kan
worden; daarbij wordt gekeken naar de groenopzichters die elk een
bepaalde wijk in de gemeente hebben. Bij het klachtensysteem is deze
benaderbaar. Er is vanuit gegaan dat het Servicecentrum ook een
klachtenregistratiesysteem gaat kennen en als centraal telefoonnummer
zal gaan fungeren, zodat meteen de klachten gemonitord zijn en te zien
is hoe ermee om is gegaan. N.a.v. de opmerking van de heer Kelder over
de Smitshoekse voetbalvereniging antwoordt spreker dat men momenteel
in overleg komt met bepaalde partners die in het leefbaarheidplan
genoemd worden. De notitie is bijvoorbeeld al uitgereikt aan
Wijkvereniging Smitshoek en de BOCA krijgt hem ook; in overleg met hen
zal e.e.a. afgestemd worden. De suggestie van de heer Kelder zal
meegenomen worden om te kijken of hier invulling aan gegeven kan
worden. Spreker geeft hierbij aan dat er vooral is gekozen voor een
technische benadering van de omgeving van de burger zelf i.p.v. de
sociale component, juist omdat niet voor het echte ambitieuze plan
gekozen kon worden. Als men met de burger in gesprek is, is het vooral
de woonomgeving die hem/haar aanspreekt en waar men klachten, vragen
e.d. over heeft. Spreker deelt de zorg dat er geen geld voor het plan
is. De voorjaarsnota geeft aan dat we een magere tijd tegemoet gaan,
maar aan de andere kant kan de raad aangeven wat men wil. Als de raad
het belangrijk vindt, is dit een discussiepunt voor de behandeling van
de voorjaarsnota op 2 juni a.s. Spreker denkt dat het in dit verband
goed is dat men kennis neemt van dit plan. Als de raad voorstelt er
niet aan te beginnen, is dit ook prima; er wordt uitgevoerd wat de
raad wil.
De heer Biesheuvel
merkt op dat aanleiding tot deze notitie ook het verzoek van
Woningbouwvereniging Patrimonium is, die binnen de toezichtregelgeving
een extra taak heeft gekregen, nl. aandacht voor de leefbaarheid. Al
meer dan een jaar wordt er door het bestuur van Woningbouwvereniging
Patrimonium op aangedrongen om gezamenlijk met de gemeente tot een
leefbaarheidproject te komen. Patrimonium heeft te kennen gegeven een
actieve rol te willen gaan vervullen in het geheel.
De heer Aarssen
merkt, n.a.v. opmerkingen van een aantal van de overige
commissieleden, op dat het gaat om een leefbaarheidplan en niet direct
over de financiering van het plan. N.a.v. de opmerkingen van de heren
Kleinjan en De Jager constateert spreker dat zij het kind al met het
badwater weg willen gooien, omdat het niet interessant genoeg zou zijn
om het in te voeren. Dit zou z.i. een gemiste kans zijn. Als gekeken
wordt naar gemeenten waar m.n. met wijkschouw en wijkavonden gewerkt
wordt, zijn de bewoners van de diverse straten/wijken er erg
enthousiast over. Het is eindelijk eens echt interactief wat het
bestuur met de burgers doet.
De heer De Jager
vraagt of hij het goed gelezen heeft dat het niet in de
meerjarenbegroting staat, zodat het in theorie nog in concurrentie
gebracht moet worden met andere onderwerpen. N.a.v. de opmerking van
de heer Aarssen antwoordt spreker dat hij geen kind met het badwater
weggooit, maar dat hij wel op een gegeven moment goed badwater wil
hebben. Hij wil er alleen aan beginnen als er meer geld voor
uitgetrokken wordt, maar niet op deze manier.
De heer Silvis
antwoordt dat de lopende kosten voor de pilot gedekt zijn en dat het,
als het eenmaal draait en een succes is, binnen de reguliere budgetten
kan. Het wordt echter een probleem of er geëxtrapoleerd kan worden
naar andere wijken, omdat die budgetten er niet zijn.
