Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Toespraak van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Clémence Ross- van Dorp, tijdens de Invitational Conference van Menzis op 20 mei 2003 in Hoogeveen. Wijzigingen voorbehouden. Alleen de uitgesproken tekst geldt!

`De nieuwe AWBZ geeft de klant een positie die veel beter past bij deze tijd. Cliënten zijn niet meer de volgers van vroeger, die lijdzaam genoegen nemen met het standaardaanbod van instellingen. Maar klanten zijn spelers. Ze zullen er geen genoegen mee nemen als de werkelijk geleverde zorg minder is dan waarvoor ze geïndiceerd zijn. Daarom is het zo be- langrijk te leren luisteren naar wat klanten echt willen. Dat is de kern van de vernieuwing'.

Dit is, dames en heren, niet mijn eigen tekst. Maar ik zou het wel zelf gezegd kunnen heb- ben. Want het citaat van zojuist geeft precies aan wat ik bedoel. Ik kwam het citaat tegen in een artikel in het blad Ouderenzorg, dat ging over de voorbereiding op de nieuwe AWBZ. Voor de volledigheid: het waren de woorden van Harry Holtrust, locatiemanager van Zorg- continuüm Enter in Overijssel.

Net als Holtrust vind ook ik dat de klant die zorg moet krijgen waar hij of zij recht op heeft. Niet minder, maar ook zeker niet méér. Want zorg kost, hoe je het wendt of keert, geld. En we weten allemaal dat de kosten van de gezondheidszorg de pan uit dreigen te rijzen. Niet voor niks was dit onderwerp een heel lastig punt in de kabinetsformatie.

En economisch gezien gaat het ons ook allesbehalve voor de wind. Dat is een reden te meer om de kosten van de zorg in de hand te houden. Want de zorg moet nu eenmaal wel betaal- baar en toegankelijk blijven.

Maar tegelijkertijd wil niemand terug naar de tijd dat het aanbod aan zorg bepalend was voor de zorgvraag. Met als voornaamste uitwas de steeds langer wordende wachtlijsten.

Uitgangspunt is en blijft wat mij betreft dan ook dat de zorg voor iedereen toegankelijk blijft. Van 1 januari tot en met 31 december. Maar omdat de bomen niet meer tot in de hemel groeien, zoals een paar jaar geleden nog het geval leek, moet er linksom of rechtsom iets gebeuren. In het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet zijn daarover afspraken ge- maakt, zoals u waarschijnlijk wel weet. Zo zal onder meer het verzekerd pakket in de AWBZ en het ziekenfonds met ingang van volgend jaar worden verkleind.

Toch vond het huidige kabinet het niet verantwoord om de zaak op zijn beloop te laten. Daarom is besloten de AWBZ-premie per 1 juli met een half procent te verhogen. Die maat- regel levert dit jaar een half miljard euro op en volgend jaar 1,1 miljard. En om de pijn niet helemaal bij de consument te leggen, willen minister De Geus en ik de zorginstellingen en de vrije beroepsbeoefenaren in de zorg een efficiencykorting opleggen van 0,8 procent. Dat kan zo'n 250 miljoen euro opleveren.

Maar bij deze maatregelen blijft het niet als de kosten van de zorg de komende jaren blijven stijgen. Maar daar kan ik uiteraard op dit moment nog weinig over zeggen. Ik kan en wil vandaag wél wat zeggen over de modernisering van de AWBZ en de rol die met name de Toespraak Parnassusplein 5 Doorkiesnummer Hebt u 's avonds of in het weekend dringend Postbus 20350 (070) 340 60 00 een voorlichter nodig, belt u dan met het 2500 EJ DEN HAAG Fax (070) 340.62.92 ministerie, telefoon (070) 340 79 11. Daar Telefoon (070) 340 79 11 regelt men dat u wordt teruggebeld.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


- 2 -

regionale indicatieorganen, de RIO's, en de zorgkantoren kunnen spelen bij het beheersen van de kosten. Want zowel de RIO's als de zorgkantoren zijn de afgelopen jaren een steeds belangrijker speler geworden binnen de lijnen van het AWBZ-veld.

