Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Verenigde Naties en Internationale Financiële Instellingen Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 13 mei 2003

Behandeld


- Corina van der Laan


Kenmerk


- DVF/IF-099/03

Telefoon


- 070- 348 4324


Blad


- 1/3


Fax


- 070-348 4803


Bijlage(n)


- ---

E-Mail


- cp-vander.laan@minbuza.nl


Betreft


- Wereldbank, mogelijkheden tot bezwaar


-

Zeer geachte Voorzitter,

Tijdens het algemeen overleg over het IMFC en DC op 9 april jl. (26234, nr. 23), heb ik de vaste commissie voor Financiën en Buitenlandse Zaken toegezegd informatie te zullen verstrekken over de mogelijkheden om bezwaar te maken tegen beslissingen van de Wereldbank. Met deze brief wil ik, mede namens de Minister van Financiën, tegemoet komen aan deze toezegging.

Bij de inventarisatie van de mogelijkheden van bezwaar tegen activiteiten van de Wereldbank dient een onderscheid te worden gemaakt tussen overheden van lenende landen en niet-overheidsactoren, zoals direct betrokken burgers en non-gouvernementele organisaties.

Niet-overheidsactoren
De Wereldbankgroep kent voor de niet-overheidsactoren momenteel twee formele organen voor bezwaar: het Inspectiepanel en de Compliance Advisor/ Ombudsman. Het Inspectiepanel is opgericht in september 1993 en van toepassing op de activiteiten van twee onderdelen van de Wereldbankgroep namelijk de International Bank for Reconstruction and Development (IBRD) en de International Development Agency (IDA). Dit Panel is bedoeld om direct betrokken burgers in staat te stellen bij een onafhankelijk forum (het Panel) bezwaar te maken tegen projecten van IBRD en/of IDA. Dit bezwaar kan worden aangetekend indien deze instellingen in de ogen van de betrokkenen niet of onvoldoende het eigen beleid naleven in de uitvoering van projecten en dat hierdoor het directe belang van betrokkenen wordt of zal worden geschaad. Naast direct betrokken burgers kunnen ook vertegenwoordigers van direct betrokkenen, de Raad van Bewindvoerders en individuele Bewindvoerders een verzoek tot inspectie indienen bij het Inspectiepanel. Een recent voorbeeld van een inspectie is de oliepijpleiding door Tsjaad en Kameroen. Zie voor uitgebreide informatie over het Inspectiepanel: www.wbln0018.worldbank.org/ipn/ipnweb.nsf

In 1999 is een 'Compliance Advisor/Ombudsman' (CAO) ingesteld voor de International Finance Corporation (IFC) en de Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA), de twee andere onderdelen van de Wereldbankgroep. De CAO heeft drie verschillende functies:


1) het reageren op klachten van betrokken partijen via bemiddeling (ombudsmanfunctie);


2) het verschaffen van onafhankelijk advies aan de President van de Wereldbank en management van IFC en MIGA over individuele projecten, alsmede beleid en procedures;


3) het zorgdragen voor de naleving (compliance) van beleid, richtlijnen en procedures in de opstelling en uitvoering van projecten door IFC en MIGA.
Betrokken partijen kunnen direct bezwaar aantekenen bij de CAO en verzoeken om bemiddeling. De compliance functie kan niet direct worden benut door betrokkenen, maar slechts op initiatief van de ombudsman of het management van IFC en MIGA. Zie voor meer informatie de homepage van de CAO: - www.cao-ombudsm- an.org/ev.php

Deze twee formele bezwaarprocedures zijn ingesteld om niet-overheidsactoren in staat te stellen bezwaar te maken tegen voorgenomen en lopende interventies. Dit is belangrijk omdat zij niet aan de onderhandelingstafel zitten met de Wereldbank bij de bepaling van een leningenprogramma en geen stem hebben in de Raad van Bewindvoerders, maar wel direct betrokken zijn bij de gevolgen van een interventie van de Wereldbank.

Lenende Overheden
De Wereldbank ontwerpt in nauwe samenwerking met de lenende overheid haar landenstrategie (de Country Assistance Strategy-CAS) en kredietprogramma's. De CAS en de kredietprogramma's moeten vraaggestuurd zijn en dienen aan te sluiten bij de Poverty Reduction Strategy Papers (PRSP) of een vergelijkbaar document om zodoende ownership te garanderen. Dit neemt niet weg dat soms verschillen van mening bestaan tussen de Wereldbankstaf en een lenend land over de inhoud van een landenstrategie of individuele lening. Deze verschillen van mening worden naar voren gebracht tijdens de bilaterale onderhandelingen tussen de Bank en het lenende land over de inhoud van een strategie, programma of project. In deze onderhandelingen speelt meestal de gouverneur (Minister van Financiën of Economische Planning) van het betreffende land bij de Wereldbank een centrale rol, ondersteund door zijn Bewindvoerder als vertegenwoordiger bij de Wereldbank. Indien meningsverschillen blijven bestaan kan de overheid van een lenend land besluiten om niet in zee te gaan met de Wereldbank, dan wel te proberen met behulp van andere bewindvoerders in de Raad van Bewindvoerders een aanpassing door management af te dwingen. In de praktijk komt dit niet vaak voor, omdat meestal overeenstemming wordt bereikt in de bilaterale onderhandelingen. Kortom, de mogelijkheden voor ontvangende landen om voor hun belangen op te komen liggen dus in de bilaterale onderhandelingen met de Bankstaf en in de vereiste goedkeuringsprocedures van leningen door de Raad van Bewindvoerders. Hierdoor is er geen additionele bezwaarprocedure voor lenende landen in een conflictsituatie.

In dit proces heeft de Raad van Bewindvoerders een belangrijke rol te spelen. Het is belangrijk dat deze Raad optimaal functioneert en voldoende mogelijkheden heeft om te bezien of de inhoud van een strategie of lening van de Wereldbank aansluit bij de prioriteiten van het lenende land en ownership respecteert. Nederland zet zich daarom actief in voor een goed functionerende Raad die voldoende ruimte heeft richting management om conceptbesluiten bij te sturen en voor een goed functionerende Bank op landenniveau die ownership stimuleert en waarborgt.


- De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking,
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

===