Ministerie van Justitie


http://www.justitie.nl

Maud Bredero
070 370 6698

4311
20.05.03

Jeugdcriminaliteit nieuwe etnische groepen speelt zich af in

.Schimmige werelden..

Uit onderzoek is bekend dat allochtone jongeren relatief vaak in aanraking komen met politie en justitie. Het vandaag verschenen WODC-rapport .Schimmige werelden. Nieuwe etnische groepen en jeugdcriminaliteit. laat zien dat dit ook geldt voor jeugdigen uit andere etnische groepen dan de .grote vier. (Antillianen, Surinamers, Turken en Marokkanen). Zij hebben met veel risicovolle situaties en omstandigheden te maken, die nopen tot preventieve maatregelen van overheden en maatschappelijke organisaties. De criminaliteit bij deze jongeren speelt zich af in .schimmige werelden., waar professionals uit onder meer het onderwijs en de hulpverlening weinig zicht op hebben.

Politie- en justitiecijfers
Cijfers uit het Herkenningsdienstsysteem (HKS) van de politie (1999 en 2000) en uit de Onderzoeks- en Beleidsdatabase Justitiële Documentatie (OBJD) (1999) wijzen het volgende uit. In 1999 en 2000 was ongeveer een zevende van alle 12 tot en met 24-jarige verdachten van misdrijven geboren buiten Nederland én buiten de Nederlandse Antillen, Suriname, Turkije en Marokko (de bovengenoemde .grote vier.). Eerste generatie jeugdigen uit andere landen maken dus een beperkt deel uit van het totaal aantal geregistreerde jonge verdachten.
Jonge verdachten uit Europese landen (Frankrijk, België, Polen, Duitsland, Groot-Brittannië en Italië) blijken voor het merendeel niet in Nederland te wonen. Degenen die wel in Nederland wonen zijn enigszins oververtegenwoordigd in de criminaliteitscijfers. Fransen, Belgen en Duitsers worden relatief vaak verdacht van opiumwetdelicten.
Voorts is gekeken naar jeugdige verdachten uit nieuwe etnische groepen. Het gaat hier om groepen met een relatief korte geschiedenis van migratie naar Nederland, waarvan velen als asielzoeker naar Nederland zijn gekomen. Tussen de bestudeerde groepen blijken verschillen te bestaan. Het percentage jonge Chinese en Afghaanse verdachten schommelt rond het gemiddelde. Daarentegen zijn jeugdigen uit (in aflopende volgorde) de voormalige Sovjet-Unie, de Dem. Rep. Congo, Sierra Leone, Angola, Somalië, Soedan, voormalig Joegoslavië, Ethiopië en Eritrea, Iran en Irak ruim oververtegenwoordigd in de verdachtencijfers. Ten aanzien van de delicten waar de jongeren van verdacht zijn valt op dat bij jongeren uit de voormalige Sovjet-Unie en voormalig Joegoslavië relatief vaak sprake is van vermogensdelicten zonder geweld. Bij de meeste andere groepen zien we een iets hoger dan gemiddeld percentage delicten waarbij geweld een rol speelt.

Risicofactoren
In tien bijeenkomsten met in totaal 77 professionals (o.a. afkomstig uit het onderwijs, justitiële organisaties en zelforganisaties) zijn de mogelijke achtergronden van probleemgedrag van jongeren uit bovengenoemde nieuwe etnische groepen geïnventariseerd. Het blijkt dat zij te maken hebben met veel risicovolle omstandigheden en situaties die het ontwikkelen van crimineel gedrag kunnen bevorderen. Dit betreft ten eerste algemene risicofactoren, zoals werkloosheid en een laag inkomen, het ontbreken van een ondersteunend sociaal netwerk, en knelpunten in de onderwijsopvang. Ten tweede kampen zij met specifieke risicofactoren, bijvoorbeeld gelegen in de vluchtgeschiedenis, bepaalde aspecten van het opvangbeleid voor asielzoekers, en soms moeilijk te overbruggen cultuurverschillen. Gezien het grote aantal risicofactoren waarmee jeugdigen uit nieuwe etnische groepen te maken hebben, is hun oververtegenwoordiging in de criminaliteitscijfers niet verrassend.

Preventie en aanpak
In de bijeenkomsten hebben de professionals diverse suggesties gedaan voor preventie van probleemgedrag en criminaliteit. Deze liggen op het vlak van het gezin, de onderwijsopvang, het vreemdelingenbeleid en de psychosociale hulpverlening. Met betrekking tot de aanpak van delinquent gedrag menen de professionals dat de huidige mogelijkheden voor strafrechtelijke reactie op wetsovertredingen van jongeren uit nieuwe etnische groepen te beperkt zijn, onder meer door de regelgeving rond de verblijfsstatus van jongeren. Bij de ontwikkeling van beleid voor nieuwe etnische groepen zou meer recht gedaan moeten worden aan de individuele omstandigheden van jongeren en ouders. Een knelpunt daarbij is dat hun toekomstperspectief in Nederland vaak onduidelijk is. De onderzoekers bevelen aan dat de gesignaleerde problemen voor zover mogelijk worden aangepakt, ook al is op voorhand niet duidelijk hoe lang de betreffende jeugdigen nog precies in Nederland zullen verblijven.

NOOT VOOR DE PERS:

Kromhout, M. en M. van San. Schimmige werelden. Nieuwe etnische groepen en jeugdcriminaliteit. Den Haag: WODC/Boom Juridische Uitgevers, 2003. O&B 206. Voor nadere inhoudelijke toelichting kunt u contact opnemen met Mariska Kromhout (WODC) op tel.nr.: 070 3706543. Het rapport en/of samenvatting van het rapport is gratis te downloaden vanaf http://www.wodc.nl.

---

20 mei 03 11:15