Ik wil met de RIO's beginnen. Sinds 1 april werken de RIO's met de zogeheten functiege- richte indicatiestelling. De klant krijgt dus geen verwijzing meer naar het verpleeg- of verzor- gingstehuis, maar krijgt zorg op basis van één van de zeven functies, bijvoorbeeld `verple- ging', `persoonlijke verzorging' of `behandeling'.

Het is uiteraard zaak dat de RIO's zo objectief, onafhankelijk en nauwkeurig mogelijk indice- ren. Met andere woorden: de RIO's moeten zo realistisch mogelijk aangeven op welke zorg de klant recht heeft. Duidelijke criteria en heldere protocollen kunnen daarbij goede diensten bewijzen. Op die manier kunnen de RIO's op een uniforme wijze indiceren.

Ik hecht veel waarde aan die uniforme werkwijze. Ten eerste omdat iedere patiënt met de- zelfde klacht, aandoening of handicap overal dezelfde zorg moet krijgen. Of hij nu in Gronin- gen of in Maastricht woont.

Ten tweede omdat je met zo'n uniforme werkwijze voorkomt dat de ene patiënt mogelijk te weinig zorg krijgt en de andere te veel. RIO's hebben de naam dat ze wel eens wat ruim in- diceren. Beter te veel dan te weinig zorg, is soms het motto. Aan de ene kant wel begrijpe- lijk. Aan de andere kant kunnen we ons dat in dit tijdsgewricht, met krimpende zorgbudget- ten, niet permitteren.

Ik vind dat zorg op maat ook écht letterlijk op maat moet zijn. Het pak mag niet te krap zit- ten, maar ook niet te ruim. Dat betekent dat je elke klant individueel moet indiceren. Ik las laatst dat dat ook wel eens groepsgewijs gebeurt. Áls dat inderdaad zo is, dan vind ik dat dat niet kan. Want in de huidige economische omstandigheden moeten we allemaal zo effi- ciënt mogelijk omgaan met de middelen die we hebben. Mensen die écht zorg nodig hebben, moeten die ook krijgen. En om dat mogelijk te maken, is scherp en dus individueel indiceren noodzakelijk.

Dan wil ik nu een paar dingen zeggen over de rol van de zorgkantoren. Die rol is in de mo- dernisering van de AWBZ een belangrijke. Zorgkantoren zijn immers de schakel tussen de RIO's en de zorgaanbieders. Zij moeten zorgen dat de klanten de gevraagde zorg geleverd krijgen. Dat kan zorg in natura zijn, maar ook een persoonsgebonden budget. Dit past bij de uitgangspunten van de modernisering van de AWBZ: keuzevrijheid en zorg op maat.

Dit laat wat mij betreft onverlet dat de zorgkantoren goede en scherpe afspraken moeten maken met de zorgaanbieders over de te leveren AWBZ-zorg. Voor de uitvoering van de AWBZ hebben de zorgkantoren tot 2006 een concessie gekregen. In de tussenliggende pe- riode zullen ze dus moeten aantonen dat ze op een efficiënte manier zorg kunnen inkopen. En dus in de keten van indicatie tot en met zorgverlening een onmisbare functie vervullen.

Ik weet dat er met name in de kringen van de zorgverzekeraars verschillende opvattingen leven over de rol van de zorgkantoren. Sommige verzekeraars zouden liefst zelf de AWBZ- zorg willen inkopen. Andere zien meer in het huidige model, waarbij de zorgkantoren die Toespraak inkoop doen. Zeker zo lang er sprake is van een concurrentievrije uitvoering van de AWBZ. Maar even los van deze discussie vind ik dat zorgkantoren gewoon kwalitatief goede zorg moeten inkopen. En hun klanten moeten informeren over wat er op de zorgmarkt te koop is en welke zorg zij kunnen krijgen.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


- 3 -

Over informatie gesproken: de zorgkantoren vormen in de AWBZ-zorgketen de spil als het gaat om de registratie van de AWBZ-zorg. De zorgkantoren weten hoeveel vraag er is náár en hoeveel aanbod er is ván AWBZ-zorg. Met die gegevens kun je niet alleen de wachtlijsten aanpakken, je krijgt ook zicht op de kosten van de AWBZ-zorg. En die informatie is weer be- langrijk voor de hoogte van de premies.

