Praktijkonderzoek Veehouderij
Effect van droog slachten en bewaren op prevalentie van Salmonella en Campylobacter in vleeskalkoenen
PraktijkRapport 5
Auteurs: T. Veldkamp, M.A.W. Ruis en N.M. Bolder
Het aantal besmette pluimveevleesproducten met Salmonella en
Campylobacter dient te worden gereduceerd om de voedselveiligheid te
verbeteren. Veel factoren in de pluimveeketen zijn van invloed op het
aantal besmettingen met deze bacteriën. In dit rapport worden de
effecten gepresenteerd van twee verschillende slachtprocessen op de
prevalentie van Salmonella en Campylobacter op en in het
kalkoenkarkas. Het standaard slachtproces is vergeleken met het
volledig droog slachten. In dit alternatieve proces worden de
kalkoenen verdoofd door elektrocutie waarna de halsslagader van
binnenuit via de snavel wordt aangesneden. De dieren verbloeden via de
snavel. Na het verbloeden worden de kalkoenen niet gebroeid maar
geheel droog geplukt. De karkassen worden niet geëviscereerd en het
intacte karkas wordt gekoeld bewaard bij 0°C gedurende 10 dagen. Deze
behandeling moet ertoe leiden dat de samenstelling van bacterieflora
verandert, waardoor het aantal Salmonella en Campylobacter bacteriën
vermindert.
Op 91 dagen leeftijd zijn 72 BUT Big 6 kalkoenhennen getransporteerd
van een kalkoenhouder naar twee klimaatkamers in de proefstal. In elke
kamer werden 12 groepen van elk drie dieren gehuisvest: zes groepen
met behandeling BT (besmet en traditioneel geslacht) en zes groepen
met behandeling BD (besmet en droog geslacht). Op 98 dagen leeftijd
zijn de dieren geïnoculeerd met Salmonella typhimurium. Alle
aangevoerde dieren waren Campylobacter positief dus inoculatie met
Campylobacter was niet nodig.
Droog slachten in combinatie met gekoeld bewaren gedurende 10 dagen
elimineerde de Campylobacter besmettingen op de huid. Het kiemgetal
van Campylobacter in de blinde darm van droog geslachte kalkoenen was
na koelen aantoonbaar lager dan in de blinde darm van traditioneel
geslachte kalkoenen.
Zowel bij het traditioneel als bij het droog slachten zijn direct na
het eviscereren geen Salmonella' s aangetoond op de huid. Uit de
resultaten van het huidonderzoek blijkt dat tijdens deze proef geen
sprake was van faecale kruisbesmetting. Het kiemgetal in Salmonella
positieve blinde darmen van droog geslachte kalkoenen was aantoonbaar
hoger dan in traditioneel geslachte kalkoenen. Dit kan te maken hebben
met extra stress vlak voor het slachten bij de droog slachten groep.
De traditioneel geslachte dieren werden een uur eerder geslacht dan de
droog geslachte dieren. De droog geslachte kalkoenen hadden een
langere wachttijd en hebben daardoor uiteindelijk meer onrust
meegemaakt. Het is mogelijk dat de droog geslachte dieren door de
extra stress meer Salmonella bacteriën zijn gaan uitscheiden. Na
bewaren werd op geen enkel monster borsthuid Salmonella gevonden.
We concluderen dat een besmetting met Campylobacter in en vooral op
kalkoenen sterk gereduceerd kan worden door de dieren volledig droog
te slachten. Dit geldt niet voor een besmetting met Salmonella. Een
inwendige besmetting met Salmonella werd niet geëlimineerd door het
alternatieve slachtproces. Een eventuele invloed van het alternatieve
slachtproces op een uitwendige besmetting met Salmonella kon niet
worden vastgesteld, door het ontbreken van Salmonella' s op de huid
direct na slachten.
Wilt u het hele praktijkrapport lezen? Dat kan. Bestel
praktijkrapport 5 hier voor de prijs van EUR 14.71 (excl BTW) .
Pluimvee praktijkrapport 5: Effect van droog slachten en bewaren op
prevalentie van Salmonella en Campylobacter in vleeskalkoenen - 2003 -
14 pagina's
---
© Praktijkonderzoek Veehouderij - Wageningen UR. Laatst bijgewerkt:
19-05-2003 13:35.