De heer Kleinjan
antwoordt n.a.v. de opmerking van de heer Aarssen, dat spreker het
kind met het badwater wil weggooien, dat in de voorjaarsnota bezuinigd
wordt op soms heel basale dingen; spreker vindt het plan heel prachtig
en als het in heel Barendrecht gebeurt, vindt hij het prima, maar
zoiets dient z.i. niet te gebeuren als men voor diverse
belastingverhogingen en allerlei grote financiële problemen staat.
De voorzitter
vraagt welke kosten voor deze pilot ten laste komen van de gemeente
Barendrecht.
De heer Van Vugt
antwoordt dat dit plan binnen de beschikbare budgetten voor deze pilot
te doen is. Als men in de toekomst meer wil, wordt hierover verder
gediscussieerd.
De heer Aarssen
neemt aan dat er een evaluatie van de pilot komt en dat er dan in het
volgende jaar opnieuw gekeken wordt of er geld is. Om nu al op
voorhand te zeggen dat er geen geld voor is, vindt spreker het kind
met het badwater weggooien.
De heer Van Vugt
antwoordt dat het een pilot is en dat die inderdaad geëvalueerd wordt.
De heer Kleinjan
merkt op dat als dit ingevoerd wordt en burgers komen steeds meer
vertellen over wat zij niet goed vinden in hun wijk, dit allemaal
uitgevoerd moet worden door de gemeente, zoals m.b.t. stoeptegels,
zwerfvuil, hondenoverlast e.d. Dit wordt niet vergoed door de
provincie, maar dient door de gemeente betaald te worden.
De voorzitter
merkt op dat deze zaak ter kennis wordt gebracht aan de commissie en
dat men ervan mag vinden wat men vindt, maar dat men niet de
bevoegdheid heeft om tegen het college te zeggen dat het niet mag. Het
eventuele vervolg dat eraan verbonden wordt, is wel een zaak die aan
de raad is, omdat er dan nieuwe budgetten nodig zijn e.d.
Lijst van ingekomen en ter inzage liggende stukken
1. Aankleding rotondes
Mevrouw Monhemius
merkt op dat zij kennis heeft genomen van de beantwoording van
haar vragen via de ter inzage liggende stukken; spreker had
eigenlijk een persoonlijk antwoord verwacht. Tot haar
teleurstelling heeft spreker moeten constateren dat burgers niet
betrokken worden bij de inrichting van de rotondes in hun directe
leefomgeving. Zij vraagt of dit nog gaat/kan gebeuren. Spreker
geeft haar visie over hoe het had gemoeten als de gemeente
kunstuitingen wil doen op rotondes. H.i. hadden er eerst
kunstenaars uitgenodigd moeten worden om een ontwerp te maken en
vervolgens hadden deze inzendingen ter beoordeling aan de
Culturele Raad voorgelegd moeten worden. Naar aanleiding daarvan
had men burgers een keuze moeten laten maken en vervolgens had
tegen bedrijven gezegd kunnen worden dat zij een rotonde konden
adopteren. Dit is dus eigenlijk precies de omgekeerde weg van hoe
het nu is gebeurd. Spreker vindt het erg jammer dat het zo gegaan
is. Zij vraagt wat de overige commissieleden hiervan vinden en
verzoekt de wethouder een reactie te geven.
De heer Silvis
antwoordt dat men al een aantal jaren bezig is met invulling van
de rotondes. De proefrotonde heeft de nodige kritiek gehad en men
heeft zich dit aangetrokken. Naar aanleiding daarvan is er een
nieuwe organisatie neergezet, die de rotondes begeleidt. De
afdeling Beeldende Kunst van de Culturele Raad, die op zich
kunstvoorzieningen verzorgt vanaf het ontstaan tot aan de
oplevering, heeft afgehaakt, omdat hun protocol niet paste bij de
wijze waarop de gemeente op de rotondes inzet. De turborotonde aan
de Barendrechtseweg-Dierensteinweg wordt wel begeleid door de
afdeling Beeldende Kunst. Spreker heeft daar nu een ontwerp van
gezien.
