Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
IZ. 2003/817
datum
20-05-2003
onderwerp
Verslag Informele Landbouwraad Corfu, 13 mei 2003
TRC 2003/4053
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Van 10 tot en met 13 mei jongstleden vond op het Griekse eiland Corfu de informele Landbouwraad plaats. Naast de huidige lidstaten en de vijftien kandidaat-lidstaten met wie op 16 april jongstleden de toetredingsverdragen zijn ondertekend, namen ook Bulgarije, Roemenië en Turkije deel aan de bijeenkomst.
Het thema van de informele vergadering was 'Kwaliteit in de landbouw'. Het voorzitterschap had hiertoe een werkdocument opgesteld. Het voorzitterschap gebruikt het concept van 'kwaliteit in de landbouw' als kapstok voor een discussie over verschillende onderwerpen, die vaak in samenhang besproken worden en (gedeeltelijk) ter sprake komen in de discussies over 'non-trade concerns' (niet-handelsbelangen), 'multifunctionaliteit' of het 'Europese landbouwmodel'. De nadruk in het Griekse werkdocument ligt echter sterk op aan het product gerelateerde kwaliteitseigenschappen en niet zozeer op zaken als dier- en milieuvriendelijke productie, waaraan Nederland meer waarde hecht. Verder gaat het om zaken als traditionele (vaak kleinschalige) productie en het gebruik van geografische oorsprongsbenamingen. Griekenland koppelt ten slotte de productie van kwaliteit aan de ontwikkeling van het platteland. Dat is voor zuidelijke lidstaten een steeds weer terugkerend thema. Voor Nederland speelt dit veel minder. Er bestond grote eenstemmigheid binnen de EU en de nieuwe lidstaten over de noodzaak van een offensief beleid binnen de EU gericht op kwaliteitsverbetering binnen de landbouw. Veel lidstaten benadrukten in dit kader dat het daarbij niet alleen gaat om de kwaliteit van producten, maar ook om productiemethoden. Elementen in dat kader zijn ook voedselveiligheid, dierenwelzijn, milieuvriendelijke wijze van produceren en meer duurzame productie. Veel aandacht werd gevraagd voor adequate certificering van producten en effectieve en efficiënte controlesystemen.
datum
20-05-2003
kenmerk
IZ. 2003/817
bijlage
In het debat heb ook ik ten algemene aangegeven dat niettegenstaande
het belang van productgerelateerde kwaliteitseigenschappen, kwaliteit
daarnaast ook te definiëren valt als de absolute veiligheid van de
producten voor de consument en de kwaliteit van de productiewijze. In
Nederland ligt de nadruk in het overheidsbeleid met name op deze
laatste twee categorieën, voedselveiligheid en productiemethode, en
minder op productgerelateerde kwaliteitseigenschappen. Nederland hecht
met name belang aan duurzaamheid van de landbouwproductie en, in
samenhang daarmee, de noodzaak van maatschappelijk verantwoord
ondernemen in het algemeen. Om de productie en consumptie van
kwalitatief hoogwaardige landbouwproducten te stimuleren benadrukt
Nederland het belang van certificering in de keten.
Een belangrijk punt van discussie was de erkenning van het belang van
de bescherming van de Europese traditie van kwaliteitsproductie binnen
de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Commissaris Fischler zei hierover
dat de Europese Unie zich in de Doha Ontwikkelings Ronde sterk zal
maken dat de positie van traditionele Europese producten niet wordt
ondermijnd door regelgeving op het gebied van trademarks. Bovendien
ijvert de Commissie ervoor dat het toepassingsgebied van het
TRIPS-verdrag wordt uitgebreid tot agri-food producten. Deze mening
van de Commissaris werd door een groot aantal, meest zuidelijke
lidstaten, gesteund.
Ik heb opgemerkt dat niet te ontkennen valt dat er een potentieel
spanningsveld bestaat tussen het streven naar kwaliteit in de
landbouw enerzijds en WTO-regels alsook verdere liberalisering van de
wereldhandel anderzijds. Daarbij heb ik het begrip kwaliteit echter
breder getrokken, inclusief milieubescherming en dierenwelzijn.
Steunmaatregelen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid
moeten mijns inziens onder de regels van de WTO acceptabel zijn.
Voorwaarde hierbij is wél dat de maatregelen gericht en transparant
worden toegepast. Bovendien mogen ze het handelsverkeer niet, of
slechts minimaal verstoren, heb ik gezegd.
Kwaliteitslandbouw is een dure vorm van landbouw, die niet door de
boeren alleen op te brengen is. De overgrote meerderheid van de
lidstaten was het eens met de stelling dat ook de consument mee moet
betalen aan hogere kwaliteitsstandaarden. De dwangmatige rationaliteit
van het uitsluitend gericht zijn op de laagste kostprijs, heeft zijn
langste tijd gehad, zo heb ik opgemerkt. Het gaat erom het systeem te
doorzien, zodat we weten wat ervoor nodig is om het te doorbreken. Het
gaat er ook om dat consumenten, producenten en ketenpartijen met
elkaar vaststellen welke kant ze op willen. We moeten weer gaan werken
met het principe van 'normaal gemaakte kosten'.
Commissaris Fischler voegde daaraan nog toe dat bepaalde elementen uit
de voorstellen voor cross compliance, in het kader van de hervorming
van het GLB, en plattelandsontwikkeling kwaliteitsproductie verder
zullen ondersteunen.
Alle lidstaten onderschreven het belang van onderzoek en innovatie
voor kwaliteitslandbouw en de steun daarvoor uit publieke fondsen. Ik
heb aangegeven dat wat Nederland betreft onderzoek zich zou moeten
richten op innovaties die het publiek belang dienen en bijdragen aan
het herstel van vertrouwen. Daarbij gaat het om innovaties die
bijdragen aan voedselveiligheid, transparantie, duurzaamheid,
dierenwelzijn en sociale rechtvaardigheid.
Commissaris Byrne ten slotte, onderstreepte nogmaals dat de
uitbreiding van de EU niet zal leiden tot afzwakking van het
communautaire niveau van voedselveiligheid. De toetredingsverdragen
voorzien in vrijwaringsclausules, die in uiterste gevallen ingeroepen
kunnen worden. Meer nog onderstreepte de Commissaris dat de toegenomen
investeringen door de nieuwe lidstaten in de voedselverwerkende
industrieën, deze landen in de gelegenheid zullen stellen zich aan te
passen aan de strikte veiligheidseisen van de Europese Unie.
In zijn afsluitende woorden benadrukte de Griekse voorzitter dat een verdere promotie van kwaliteitslandbouw binnen de EU noodzakelijk is, dat deze zowel economisch, sociaal en ecologisch duurzaam moet zijn, dat er een sterke link moet worden aangebracht met rurale ontwikkeling, dat innovatie versterkt en versneld moet worden, dat de consument breder en beter moet worden geïnformeerd over de kwaliteitskenmerken van het product en de productiemethoden en de erkenning van het belang van de bescherming van de Europese traditie van kwaliteitsproductie binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO).
De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
dr. C.P. Veerman
---