Dat informatie- en communicatietechnologie hierbij in feite een onmisbaar instrument is, hoeft volgens mij nauwelijks betoog. Ik zou alleen wel graag zien dat dat instrument wat va- ker wordt ingezet. Want ik ben ervan overtuigd dat we daarmee nog beter inzicht kunnen krijgen in wat zich binnen de AWBZ-sector afspeelt. Overigens vind ik dat de zorgkantoren op dit punt de afgelopen tijd belangrijke vooruitgang hebben geboekt. En dat mag ook wel eens worden gezegd.

Ik had het net al even over de wachtlijstaanpak. Ik weet dat de zorgkantoren op dat punt een belangrijke inspanning hebben geleverd ­ en eigenlijk nog steeds leveren. Er is heel wat achterstallig onderhoud weggewerkt, onder meer door méér zorg in te kopen. Daardoor gaat het nu de goede kant op met de wachtlijsten.

Maar er wacht ons wat dat betreft nog een grote opgave met het oog op de vergrijzing. Die zal rond 2010 een hoogtepunt bereiken als de naoorlogse generatie met pensioen gaat. De vraag is dan ook: hoe nu verder met de AWBZ-zorg? Als de kosten blijven oplopen, dan zal het nieuwe kabinet nog voor een paar lastige afwegingen komen te staan.

In dat verband wil ik graag nog het volgende kwijt. In het Strategisch Akkoord van het nu bijna vorige kabinet is het recht op zorg vastgelegd. Dat heeft geleid tot een discussie over de kostenstijgingen in de zorg, ook de AWBZ-zorg.

Punt is nu dat mensen die thuis zorg nodig hebben, dat soms niet kunnen krijgen omdat er op gemeentelijk niveau soms onvoldoende voorzieningen zijn als het om wonen en welzijn gaat. Die mensen moeten dan worden opgenomen in bijvoorbeeld een verpleeg- of een ver- zorginghuis.

Daarom is het zo belangrijk dat er een goede lokale infrastructuur is op het gebied van wo- nen en welzijn. Ik denk dan aan zaken als levensloopbestendige woningen en een maaltij- denservice. Daarmee voorkom je dat mensen die zorg nodig hebben uit hun huis moeten en in een instelling terecht komen. Dat is niet alleen prettiger voor die mensen, het is uiteinde- lijk ook nog goedkoper.

Ook hier is een rol weggelegd voor de zorgkantoren. Zij zouden de samenwerking tussen de diverse partijen ­ en dan bedoel ik gemeenten, zorgleveranciers en verzekeraars ­ kunnen bevorderen. Zodat zorg, wonen en welzijn integraal worden aangepakt. Dit alles onder het motto: de klant centraal. Of om het met de woorden van Harry Holtrust te zeggen: `Ons uit- gangspunt is de wens van de klant. Ons doel is klanten die zorg te geven die zij willen op de plaats die zij willen.' Einde citaat.

Ik ben het daar, dat zal duidelijk zijn, mee eens. Maar ik voeg er wel aan toe dat we de ko- mende jaren de tering naar de nering zullen moeten zetten. De klant blijft centraal staan. Dat Toespraak staat ook met zo veel woorden in het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


- 4 -

Maar omdat the sky niet meer the limit is, zullen we daarbij allemaal ­ overheid, zorgaanbie- ders, ver-zekeraars, RIO's, zorgkantoren ­ realistisch te werk moeten gaan. En de middelen zó inzetten dat iedereen precies krijgt waar hij of zij recht op heeft. Niet meer en niet min- der.

Ik dank u wel en ik wens u nog een interessant, informatief en aangenaam vervolg toe van deze conferentie.

Toespraak


---- --