Er is een selectieproces van 3 ontwerpers waaruit er 1 gekozen
wordt. De gemeente betaalt die rotonde en de betaler bepaalt in
dit geval. De overige rotondes zijn geadopteerde rotondes waarbij
er een andere opdrachtgever is dan de gemeente; de gemeente toetst
slechts middels een aantal criteria of het past in de openbare
ruimte. Er zijn een aantal rotondes die een tuininrichting hebben
gekregen, zoals een kruiwagen, en er komen er ook een aantal die
door kunstenaars zijn gemaakt. De rotonde Barendrechtseweg-Kilweg,
die is geadopteerd door Monshouwer, wordt bijvoorbeeld door een
kunstenaar gemaakt. De gemeente wil enerzijds een behoorlijke
aankleding van de rotondes, maar heeft anderzijds zelf geen geld
over voor de aankleding van de rotondes. Spreker is derhalve van
mening dat het een goede oplossing is om de rotondes te laten
adopteren. N.a.v. de opmerking van mevrouw Monhemius om burgers te
betrekken bij kunst antwoordt spreker dat de ervaring (in
Nieuweland) geleerd heeft dat dit ook discussie oplevert en dat de
commissie Beeldende Kunst daar niet van houdt; er zijn afspraken
hoe men zo'n traject in gaat en het is niet de bedoeling dat
burgers daar op zich bij betrokken worden.
De heer Aarssen
vraagt of de gemeente er geen geld voor over heeft of dat zij er
geen geld voor heeft.
De heer Silvis
antwoordt dat er in de budgetten, zoals men ze nu kent, geen
ruimte is voor extra's; op de rotondes kan alleen neergelegd
worden wat men ook in de berm aantreft.
Mevrouw Monhemius
verzoekt de overige raadsleden nogmaals om een reactie. Zij merkt
op dat de antwoorden van de wethouder haar niet verbazen, omdat
dit is wat er al in de antwoorden stond. Spreker denkt dat ook
haar standpunt duidelijk is, zodat blijkt dat men het niet met
elkaar eens is. Zij vindt het heel erg onbevredigend en jammer dat
het op deze manier is gegaan. H.i. had het anders gekund, maar
blijkbaar is dit traject zo ingegaan en kan men niet anders.
Spreker is van mening dat in de toekomst de weg gevolgd moet
worden zoals bij Gaatkensoog, waarbij een keuze is gemaakt voor
een aantal ontwerpen en bewoners hebben kunnen kiezen wat zij het
allermooist vonden. Als het gaat om kunstobjecten in de openbare
ruimte dienen burgers h.i. aan te geven wat zij mooi/leuk vinden
en dient de Culturele Raad aan te geven wat de mogelijkheden zijn.
De heer Silvis
antwoordt dat bij Gaatkensoog bewust zo'n proces loopt. Bij de
presentatie in één van de vuurtorens hebben de burgers gekozen
voor het kunstproject "De stad onder water". Dit is een specifiek
project dat zich daar uitermate goed voor leent. De burgers zijn
echter niet betrokken geweest bij de TramPlus-bruggen, de doorgang
onder de A29 en diverse andere projecten; er zijn meer
kunstobjecten waar de burgers niet bij betrokken zijn geweest dan
waar zij wel bij betrokken zijn geweest. Het is in handen gelegd
van een specialistische groep die de gemeente daarover adviseert.
De heer Kelder
is het gedeeltelijk eens met mevrouw Monhemius. In de vorige
raadsperiode was de Culturele Raad aanvankelijk betrokken bij de
aankleding van de rotondes, zoals de grote rotonde in
Carnisselande met de letters "GROEN". Later is er op de rotonde
bij Berkman een reclamezuil gekomen. Toen is men gaan discussiëren
over of het zo wel moest en is er besloten dat het zo niet moest
en dat het beter gedaan moest worden. Spreker heeft van de
Culturele Raad begrepen dat zij niet graag voor elke rotonde mee
willen beslissen. Er is wel tegen de gemeente gezegd dat er geen
geweldige reclamezuilen geplaatst moesten worden en dat het moest
passen in de omgeving. Spreker kan leven met deze middenweg
waarbij gekeken wordt of het past in de omgeving. Hij vindt de
rotonde met de kruiwagen leuk.
De heer Nootenboom
merkt op dat zijn standpunt in grote lijnen op dat van de heer
Kelder lijkt. Hij zou het ook graag willen, maar het geld ervoor
ontbreekt. Dit is z.i. de second best oplossing waar hij heel
tevreden mee is.
De heer De Graaf
onderschrijft het verhaal van de heer Kelder. In de beginfase is
het inderdaad fout gegaan bij Berkman waar een reclamezuil
geplaatst is. Toen is gezegd dat men dit niet wilde en is men naar
andere oplossingen gaan zoeken. De Culturele Raad heeft zich er
toen vanaf getrokken. Spreker vindt de rotonde met de letters
"GROEN' achter aan de Kilweg, die van de Culturele Raad kwam, niet
mooi. Hij vindt de kruiwagen als herkenningspunt veel beter.
N.a.v. het feit dat de raad er geen geld voor ter beschikking wil
stellen, heeft spreker vrede met de manier waarop het nu gaat.
De heer Aarssen
merkt op dat hij het helemaal eens is met mevrouw Monhemius als
het om duurzame definitieve invulling van de rotondes gaat.
Spreker heeft een suggestie voor de rotondes die niet ingevuld
kunnen worden omdat het geld ontbreekt; deze ruimte zou aan
kunstenaars aangeboden kunnen worden als expositieruimte, waarbij
de kunstobjecten bijvoorbeeld ieder half jaar wisselen. Dit kan
z.i. geld opleveren. Spreker vindt het niet inrichten van een
rotonde het verloren laten gaan van deze ruimte.
De heer Silvis
antwoordt dat bij de inrichting van de rotondes de
verkeersveiligheid ook een aspect is dat meetelt. Z.i. wordt bij
wisselende exposities de aandacht naar de verkeerde plekken
getrokken.
De heer Kleinjan
is het eens met de opmerkingen van de heren De Graaf, Kelder en
Nootenboom. Z.i. dient de rotonde met de letters "GROEN' opnieuw
ingericht te worden, omdat deze er smerig uitziet. Hij stelt voor
hier iets leuks neer te zetten.
De heer De Graaf
merkt op dat er op de rotonde aan de 2^e Barendrechtseweg, bij de
noodschool voor het voortgezet onderwijs, al een half jaar een
omver gereden verkeerspaal staat. Spreker vraagt of dit ook kunst
is.
De heer Silvis
antwoordt dat deze rotonde is geadopteerd door Monshouwer en dat
er kunstenaars aan werken om er iets te realiseren. De scheve paal
gaat eraf als de rotonde onder handen genomen wordt; er is nl.
afgesproken dat er geen verkeersborden op de rotondes komen.
Spreker weet niet wanneer dit is.
Mevrouw Monhemius
bedankt de overige commissieleden voor hun reactie.
2. Verslag Kleine Verkeers Commissie 18 maart 2003
3. Actielijst spreekuur openbare ruimte Carnisselande 2 april 2003
4. Memo verontreiniging singels door hondenuitwerpselen
5. Notitie invoering Hondenbeleid
6. Memo inzake openstelling afvalaanbiedstation
Er zijn geen opmerkingen gemaakt over de punten 7.2 t/m 7.6.
Rondvraag
De rondvraag is al behandeld tijdens de vergadering van 13 mei jl.
Sluiting
De voorzitter
sluit de vergadering.
Gemeente Barendrecht